Je kind wil niet slapen, wat kun je doen?

Je kind wil niet slapen, wat kun je doen?

Heeft je kind eindelijk een tijdje goed geslapen, maar weigert hij nu ineens om naar bed te gaan of langer te slapen? Gaat dit al dagenlang zo? Veel ouders kunnen zich hiermee identificeren. En vergeet niet: ook voor je kind is dit lastig. Ontdek de mogelijke oorzaken van slecht slapen en wat je kunt doen als je kind niet meer naar bed wil.

Stephanie Molenaar

Beoordeeld door

Stephanie Molenaar

Slaap- en onrustdeskundige

In dit artikel

Slechter slapen en huilen bij het naar bed gaan

Je kind huilt zodra je de slaapkamer binnenkomt of pas nadat hij een kwartiertje in bed ligt. Wat je ook doet, het lijkt alsof je kleintje echt niet wil slapen. Herkenbaar? Wees gerust: dit probleem komt bij veel kinderen voor, ongeacht de leeftijd. Vaak heeft het te maken met de timing van het slaapritueel, of is het een roep om aandacht: je kind heeft je gewoonweg nodig. Ook de ontwikkeling van je kind speelt een rol: denk bijvoorbeeld aan peuters die in de ‘magische fase’ zitten en echt in monsters beginnen te geloven. Slapen kan dan spannend zijn. Bij jongere kinderen gaat het vaak om timing, rituelen en slaaptekort. Slaap maakt slaap. Dus als je kind niet goed slaapt, levert dat vaak meer gedoe op. Weet dat dit uiteindelijk weer voorbijgaat. We delen hieronder de oorzaken van slechter slapen en 10 tips die je kind helpen om weer beter te gaan slapen.

Oorzaken van niet willen slapen

Er zijn talloze redenen waarom je kind ineens moeite heeft met slapen, van typische peuterproblemen tot tijdelijke ongemakken, zoals doorkomende kiezen, verkoudheid of zelfs een nieuwe oppas. De volgende oorzaken komen het meest voor.

Andere omgeving

Klinkt misschien vrij logisch, maar denk er maar eens over na. Het hoeft niet direct een heel ander huis of andere kamer te zijn, het kan ook gaan om een ander behangetje, een nieuwe knuffel of een nieuwe kast. Iets in de kamer dat anders is en waardoor ze niet lekker in slaap kunnen komen of zich misschien zelfs wel angstig kunnen voelen. Dit komt omdat slapen een gewoonte is en daarbij alles veilig mag zijn, wil je kunnen loslaten. De kleinste dingen zijn soms al groot voor kinderen, juist omdat ze nog volop in ontwikkeling zijn.

Aandacht zoeken

Kinderen hebben je nodig, punt uit. En juist als ze overdag het gevoel hebben dat ze niet helemaal zijn gezien, bijvoorbeeld omdat je druk bezig was met een jonger broertje of zusje of als je aan het werk was, kan bedtijd een moment zijn om dit te uiten. Alle aandacht is immers aandacht. Je kind is niet aan het manipuleren, hoewel een peuter prima door heeft hoe actie-reactie werkt, maar heeft je juist even nodig.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je kind een ontwikkeling doormaakt en naar een nieuwe fase toegaat. Juist doe je soms even een stap naar achteren om later twee stappen voorwaarts te gaan. Bepaalde ontwikkelingen geven ook echt even onrust. Denk aan groeipijn bij een groeispurt of de enorme verbeeldingskracht van peuters die ook kan gaan spoken tijdens het dromen.

Geen grenzen stellen

Peuters hebben behoefte aan duidelijke grenzen. Ze zoeken deze grenzen op, en door voorspelbare reacties van jou voelen ze zich veilig. Stel bijvoorbeeld een vast ritueel in: één verhaaltje, één welterusten kus, en blijf even bij je kind. Komt je kind steeds uit bed? Kijk dan ook goed naar de bedtijd, je rituelen en het slaapje overdag. Want juist met te weinig slapen ontstaat de bedtijdstrijd. Soms ligt het ook aan een te vroege bedtijd: peuters ontwikkelen een voorkeur en kunnen bijvoorbeeld al een ‘avondmens’ zijn. Breng je dit kind om 19.00 naar bed, dan kan het gedoe zijn tot een uur of 21.00. En juist de negatieve ervaring beklijft, waardoor slapen niet de favoriete bezigheid gaat worden. Timing is everything.

