In de buggy

Je kind kan gewoon in de buggy blijven zitten. Plaats deze wel zo dat de buggy niet om kan vallen of loskomt bij een noodstop of scherpe bocht. Vergeet ook niet op de buggy op de rem te zetten. Een goede plek is de rolstoelplaats of tegen de achterkant van een vaste bank. Plaats de buggy het liefst tegen de rijrichting in of anders zijwaarts.

Op schoot

Je kunt je kind ook op schoot houden. Zet de buggy wel vast zoals hierboven beschreven. Kies het liefst een stoel die achteruit rijdt. Dan word je bij een eventuele noodstop in de stoel gedrukt en drukt je kind tegen jou aan.

Op de bank

Is je kind groot genoeg, dan kan hij ook naast je zitten. Kies een stoel die achteruit rijdt. Dat zorgt ervoor dat je kind in de stoel wordt gedrukt bij - je hoopt het niet - een eventuele noodstop.

De adviezen van vervoersmaatschappijen dat het beter is om je kind uit de buggy te halen, zijn niet bewezen. Vaak is het probleem dat er niet genoeg plaatsen voor buggy’s zijn. Daarom wordt vaak een ‘huisregel’ gemaakt dat kinderen uit de buggy moeten.