Slaapritme van je kind

Slaapritme van je kind

Voordat je kind naar school gaat, slaapt hij gemiddeld 11 uur ’s nachts en één tot vijf overdag - afhankelijk van de leeftijd. En dat zijn gemiddelden, dus het is ook normaal als jouw kind meer of minder slaapt. Bovendien kan de behoefte aan slaap per dag variëren. Als je kind vaak moe en prikkelbaar is, krijgt hij misschien niet genoeg slaap. Maar ook als hij wel genoeg slaapt, kan het ‘s nachts moeilijk zijn. Hij protesteert als het bedtijd is en vecht tegen de slaap. Hoe kun je hier het beste mee omgaan?

Stephanie Molenaar

Wijze raad van

Stephanie Molenaar

Slaap- en onrustdeskundige

Slaapbehoefte van je kind

Ieder kind heeft zijn eigen slaapbehoefte en deze kan per dag verschillen. Maar: slaap is wel nodig. Om te groeien en om blij te zijn. Het is ook een groeiproces, wat bijvoorbeeld maakt dat een baby echt dagslaapjes nodig heeft en niet al die uren in de nacht kan plaatsen. Hoeveel je kind slaapt is dus belangrijk, maar hoe deze slaap wordt verspreid en hoe er wordt geslapen is minstens zo belangrijk.

Hoeveel slaapt een kind gemiddeld

Gemiddeld gezien slaapt een baby zo’n 14-15 uren per dag en een dreumes 13-14 uren. Een peuter doet 11-13 uren zijn oogjes toe en een kleuter 11-12 uren. Qua uren verandert er dus niet zoveel, maar qua slaapspreiding juist wel. Een jonge baby doet immers makkelijk 8 slaapjes op een dag en aan het einde van het eerste jaar zijn dat er nog maar 2. Het is hier dus niet zozeer minder slapen, als wel anders slapen. En vaak komen hier de slaapissues uit voort.

Want als je zomaar een dagslaapje laat vallen, komt je kind niet alleen slaap tekort maar duurt het ook veel te lang voor die prikkels verwerkt kunnen worden. Dan krijg je een kind dat niet naar bed wil of juist rommelig gaat slapen. Slapen in een ritme brengt je niet alleen voldoende slaap, het geeft ook kwalitatieve slaap omdat de timing klopt en daardoor gaat het slapen ook weer fijner. Voorkomen is immers beter dan genezen. Natuurlijk zijn er fasen waarin alles even wat moeizamer verloopt. Maar juist als je dan kunt terugvallen op een goede (slaap)basis, duurt dit maar even én voorkom je oververmoeidheid en daarmee samenhangende slaapissues.

Is het daarmee opgelost? Was het maar zo makkelijk. Slaap is meer dan alleen je ogen dicht doen.

Niet naar bed willen

Als het beneden gezellig is, of als bedtijd als een verrassing komt, dan is het niet zo vreemd dat je kind niet naar bed wil. Daarom is het goed om een bedritueel te hebben, zo weet je kind wat wanneer komt en wat er verwacht wordt. Hier wil je wel consequent in zijn, anders is je boodschap immers: ‘het is bedtijd, maar…’ en dan mag je ook verwachten dat er uitstelgedrag komt. Naar bed gaan mag leuk zijn, maak het dus fijn en positief. En als je kind lekker slaapt, ervaart hij dit ook als positief. Dat helpt het slapen(gaan) enorm. Maak van het kamertje een fijne plek, neem tijd en rust om de dag af te bouwen. Dat betekent ook dat je lekker de dag kunt doorspreken, een verhaaltje kunt lezen en de mooie dingen kunt benoemen. Even actief spelen, griezelverhalen lezen: dat hoort hier dus niet bij.

Peuterpuberteit en bedtijd

Het werkt een tikje anders als je een klein peutertje hebt. Met het ontdekken van de eigen ik komt immers ook wat rebellie. De beruchte nee-fase loopt feilloos over in de peuterpuberteit. Dat is normaal, maar het verzet tegen het gaan slapen komt vaak voort uit gewenning of juist een behoefte aan meer aandacht. Vaak helpt het tijdelijk even net wat meer te helpen en dit daarna weer af te bouwen. Forceer het niet, maar stel je kind gerust. Bedenk ook dat verzet er juist kan komen als je kind moe is. Probeer een aantal dagen je kind wat eerder naar bed te brengen om dit te voorkomen. Bij oververmoeidheid gaat slapen juist lastiger, waardoor dit ook als negatief kan worden gezien. Dan gaat hier niet om de peuterpuberteit maar om de bedtijd. Slaapt je kind nog overdag? Dan wil je hier ook goed naar kijken. Klopt de timing van dit slaapje en is hij lang genoeg wakker tot bedtijd om moe te worden? Bij een slaapje overdag kom je op een latere bedtijd uit, als je kleine die dagslaap laat vallen wil je dus juist eerder de nacht ingaan.