Groei mee met je kind

Een peuter kan meer en wil ook meer ‘controle’. Laat hem bijvoorbeeld het boekje kiezen, de gordijnen dicht doen of het licht uit doen. Werk eventueel met kaartjes die je ook samen kunt maken, zodat je kind precies weet wat er wanneer gebeurt. Juist het kunnen ‘helpen’ geeft kracht, je kind wil niets liever dan loyaal zijn en het ook ‘zelf kunnen doen’.

Je kind wil niet alleen slapen

Je peuter kan bang zijn om gescheiden te worden van jou. Zelfs als hij niet echt angstig is, kan de gedachte om iets leuks te missen (ja, peuters kunnen last hebben van FOMO - Fear of Missing Out) bedtijd moeilijk maken. Dit kan leiden tot weerstand tegen het naar bed gaan en zelfs tot het verlangen om je te laten blijven totdat je kind slaapt. Soms laten ze je zelfs de kamer niet verlaten zonder een strijd voor het slapengaan. Veel heeft met gewenning te maken: als je kind eerst bij je sliep, dan is het raar en eng om alleen te slapen bijvoorbeeld. Soms is het ook een roep om aandacht, bijvoorbeeld als je kind je mist na een dag op de opvang. En soms heeft het met groeien en nieuwe dingen leren te maken, want dat vinden kinderen vaak spannend!

Ze denken ergens aan

Soms zit er iets op het hart van je kind. Misschien is er iets gebeurd op de opvang of heeft hij een spannend voorval meegemaakt. Het is goed om de dag door te nemen en te praten over wat er gebeurde, zodat je kind alles kan verwerken. Ook om de volgende dag alvast te bespreken. Voorspelbaarheid is alles en onthoud: je kind heeft je echt nog nodig om alles te verwerken en te leren omgaan met emoties en indrukken.

Hoe is het met jou?

Je denkt er misschien niet meteen aan, maar weet dat je kind alles oppikt. Ook jouw emoties. Dus hoe is het eigenlijk met jou? Heb je stress, ben je druk, bezorgd? Grote kans dat de kinderen reageren op jou als ouder. Wat jij voelt, voelt je kind en andersom. Hier kun je ook gebruik van maken! Door eerst zelf tot rust te komen. Dat kun je al doen door even diep adem te halen of samen een bad te nemen. Zo draag je de rust over aan je kind waardoor er én verbinding én slaap komt. Of probeer eens mindfulness voor jonge kinderen.

Slaaptransitie: minder slaapjes

Dat betekent dat ze van vier, naar drie, van drie naar twee of van twee naar één slaapje kunnen gaan of helemaal geen slaapjes meer overdag doen. Het hoeft trouwens niet meteen in één dag. Ze mogen best de ene dag nog in hun oude patroon en de volgende dag weer het nieuwe, vaar hierin mee met je kind en let op de wakkertijden. Probeer alles een beetje te verschuiven, waardoor ze uiteindelijk in hun nieuwe ritme komen. Stop ook niet te vroeg met zo’n slaapje, je kind kan deze vaak pas laten vervallen als de slaapontwikkeling zo ver is.

Je kind is nog niet moe

Peuters barsten vaak van energie. Als ze geen kans hebben gehad om te spelen en die overtollige energie te verbranden, zijn ze wellicht niet moe wanneer bedtijd nadert. Slapen doe je namelijk ook op slaapdrang en daarvoor wil je bezig zijn geweest. Sommige goedbedoelende ouders proberen hun kinderen uit te putten door ze door het huis te laten rennen, voordat het tijd is om te gaan slapen. Toch is er een fijne lijn tussen erg energiek zijn en oververmoeid raken. Als je die grens overschrijdt, kan het zijn dat je kind juist niet in slaap valt, omdat het zo uitgeput is dat het niet weet hoe het moet ontspannen of omdat het nog helemaal ‘aan’ staat en zo niet in de slaapstand komt. Volg de ritmes en wakkertijden, zodat je weet wanneer het ongeveer tijd is om te gaan slapen en bouw tijdens de wakkertijd af naar rust. Zo komt er slaap.

