Problemen met de placenta of navelstreng tijdens de bevalling

Problemen met de placenta of navelstreng tijdens de bevalling

Je hoopt natuurlijk dat je baby zonder problemen geboren wordt, maar soms ontstaan er toch complicaties tijdens je bevalling. In dit artikel gaan we in op problemen met de placenta of navelstreng, hoe je ze kunt herkennen en wat er aan gedaan kan worden.

Problemen met de placenta

De placenta is een belangrijk orgaan dat zich in je baarmoeder ontwikkelt tijdens je zwangerschap. Het voorziet je baby van voedingsstoffen en zorgt ervoor dat je zwangerschap niet afgebroken wordt. Soms veroorzaakt de placenta complicaties tijden de bevalling:

Voorliggende placenta: placenta preavia

Bij een voorliggende placenta, ook wel een placenta preavia genoemd, ligt de placenta voor de baarmoedermond. Vaak groeit de placenta gedurende je zwangerschap mee omhoog waardoor je gewoon vaginaal kunt bevallen. Bij ongeveer 0,2% van de zwangerschappen blijft de placenta de uitgang blokkeren waardoor je baby niet vaginaal geboren kan worden. Een voorliggende placenta wordt meestal herkent doordat het hoofdje niet indaalt en kan daarnaast veel bloedverlies veroorzaken tijdens je zwangerschap. Door middel van een echo kan een diagnose worden gesteld.

Loslaten van de placenta

Normaal gesproken laat de placenta pas los na de geboorte van je baby. Een enkele keer gebeurt dit helaas tijdens de zwangerschap en is daarmee een levensbedreigende situatie voor jou en je baby. De oorzaak is meestal onbekend en het komt bij ongeveer 0,2% van de zwangerschappen voor. Symptomen zijn plotselinge, heftige en constante buikpijn, pijn op de plaats van de placenta, onrustige, pijnlijke baarmoeder en bloedverlies. Heb je deze klachten? Bel dan onmiddellijk je verloskundige. Bij zeer snelle hulp bestaat de kans dat je baby het overleeft. Ook wanneer de placenta gedeeltelijk is losgelaten, kan een keizersnee de baby nog redden.

Placenta Accreta

In sommige ernstige gevallen (ongeveer 1 op 533 zwangerschappen) hecht de placenta zich te diep vast aan de baarmoederwand en kan dit niet gemakkelijk losgemaakt worden na de bevalling. Deze zwangerschapsaandoening wordt Placenta Accreta genoemd. Een Placenta Accreta kan leiden tot levensbedreigend vaginaal bloedverlies na de bevalling. Dit komt voor als een deel van de placenta vergroeit met de baarmoederwand, terwijl de rest afscheurt tijdens de bevalling. Placenta Accreta verhoogt ook het risico op vroeggeboorte. Als je door de aandoening begint te bloeden tijdens je zwangerschap, zou het kunnen dat je baby vervroegd met een keizersnede ter wereld wordt gebracht. Door middel van een echo kan de diagnose vooraf worden gesteld en kan de arts met je bespreken wat dan de beste weg is voor jou en je baby.

Niet loslatende placenta na de bevalling

Na de geboorte van je baby heeft de placenta geen functie meer. Meestal wordt de placenta binnen 10 minuten tot een half uur na de geboorte van je baby uitgestoten. Dit wordt de nageboorte genoemd. Soms laat de nageboorte langer op zich wachten, waardoor je een injectie met het hormoon oxytocine krijgt toegediend. Als de placenta een uur na de geboorte van je baby nog niet geboren is, wordt deze operatief verwijderd.

Achtergebleven resten van de placenta

Het is ook mogelijk dat er na de geboorte van je baby resten van de placenta achterblijven in je baarmoeder. Als gevolg daarvan kan je baarmoeder niet goed samentrekken. Dit kun je merken aan veel bloedverlies na de bevalling, wat gevaarlijk kan zijn voor jou. De placentaresten moeten dan ook zo snel mogelijk operatief verwijderd worden.

Problemen met de navelstreng tijdens bevalling

De navelstreng bestaat uit 3 vaten, 2 aders en 1 slagader en voorziet je baby van voedingsstoffen en voert afvalstoffen af. Soms veroorzaakt de navelstreng complicaties tijdens de bevalling:

Als je baby draait en beweegt in je buik, kan de navelstreng gemakkelijk om de nek komen te zitten. Dit komt regelmatig voor, naar verwachting wordt zo’n 20-30% van de baby’s geboren met een navelstreng om de nek. Een baby in de buik kan niet stikken, omdat hij nog niet ademt. Bij een losse omstrengeling zit de navelstreng niet strak om het nekje heen, waardoor het geen problemen geeft. De navelstreng wordt niet dichtgedrukt waardoor de zuurstofvoorziening gelijk blijft. Bij een vaste omstrengeling zit de navelstreng strak om de nek. Bij elke wee kan de navelstreng dichtgedrukt worden, waardoor er korte tijd minder zuurstof naar je baby gaat. Dit hoeft geen probleem te zijn als je baby tussen de weeën door voldoende tijd heeft om bij te komen. Dit zal in de gaten gehouden worden tijdens je bevalling.

Knoop in de navelstreng

Bij bepaalde bewegingen van je baby kan er een lus in de navelstreng ontstaan. Als hij daar vervolgens met zijn lijfje doorheen gaat ontstaat er een knoop. Dit gebeurt meestal redelijk vroeg in de zwangerschap, als je baby nog alle ruimte heeft om te bewegen. Vaak zijn dit losse knopen waar geen druk op staat en verder ongevaarlijk zijn. In enkele gevallen is de knoop te strak waardoor de vaten worden afgekneld en krijg je een keizersnee. Een knoop in de navelstreng komt ongeveer voor bij 1 op de 300 zwangerschappen.

Uitzakking navelstreng

Bij een uitzakking van de navelstreng ligt een deel van de navelstreng onder je baby, waardoor dat stuk als eerste in het geboortekanaal terecht komt. Vervolgens drukt het gewicht van je baby de navelstreng dicht waardoor er een tekort aan zuurstof ontstaat. Dit is een levensbedreigende situatie dat snel ingrijpen vereist. Gelukkig komt dit met 0,2% niet veel voor.

Beeld: iStock.com