2% meer kans op een jongetje bij zwangerschap
In 2012 werden in Nederland in totaal ruim 175.959 kinderen geboren. De verdeling jongen/meisje is ca. 52% om 48%.
Buitenlands onderzoek naar voorkeur jongen / meisje
Ook in de landen om ons heen is onderzoek gedaan naar voorkeur voor een jongen of meisje. Van een groep van 1.094 (Duitse) mannen en vrouwen van 18 tot 45 jaar vond meer dan de helft het niet belangrijk, 30% wilde graag een evenwichtig gezin - dat wil zeggen evenveel jongens als meisjes. Slechts 4% had liever jongens dan meisjes en 3% liever meisjes dan jongens. Tenslotte wilde 1% alleen jongens en 1% alleen meisjes.
Hoewel 76% hierover geen voorkeur had, wilde 14% liefst een jongen als eerstgeborene en 10% liefst een meisje. Een gelijkwaardige studie in Engeland gaf ongeveer dezelfde resultaten wat voorkeur betrof.
Volgens CBS-onderzoek naar gezinsontwikkeling hebben Nederlandse ouders met een kinderwens géén voorkeur voor een zoon of een dochter. Ze willen het liefst van allebei één, de ultieme rijkeluiswens!
Wat zijn redenen voor gezinsuitbreiding?
Ongeacht of het eerste kind nu een jongen of een meisje is, krijgt de helft van de Nederlandse moeders een tweede kind. Of er nog een derde komt, is afhankelijk van het geslacht van de andere kinderen.
Heeft een moeder twee zoons, dan is de kans om nog een baby te krijgen 25%. Datzelfde geldt voor moeders met twee dochters. Heeft een moeder echter al een jongen én een meisje, dan is de kans op een volgend kind iets kleiner, 20%. Daaruit blijkt dat niet het geslacht van de kinderen van belang is, maar de variatie. Als er alleen jongens zijn, willen ouders graag nog een meisje; zijn er alleen meisjes, dan gaat de voorkeur uit naar een jongen. Zijn er een jongen en een meisje, dan is de kans groter dan er geen volgend kind meer komt.