Er is iets anders aan de hand

Kan het niets van bovenstaande zijn en twijfel je? Ga dan gerust naar je huisarts of schakel de hulp van een holistische kinderslaapcoach in. Juist zij kunnen met je meedenken en zoeken naar de oorzaak, wat juist bij jonge kinderen vaak niet bij het slaapsysteem ligt maar eerder in onrust, ontwikkeling, regulatie, gedrag en zoveel meer. Daarom is het beter om naar het geheel te kijken. Beter het zekere voor het onzekere.

10 tips als je kind niet wil slapen

Nu we de mogelijke oorzaken hebben besproken, vraag je je waarschijnlijk af hoe je het probleem oplost. Hoe krijg je je kind weer in slaap? We delen tien tips.

1. Weggaan en weer terugleggen in bed

Tijdrovend, maar efficiënt: in bed leggen, geruststellen, weggaan en bij huilen weer teruggaan en dit alles herhalen. Op die manier leert je kind dat huilen geen zin heeft om niet te hoeven slapen, maar laat je ‘m ook niet alleen jengelen. Nadeel: kost heel veel tijd en energie én werkt voor een groep, niet voor alle kinderen. Bovendien leert je kind hiermee ook dat communiceren geen zin heeft en dat is niet zo goed voor de hechting. Gebruik wegleggen en oppakken alleen als je je kind al naar bed hebt gebracht en hij toch weer wakker wordt. Juist door jouw troost komt er rust.

2. Bij hem zitten en de dag doorspreken

Vervolgens zeggen: ‘Ik ben over twee minuten terug’, weggaan en weer terugkomen. Dan weer kletsen en zeggen: ‘Ik ben over vijf minuten terug.’ Maak het moment steeds langer en bouw vertrouwen op dat je terugkomt. Uiteindelijk valt je kind dan wel in slaap. Dit kun je ook doen door bijvoorbeeld wat te rommelen boven, zo hoort je kind je wel (veiligheid) maar kan hij toch zelf slapen. Kom wel altijd terug als je dit hebt beloofd, dus ook als je kind rustig is. Je wilt immers consequent zijn, zodat er vertrouwen is.

3. Zorg voor een goede bedtijd

Als er overdag nog wordt geslapen, is de bedtijd wat later. Maar is dat slaapje overgeslagen of kort? Dan dus eerder! Te vaak wil men te snel een vroege bedtijd, want dan heb je de avond ‘terug, maar hiermee raak je juist de avond kwijt. Op een slaapje overdag gebruik je het 5-5 ritme (08.00 wakker = 13.00 slapen. 15.00 wakker - 20.00 slapen bijvoorbeeld). Is je kind ouder dan twee? Ga dan voor het 6-6 ritme, zo went hij namelijk al aan langer wakker zijn (meer slaapdruk) En doet ‘hij geen slaapje meer? Dan wordt de avondbedtijd dus vroeg(er). Eigenlijk slaapt hij dan verder volgens het 12-12 ritme: 07.00 de dag starten = 19.00 naar bed.

4. Consequent bedtijdritueel

Een vast bedtijdritueel helpt je kind om in slaap te vallen. Zorg ervoor dat het elke avond hetzelfde is, zodat je kind weet wat hij kan verwachten.

5. Monsters onder het bed

Check of je kind angsten heeft. Misschien is er iets gebeurd? Een spannend verhaal dat voorgelezen is of pesterijen? Of is je kind bang dat jou iets overkomt. Een kleine, verkeerde opmerking is soms al genoeg. Is een kind stout geweest en wordt hij hierop vaak aangesproken (jij bent stom, jij bent stout), kan dat heel groot en slaapverstorend werken. Spreek altijd gedrag aan (jij doet stom). Zijn er verbeeldingsangsten, zoals een monster onder het bed? Neem ze serieus. Een monster is heel echt voor een kind. Check onze tips bij bang zijn in het donker of schakel eventueel hulp in van een (holistisch) kinderslaapcoach.

