Vooraf

Vertel je kind op een rustig moment dat hij uit logeren gaat. Waarschijnlijk heeft hij veel vragen: waar gaan jullie naar toe, wat gaan jullie doen, waarom kan hij niet mee en wanneer komen jullie terug? Je kunt je kind het beste op een luchtige manier alles vertellen wat hij wil weten. Probeer te voorkomen dat hij onzeker of zenuwachtig wordt en stel hem zo goed mogelijk gerust.

Als je kind niet gewend is om uit logeren te gaan, kunnen jullie eerst een keer samen blijven slapen op het logeeradres. Je kunt het ook langzaam opbouwen door je kind er eerst overdag alleen te laten. Of hem er een keer te laten logeren als jullie zelf thuis zijn. Als hij dan ‘s nachts in paniek raakt en per se naar huis wil, kan dat. Kies dan voor de zekerheid een logeeradres dat niet te ver weg is.

Vertrouwd adres

Je kind voelt zich meer thuis op een plek die hij al goed kent: bij opa en oma bijvoorbeeld. Maar ook in een vertrouwde omgeving gaan dingen anders dan thuis en zijn er andere regels. Thuis mag je kind misschien met zijn schoenen op de bank, maar bij oma niet. Het toilet werkt anders en er hangen bijvoorbeeld gordijnen voor de ramen in plaats van rolgordijntjes.

Het is belangrijk dat je als ouder alle vertrouwen hebt in het logeeradres, zodat je je niet onnodig ongerust hoeft te maken. Het is altijd verstandig om vooraf duidelijke afspraken te maken en zoveel mogelijk te vertellen over het bedritueel en de gewoonten van je kind.

Iets eigens

Als je kleintje iets vertrouwds meeneemt, lijkt thuis niet meer zo ver weg. Natuurlijk gaat zijn knuffel mee en eventueel nog wat speelgoed. Vertrouwde voorleesboeken werken voor het slapengaan heel rustgevend. Misschien wil je kind graag zijn eigen kussen meenemen, of een foto van papa en mama.

Als een broertje of zusje mee gaat logeren, is het allemaal wat minder eng. Voor het slapengaan kun je je kind even bellen, om hem zelf welterusten te wensen. Misschien vindt hij het leuk om jullie te bellen. Als jullie langere tijd weggaan, vindt hij het fijn om vaak iets van jullie te horen; stuur hem bijvoorbeeld elke dag een kaart. Het kan geruststellend werken als je hem iets van jezelf geeft waar hij op moet passen, bijvoorbeeld een doosje, of een videopasje uit je portemonnee.

Omgaan met heimwee

Logeren moet je leren! En dat lukt niet altijd meteen. Ook al vindt je kind het van tevoren prachtig, als hij alleen achterblijft, kan een logeerpartij flink tegenvallen. Forceer daarom niets, maar blijf hem stimuleren. Als het voor het eerst goed gaat, is hij reuze trots op zichzelf.

Als hij heimwee heeft en niet naar huis kan, is het belangrijk dat degene bij wie hij logeert hem niet probeert af te leiden. Je kind wil graag worden gerustgesteld en heeft even tijd nodig. Als hij kan vertellen over thuis, zal dat hem weer kalmeren.