Troosten
Een aai over zijn bol, een zoen op zijn voorhoofd, een knuffel of een paar lieve woorden: je kind troosten doe je vaak instinctief. Meestal zijn deze gebaren voldoende om je kleine te troosten. Laat je kind merken dat je met hem meeleeft. Hij voelt zich getroost als je hem laat weten dat je hem begrijpt en dat jij zelf ook verdrietig zou zijn. Overigens is het belangrijk dat je erop let dat je ook weer niet té veel met hem meeleeft. Dan bestaat de kans dat hij zelfmedelijden krijgt en de martelaar gaat uithangen.
Breng zijn gevoel onder woorden
Je kind kan zijn gevoel nog niet altijd onder woorden brengen. Als hij pijn heeft of zich niet lekker voelt, kan hij dat soms alleen maar aan je laten merken door te gaan huilen. Dan is het goed als je zijn verdriet onder woorden probeert te brengen. Als je tegen hem zegt: “Je moet huilen, omdat je je niet zo lekker voelt, hè?”, weet hij dat jij hem begrijpt en dat is een troostende gedachte.
Geef zijn verdriet de ruimte
Het is heel belangrijk dat je het verdriet van je kind de ruimte geeft. Als hij verdrietig is, laat hem dan gewoon uithuilen. Maak hem duidelijk dat hij zich niet hoeft te schamen voor zijn tranen en dat hij zijn verdriet niet hoeft op te kroppen.
Onderdruk zijn verdriet niet
Probeer ervoor te zorgen dat je niet over het verdriet van je kind heenstapt, als dat duidelijk aanwezig is. Zeg je tegen hem dat hij niet moet huilen, dan vraag je hem eigenlijk zijn gevoelens stop te zetten. Ook als je tegen hem zegt: “Lieverd, niet huilen, je bent toch al groot?”, geef je hem het idee dat je zijn gevoelens niet belangrijk vindt.
Blijf rustig
Tenslotte is het belangrijk dat je rustig blijft als je kind over zijn toeren is. Als hij van zijn stoel valt en merkt dat jij daar vreselijk van schrikt, werkt dat niet erg geruststellend. Zorg dat je een rots in de branding voor hem bent. Dat kun je doen door te proberen kalm te blijven, zowel in je woorden als in je lichaamstaal.