6. Rustmomenten overdag

Geef je kind voldoende rustmomenten overdag, ook als hij geen slaapje meer doet. Een rustige activiteit helpt je kind om te ontspannen, zodat hij gemakkelijker in slaap valt. Ook als er geen dagslaapje meer is, kan je kind niet 24/7 ‘aan staan’.

7. Laat je kind kiezen

Geef je kind wat keuzevrijheid. Dit helpt hem zich meer in controle te voelen, wat vooral belangrijk is tijdens de peuterfase. Laat je kind bijvoorbeeld kiezen tussen twee boekjes of welke jas hij wil dragen.

8. Slaaptools

Ook een goede: werk met pedagogische slaaptools. Denk aan een dagritmekaart, een strippenkaart om eisen in te willigen bij bedtijdverzet of een beloningssysteem voor goed gedrag rondom slapen.

9. White noise

Wist je dat white noise (witte ruis) niet alleen voor baby’s is? Het kan ook fijn zijn voor peuters. Een van de redenen hiervoor is dat white noise scherpe geluiden, zoals een veel te luide tv of het lawaaiige voorbijrazende verkeer, kan dempen, die hen gemakkelijk uit hun slaap kunnen halen. Zo kan bijvoorbeeld het geluid van de vaatwasser dienen als een vorm van white noise. Zodra de vaatwasser aangaat, kruipt je kind lekker weg en valt meteen in slaap. Let er wel op dat de geluiden bij slaap horen. Een waterval bijvoorbeeld doet dit niet en brengt alleen maar een geprikkelde blaas, waardoor slaap later komt. Kijk ook uit als je je telefoon gebruikt, dit vervormd vaak het geluid waardoor het geen effect meer heeft. White noise werkt pas echt als het boven de 60 decibel uitkomt en vaak nog meer, wat weer te hard kan zijn voor kleine kinderen. Gebruik het dus met verstand en alleen als je storende geluiden in de omgeving hebt, zoals een razende trein, een drukke straat.

10. Snel handelen

Als je kind steeds weer uit bed gaat, handel dan snel. Als hij uit bed blijft komen, stop hem dan meteen weer in. Blijf er ook bij en ga niet straffen. Onderzoek waarom je kind steeds uit bed komt en biedt oplossingen die inspelen op de ontwikkelfase van je kind, zoals knuffels die kunnen helpen.

Lees ook: 4 tips wanneer je kind echt niet wil slapen (en jij dit dus ook niet kunt)

Hoeveel slaap heeft je kind nodig?

  • Voor peuters van 1 en 2 jaar oud is over het algemeen 11 tot 14 uur slaap per dag aanbevolen. Bijvoorbeeld, een tweejarig kind kan meestal overdag een dutje van twee uur doen en ’s nachts ongeveer 12 uur slapen.
  • Voor iets oudere kinderen tussen de 3 en 5 jaar oud wordt meestal geadviseerd om tussen de 10 en 13 uur slaap per 24 uur te krijgen, waarbij tussen 3 en 4 jaar bij een groep kinderen (niet allemaal) nog een slaapje overdag nodig is.

Het exacte aantal benodigde uren slaap kan sterk variëren van kind tot kind. Kijk dus goed naar kind en kijk wat voor hem het beste werkt. Slaap kan ook beïnvloed worden door verschillende factoren, zoals ziekte of een mindere dag en het seizoen (want in de winter wil je meer slapen).

Wat als mijn kind te weinig slaapt?

Als je merkt dat je kind aanzienlijk minder slaap krijgt dan aanbevolen, is het raadzaam om contact op te nemen met je huisarts of een kinderslaapcoach. Door te weinig slaap kunnen kinderen o.a. nieuwe informatie minder goed opslaan en ze kunnen zich ook minder goed concentreren. Een arts of deskundige kan kijken of er een andere (medische) oorzaak is voor het slaaptekort.

Ontdek meer tips en adviezen van deskundige Stephanie Molenaar.

Beeld: iStock.com/Halfpoint

Alles over de groei en ontwikkeling van jouw kind

Groeikalender