Waarom liegt mijn kind?

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je kind lieg. Wees niet bang: het is niet daadwerkelijk liegen zoals wij volwassenen dat zouden kunnen doen. Kinderen kunnen zich nog niet echt inleven in een ander (ze weten nog niet wat degene aan wie ze de leugen vertellen wel en niet weet), dus het is meer jokken. Hun verbeelding kan door de werkelijkheid heen lopen of ze hebben een bepaalde angst, bijvoorbeeld om gestraft te worden.

4x wat kun je doen als je kind liegt?

Iedere leugen vergt eigenlijk een andere aanpak van jou als ouder. Kijk dus goed naar waarom je kind liegt: is ‘ie bang? Ben je veeleisend? Dan kun je daarop anticiperen. Hieronder lees je tips voor wat je kunt doen als je kind liegt.

1. Maak het gemakkelijk voor je kind om niet te liegen

Als je kind iets stouts heeft gedaan, is het belangrijk dat je het hem gemakkelijk maakt om de waarheid te vertellen. Als jij bij voorbaat al laat merken dat je boos op hem wordt wanneer hij zijn fout bekent, zal hij waarschijnlijk snel zijn toevlucht in een leugentje zoeken. Het is ook belangrijk om ervoor te zorgen dat het voor je kind de moeite waard is om de waarheid te vertellen. Als hij bekent dat hij iets stouts heeft gedaan, kun je dus beter niet in woede ontsteken. Je kunt beter proberen om begripvol te reageren. Zo verklein je de kans dat je kind toch gaat liegen.

2. Stel niet te hoge eisen

Het is verstandig om erop te letten dat je niet al te hoge eisen aan je kind stelt. Als je heel streng bent, is de kans groot dat hij de regels overtreedt. Dan gaat je kind misschien liegen, in de hoop dat jij niet merkt dat hij zich niet aan de regels heeft gehouden. Probeer je kind dus niet te vaak te straffen. Wanneer je je kind vaak straft, wordt hij aangemoedigd om te liegen, om zichzelf op die manier tegen verdere straffen te beschermen. Hoe minder vaak je hem straft, des te kleiner is de kans dat hij leuks aan je vertelt.

3. Geef het goede voorbeeld

Als je wilt dat je kind leert om eerlijk te zijn, is het van groot belang dat jij hem het goede voorbeeld geeft. Probeer daarom zelf ook eerlijk te zijn. Beloof je kind bijvoorbeeld niets waarvan je van tevoren al weet dat je het niet kunt waarmaken. Zeg bijvoorbeeld niet tegen hem dat jodium niet prikt, als je weet dat het wel zal prikken. Lieg ook niet tegen een ander in het bijzijn van je kind. Zelfs leugentjes om bestwil kun je beter vermijden. Je kind heeft het op den duur door als je niet de waarheid spreekt. Uiteindelijk is liegen toch vaak een kwestie van het imiteren van de ouders. Als jij zelf een keer jokt en je wordt betrapt door je kind, probeer dan geen uitvluchten te bedenken. Geef gewoon toe dat je een fout hebt gemaakt. Dit maakt het voor hem makkelijker om het in eenzelfde situatie ook toe te geven.

4. Blijf je kind vertrouwen, ondanks een leugen

Tenslotte is het heel belangrijk dat je je kind blijft vertrouwen. Als hij één keer liegt, wantrouw hem dan niet meteen in alles. Vertrouwen en eerlijkheid zijn namelijk onafscheidelijk. Als je eerlijk bent, word je vertrouwd en als je wordt vertrouwd, ben je eerlijk. Een kind dat nooit wordt geloofd, zal dus veel vaker liegen.