7 manieren om strijd te voorkomen

De fase waarin je kleine zo lastig is bij het aankleden en er steeds strijd ontstaat, zal vanzelf overgaan als hij ouder wordt. Tot die tijd kun je proberen om zo goed mogelijk met deze situatie om te gaan, dat is zowel voor jezelf als voor je kleine prettiger.

1. Laat je kind (mee)beslissen

Je kind zal het prachtig vinden als hij zelf mag bepalen wat hij aantrekt. Help hem een handje door twee of drie setjes kleding te selecteren waaruit hij mag kiezen. Je kunt dit ook de avond van tevoren doen. Dan heb je misschien zelf meer tijd en bovendien is je kind dan slaperig, waardoor hij sneller tevreden is. Je kunt ook afspreken dat jij de broek uitkiest en je kind de trui. Je kleine zal trots zijn op zijn eigen inbreng. Het is goed voor zijn zelfbeeld en zelfvertrouwen om zelf zijn kleren uit te kiezen.

2. Berg de onbruikbare kleding op

Om te voorkomen dat je kind erop staat om ‘s zomers zijn favoriete wollen trui aan te doen, kun je beter alleen de kleren van het seizoen in zijn kast leggen. Ook skipakken, regenjassen en dergelijke kun je beter apart bewaren. Zo wordt het wat overzichtelijker voor je kind en voorkom je dat je steeds ’nee’ moet zeggen.

3. Koop meerdere exemplaren van zijn lievelingskleren

Sommige kinderen willen altijd dezelfde broek of trui aan. Hun vertrouwde kleding geeft ze een gevoel van zekerheid en veiligheid. Dat de rafels er na verloop van tijd aan hangen, zal ze niet veel kunnen schelen. Als deze kleren nog verkrijgbaar zijn, kun je een paar extra exemplaren kopen, eventueel in een grotere maat.

4. Laat je kind meehelpen

Misschien maakt het je kind niet uit welke kleren hij draagt, maar heeft hij een hekel aan het aankleden. Als je hem het gevoel geeft dat je het ‘samen’ doet, zal hij het misschien minder erg vinden. Stimuleer je kind om mee te helpen en prijs hem als hij dat doet. Makkelijke kleding, zoals een broek met een tailleband van elastiek, kan hij zelf aantrekken. Zachte wijde kleding die comfortabel zit, kan zijn afkeer van aankleden verminderen. Om het aankleden soepel en snel te laten verlopen, kun je je kleine op schoot aankleden en vooraf alle kleren binnen handbereik leggen. Als je kind steeds wegrent, kun je hem bijvoorbeeld op een stoel laten staan, zodat hij niet weg kan lopen.

5. Versier de kleding van je kleine

Je kunt de kleren van je kind uniek maken door bijvoorbeeld zijn naam op een trui te zetten. Van veel bekende stripfiguren kun je samen stoffen versieringen uitzoeken die je op zijn kleren naait. Let erop dat je kleren koopt in kleuren waar je kind van houdt. Misschien zet hij zijn muts wél graag op als er een belletje aanzit, of grote berenoren.

6. Afleiden en kalmeren

Het is belangrijk dat je zelf rustig blijft tijdens het aankleden. Probeer positief te zijn, knuffel even met je kind en leidt hem tijdens het aankleden af met gesprekjes. Je kunt bijvoorbeeld vertellen wat jullie buiten gaan doen. Van aankleden kun je ook een spelletje maken. Als je zijn handjes en voetjes in een mouw of broek stopt, vraag je “Waar zijn ze nu gebleven?” Daarna kun je samen in je handen klappen. Misschien vindt je kleine het leuk om zelf zijn beer of pop aan te kleden. Of je trekt zelf ook een trui aan en laat zo zien dat jij je ook moet aankleden.

7. Een compromis sluiten

Het is voor jou en je kleine het makkelijkst als je hem de vrijheid geeft, binnen redelijke grenzen. Een T-shirt in de winter kan natuurlijk niet. Maar onder een warme trui of vest kan dat best. Laat hem zien dat iedereen kleren aan moet en wees consequent. Als mama zonder hem boodschappen gaat doen omdat hij geen jas aan wil, zal hij de volgende keer misschien toch maar die jas aantrekken.

Bedenk dat je kind is begonnen met het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid en smaak. Schaam je niet voor de soms ‘creatieve’ keuzes van je kind; hij is niet de eerste die een eigen willetje heeft wat kleding betreft! Veel belonen en complimenteren bij een goede keuze zal zijn zelfvertrouwen juist vergroten.

Mocht niets helpen, wees dan resoluut en zeg dat aankleden nu eenmaal moet. Kleed je kind vervolgens zo snel mogelijk aan en leid hem daarna gauw af met iets leuks. Als je samen een bepaalde routine hebt opgebouwd, is dat voor allebei het makkelijkst.