
Wanneer je je kind laat vaccineren, stimuleer je zijn eigen afweersysteem en zorg je ervoor dat hij zelf zijn eigen antistoffen aanmaakt. Op die manier leer je je kind als het ware om zichzelf tegen een aantal ernstige ziekten te beschermen. Lees hieronder welke vaccinaties je kind krijgt, wat je kunt verwachten en wanneer je kleintje een inenting krijgt.
Als je kind een vaccinatie krijgt, worden er verzwakte of dode bacteriën in zijn lichaam gespoten. Zijn immuunsysteem gaat vervolgens antilichamen aanmaken.
De overheid heeft in 1957 het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) ingesteld. Dat programma bevat een schema waarin staat wanneer kinderen in Nederland worden gevaccineerd en tegen welke ziekten ze worden ingeënt.
Ja, maar dat is alleen nodig in een aantal speciale gevallen. De kinderziekten waartegen relatief veel kinderen extra worden ingeënt, zijn tuberculose en de griep. Voorheen gold dit ook voor de Hepatitis B vaccinatie.
Het zou kunnen dat je kind heftiger op een vaccinatie reageert dan normaal. Dit kan bij inentingen net zo goed voorkomen als bij het gebruik van geneesmiddelen.