Het belang van samen spelen met je kind
Kinderen krijgen over het algemeen pas echt belangstelling voor hun leeftijdgenootjes als ze een jaar of 3 à 4 zijn. Dan zijn ze ook pas in staat om samen te spelen met een ander kleintje. Tot die leeftijd ziet je kind zichzelf als het ware als een kleine koning, die het centrum vormt van zijn eigen koninkrijk. Alle anderen zijn ondergeschikt aan hem en moeten zijn wensen en verlangens vervullen. Zijn natuurlijke drang om de wereld te onderzoeken en te experimenteren met nieuwe én bekende dingen wordt enorm. Hierbij kan je kind ook jouw ‘hulp’ goed gebruiken. Door samen met hem te spelen, stimuleer je zijn zelfvertrouwen en bouw je aan jullie band.
Geen besef van leeftijdgenootjes
Je kind begrijpt op de dreumesleeftijd nog niet dat het kind naast hem in de zandbak hetzelfde wezen is als hij. Voor hem is een ander kind meer een voorwerp dat toevallig beweegt en geluiden maakt, dan een soortgenoot. Hij is zich er daardoor al helemaal niet van bewust dat die ander zichzelf, net als hij, ook als het centrum van zijn eigen koninkrijk beschouwt. Dit verklaart waarom dreumesen soms zo meedogenloos met elkaar omgaan. Ze zijn er allebei van overtuigd dat zij het volste recht hebben op elk gewenst stuk speelgoed.
Geen fair play
Je hoeft dus ook niet te verwachten dat je kind rekening houdt met anderen. Hij is simpelweg nog niet in staat om netjes op zijn beurt te wachten, iets vrijwillig af te staan, aardig voor een ander te zijn of eerlijk te zijn tijdens het spelen. Daarom hoef je ook niet geschokt of kwaad te zijn over dit gedrag.
Wat kun je wel doen? Deze kleine koninkjes tegen elkaar beschermen. Bij conflicten heb jij de taak een oplossing aan te dragen. Zorg ervoor dat ze beiden iets hebben om mee te spelen en dat ze elkaar zo min mogelijk lastig kunnen vallen. Als het ene kind de ander blijft terroriseren, kun je ze het beste een eindje uit elkaar zetten. Zo merk je dat ze misschien nog niet mét elkaar, maar wel prima naast elkaar kunnen spelen. Hoewel ze verdiept zijn in hun eigen spel, interesseren ze zich toch terloops voor die ander. Misschien ziet je kind de ander wel iets doen wat hij nog niet ontdekt had en probeert hij de ander te imiteren. Leerzaam!
Je kind is de baas
Ga eens met je kind op ’excursie’. Tijdens zijn excursie heeft je kleine de leiding. Het is het beste om alles aan zijn initiatief over te laten. Jouw functie is die van speelkameraadje: je volgt zijn aanwijzingen. Op deze manier leert je kind te vertrouwen op zijn eigen ideeën en leert hij zijn eigen grenzen te ontdekken.
Ook kan het zijn dat je kind jou inzet als verlengstuk van zijn eigen lichaam: hij heeft immers nog geen vlekkeloze controle over zijn spieren. Dat kan flinke frustraties opleveren als hij iets wil dat hem niet lukt. Jij kunt daarbij helpen, maar let erop dat je niet een stap voor gaat lopen. Wil je kind dat je hem het schepje aangeeft? Bouw dan niet zijn zandkasteel.
Herhaling is goed
Herhaling is de meest effectieve manier om vaardigheden en inzichten te leren. Door steeds weer hetzelfde blokje in hetzelfde gaatje te stoppen, leert je kind bijvoorbeeld vormen te herkennen. Bovendien geeft herhaling een veilig gevoel. Kijk daarom niet verbaasd op als je weer hetzelfde spelletje moet spelen, maar doe met hernieuwd enthousiasme mee.
Indirect stimuleren
Uiteraard is het een van jouw taken om je kind te stimuleren om de wereld te ontdekken. Het is echter niet de bedoeling dat je hem dingen voor gaat schotelen. Als je kind druk bezig is met zijn Duplo, is het niet verstandig hem plotseling een tekening te laten maken. Laat hem lekker spelen en breng hem achteloos op een idee. Laat het aan je kind over of hij er zin in heeft of niet.
Lees ook: Welk speeltype is jouw kind?