Wil je kind ineens niet meer slapen? Dan kan er iets anders aan de hand zijn.

’s Nachts wakker

Alle mensen worden ‘s nachts een paar keer wakker, jonge kinderen dus ook. Het wakker worden is het probleem niet, het opnieuw in slaap vallen wel. Dat valt of staat met de kunst van het zelf slapen. Als je weet hoe dit moet, doe je dit ook en weet je vaak niet eens dat je wakker bent geworden. Ben je steeds geholpen met in slaap vallen, dan heb je dit ook nodig om de slaap te hervatten. ’s Nachts wakker worden heeft vaak te maken met dat zelf slapen. Maar evengoed ook met oververmoeidheid. Wordt er overdag goed geslapen (als je kind die leeftijd heeft), dan gaat het ’s nachts ook beter. Je kleine kan ’s nachts ook wakker worden omdat hij het te warm of koud heeft, er iets stoort. Een vieze luier, een tandje die doorkomt, ziek zijn, een geluid, als hij honger heeft of omdat hij je gewoon nodig heeft.

Bijna alle jonge kinderen worden ‘s nachts een paar keer wakker. Wacht het eventjes af en ga dan naar hem toe(mits er geen voeding nodig is). Probeer te ontdekken wat er aan de hand is en maak hem weer rustig en tevreden voordat je hem weer neerlegt.

Vroeg wakker

Voor het krieken van de dag is je kind misschien klaarwakker. Hoewel het normaal is voor alle kinderen om een vroege vogel te zijn, is het niet normaal om de dag voor 06.00 uur te starten. Zo’n vroege start hangt vaak samen met een te late of te vroege bedtijd en te weinig dagslaap. Hier wil je dus als eerste naar kijken. Een baby of dreumes kun je soms na een voeding weer in slaap krijgen om zo de nacht te verlengen. Een peuter kun je helpen door duidelijkheid te geven, bijvoorbeeld met een slaapwekker. Als de oogjes toe zijn of het lampje brandt rood bijvoorbeeld, dan is het slaaptijd. Bespreek wat hij mag doen als het lampje groen brandt of de oogjes open zijn: mag je kind naar je toe? Je kunt ook wat speelgoed neerleggen als jij gaat slapen, zo kan je kind zich vermaken tot iedereen wakker is. Slaap is ook gewenning, dus het duurt even voordat een kind ook echt later de dag gaat starten.

Het middagslaapje

Zodra je kind eraan toe is om het middagslaapje te laten vervallen, kan het gerommel worden. Want de hele dag wakker blijven kan je kleintje erg moe maken in de loop van de dag en die oververmoeidheid maakt weer een latere bedtijd doordat er ‘gedoe’ ontstaat. Het kan ook per dag wisselen, dus de ene dag nog wel een slaapje en de andere dag niet. Wil het slapen niet? Bouw dan wel rust in: samen even liggen of op de bank iets rustigs doen helpt ook. Vergeet niet de bedtijd te vervroegen, je kind is immers eerder moe. De meeste kinderen lijken vanaf drie jaar er klaar voor te zijn om alle slaap in de nacht te plaatsen. Maar dit is dus niet iedere dag zo en vaak doen meisjes dit eerder dan jongens. Ook is het persoonlijk. Vaak ontstaat er slaapgedoe omdat dit slaapje te vroeg verdwijnt.

Wat is het beste?

Een kind is geen robot, een ritme is geen schema. Slaap gaat het beste als het saai en voorspelbaar is. Werk dus met een ritme dat past bij de leeftijd van je kind en blijf je kind volgen. Pas als er geen dagslaap meer is, werk je met een vaste bedtijd en deze wil je aanpassen aan de starttijd van de dag en de dag zelf. Als je immers om 06.00 de dag begint, ben je er ook eerder klaar mee. Een bedtijd van 19.30 gaat dan niet werken. Als vuistregel kun je aanhouden dat een kleutertje net zoveel slaapt als dat hij wakker is op de dag. 06.00 wakker is dus 18.00 naar bed. Gaat dit niet lekker? Dan probeer je 18.15 en daarna 18.30 en zo verder, maar niet verder dan 19.00 in dit geval (13 uren wakker, 11 uren slapen). En daarmee zie je al: ook zonder dagslaap slaap je in een ritme.

Beeld: iStock.com/Weekend Images Inc.

Alles over de groei en ontwikkeling van jouw kind

Groeikalender