Bloedonderzoek tijdens je zwangerschap
Tijdens je zwangerschap is bloedonderzoek een makkelijke manier om de gezondheid van jou en je baby te controleren. Door een beetje bloed af te nemen, kunnen artsen veel te weten komen. Maar welke onderzoeken zijn er precies en waarom zijn ze belangrijk?
Wijze raad van
Donna & VeraVerloskundigen
Of het nu gaat om NIPT, het controleren van je rhesusfactor of je hb-gehalte, jouw bloed geeft de arts belangrijke informatie. In dit artikel bespreken we de mogelijke bloedonderzoeken die er zijn, wanneer je ze kunt doen en of ze allemaal nodig zijn. Maak je geen zorgen over het prikken; het is snel voorbij en de informatie die het oplevert is heel waardevol.
Bloedonderzoek voor infectieziekten
Aan het begin van je zwangerschap wordt vaak bloed afgenomen om te controleren of je besmet bent met infectieziekten zoals hepatitis B, hiv of syfilis (lues). Deze tests zijn belangrijk omdat deze infecties tijdens de zwangerschap risico’s kunnen vormen voor zowel jou als je baby. Vroegtijdige opsporing maakt het mogelijk om - indien nodig - behandelingen te starten om de gezondheid van jou en je kind te beschermen. Het is een standaardprocedure die bijdraagt aan een veilige zwangerschap en bevalling. Je verloskundige zal je bij het eerste bezoek de doorverwijzing geven voor dit bloedonderzoek.
Bloedonderzoek voor syndromen: de NIPT
De NIPT is geen verplicht onderzoek, je kunt hier zelf voor kiezen. Als je dit onderzoek wilt laten uitvoeren kan dit vanaf 10 weken zwangerschap. NIPT staat voor Niet-Invasieve Prenatale Test. Deze test kijkt naar DNA van de baby dat in jouw bloed zit. Met NIPT kan worden gecontroleerd op bepaalde aandoeningen, zoals het down-, edwards- en het patausyndroom. De NIPT is veilig voor jou en je baby, omdat er geen naald in je buik nodig is. Het bloed wordt gewoon uit je arm genomen en de uitslag is meestal binnen 10 kalenderdagen bekend.
Bloedonderzoek om achter je rhesusfactor te komen
Elke ouder heeft een eigen bloedgroep en de baby krijgt er daar één van. Het kan dus zijn dat de baby de bloedgroep van vader krijgt en dus een andere bloedgroep als de moeder heeft. Naast je bloedgroep heb je ook nog de rhesusfactor. De rhesusfactor is een eiwit dat op je rode bloedcellen kan zitten. Of de rhesus factor D en C positief of negatief zijn wordt aan het begin van de zwangerschap vastgesteld. Het vervolgonderzoek vindt plaatst vanaf 27 weken waarbij gekeken wordt naar de antistoffen. Als je rhesuspositief bent, heb je dit eiwit. Als je rhesusnegatief bent, heb je het niet. Het is belangrijk om je rhesusfactor te weten, want als jij rhesusnegatief bent en je baby is rhesuspositief, kan je lichaam antistoffen maken die gevaarlijk kunnen zijn voor je baby. Als jouw baby een andere rhesus D factor is het mogelijk om een injectie te geven met rhesus D antistoffen bij 30 weken zwangerschap en na de bevalling.
Bloedonderzoek om je hb-gehalte te meten
Je hb-gehalte geeft aan hoeveel hemoglobine er in je bloed zit. Hemoglobine is een eiwit in je rode bloedcellen dat zuurstof vervoert. Tijdens je zwangerschap kan je hb-gehalte dalen, wat kan leiden tot bloedarmoede. Bloedarmoede kan je moe en zwak maken. Door je hb-gehalte te meten, kan de verloskundige je op tijd ijzerpillen geven of andere adviezen geven om je hb-gehalte op peil te houden. Tijdens je zwangerschap moet je hiervoor minimaal twee keer bloedprikken, dit gebeurt vaak via een vingerprik door je verloskundige. De eerste keer is tussen 10 en 12 weken zwangerschap door middel van een bloedafname via je arm. De tweede keer is een vingerprik met 30 weken.
Zwangerschapsdiabetes? Bloedonderzoek om je glucose te meten
In sommige gevallen is het van belang om in de zwangerschap je glucose te meten. Redenen om dit te doen zijn:
- Je eigen BMI van meer dan 30
- Eerder kind dat te groot was
- Bepaalde etnische groepen
- Eerstegraads familielid met suikerziekte
- PCOS.
Bij zwangere met een van deze risico factoren wordt aan het begin van de zwangerschap de glucose nuchter bepaald en tussen de 24-28 weken zwangerschap vindt er een OGTT (Orale Glucose Tolerantie Test) plaats. Hierbij krijg je een suikerdrankje te drinken en wordt gekeken hoe je lichaam dit verwerkt. Door deze test kan vastgesteld worden of je zwangeschapssuikerziekte hebt.
Hoe vaak moet ik bloed laten prikken?
Hoe vaak je bloed moet laten prikken, hangt af van je persoonlijke situatie. Meestal gebeurt het een paar keer tijdens je zwangerschap. In het begin van je zwangerschap worden er meerdere onderzoeken gedaan. Later in de zwangerschap kunnen er nog een paar keer controles zijn om te kijken hoe het met jou en je baby gaat.'
Luister ook: De verloscast: welke onderzoeken krijg je in de zwangerschap?
Wat als er iets niet goed is?
Als uit het bloedonderzoek blijkt dat er iets niet goed is, hoef je niet meteen te schrikken. Vaak kan er met medicijnen of extra controles voor gezorgd worden dat jij en je baby toch gezond blijven. Het is belangrijk om altijd met je verloskundige of arts te praten als je je zorgen maakt.
Is bloedonderzoek veilig?
Ja, bloedonderzoek is heel veilig. Het enige wat je merkt is een prikje in je arm of in je vinger. Soms kan je je even duizelig voelen of een kleine blauwe plek krijgen, maar dat gaat snel weer over. De voordelen van bloedonderzoek zijn veel groter dan de nadelen, omdat je op deze manier veel te weten komt over je gezondheid en die van je baby.
Is bloedonderzoek verplicht?
Tijdens je zwangerschap wordt bloedonderzoek aangeraden, maar het is niet verplicht. Het kan helpen om te kijken of jij en je baby gezond zijn. De verloskundige kan bijvoorbeeld je bloed controleren op bloedarmoede of kijken of je immuun bent voor bepaalde infecties. Soms worden ook infecties getest die gevaarlijk kunnen zijn voor je baby, zoals hepatitis B of hiv. Het bloedonderzoek is belangrijk, omdat het vroegtijdig problemen kan ontdekken, zodat er op tijd actie ondernomen kan worden. Bespreek altijd met je verloskundige of arts welke tests voor jou belangrijk zijn.
Bron: RIVM