Naar de basisschool

De overgang van peuterspeelzaal naar basisschool is voor je kind een grote stap. Ineens ziet hij zijn vriendjes van de speelzaal niet meer en komt hij tussen allemaal nieuwe kinderen terecht. Misschien krijgt hij in die grote groep ‘vreemde’ kinderen wel een beetje heimwee. Maar meestal duurt dit niet zo lang. Maak je hier niet te veel zorgen om.

Verlegen

Als je kind heel verlegen is, durft hij misschien niet aan andere kinderen te vragen of ze bij hem willen spelen. Dan kan het een oplossing zijn als jij zelf contact legt, door ouders van klasgenootjes op te bellen en een speelafspraak te maken. Als je hierbij voor een kind kiest waarvan je weet dat jouw kind hem aardig vindt, komt het met het contact tussen die twee wel goed.

Het is belangrijk dat je je kind nooit dwingt om vriendjes te maken. Je helpt hem niet wanneer je hem naar een paar andere kinderen toe duwt. Hij heeft er meer aan wanneer je zijn zelfvertrouwen langzaam steeds groter maakt, net zolang tot hij zelf genoeg moed heeft verzameld.

Agressief of bazig

In plaats van verlegen kan je kind ook een beetje bazig of agressief zijn. Deze karaktertrekjes kunnen een hindernis zijn bij het maken van vriendjes. Je kunt hem het beste uitleggen dat andere kinderen niet graag met bazige of agressieve kinderen spelen. Maak hem duidelijk dat andere kinderen hem niet aardig vinden als hij ze slaat, of dat ze het niet leuk vinden wanneer hij de baas over ze wil spelen. Vervolgens kun je maatregelen treffen om met deze eigenschappen om te gaan.

In de steek gelaten

Als je kind door zijn vriend in de steek wordt gelaten, vind je dit waarschijnlijk heel zielig voor je kleine. Misschien heb je het gevoel dat kinderen erg hard zijn voor elkaar. Maar kindervriendschappen zijn nu eenmaal vaak heel vluchtig. Als een jong kind een ander kind ziet dat bijvoorbeeld mooier speelgoed heeft, zal hij zijn oorspronkelijke vriendje misschien snel vergeten. Hij snapt niet dat dat vriendje zich daardoor eenzaam voelt. Maak je hier niet te veel zorgen over. Waarschijnlijk heeft jouw kind ook wel eens een vriendje ‘ingeruild’.

Vriendjes in de buurt

Naast vriendjes op school is het ook belangrijk voor je kind om vriendjes te hebben in de buurt van zijn huis. Met die vriendjes kan hij namelijk ook in het weekend spelen. Maar misschien wonen jullie wel in een drukke straat en heeft je kind daarom niet vaak de kans om buiten te spelen en andere kinderen te ontmoeten. Als er andere kinderen bij jullie in de buurt wonen die je kind niet kent, is het misschien een idee om die kinderen samen met hun moeder een keer bij je thuis uit te nodigen. Je kind krijgt hierdoor vriendjes en jij misschien kennissen met wie je rij- en speelafspraken kunt maken.

Geen aansluiting vinden

Wanneer je kind geen aansluiting kan krijgen bij andere kinderen en ondanks al jouw pogingen eenzaam blijft, is het belangrijk om hier serieus mee om te gaan. In dat geval zou het goed zijn om eens met zijn leerkracht te praten. Waarschijnlijk kan hij je wel vertellen waarom je kind geen vriendjes heeft en wat je daaraan kunt doen.

Maak je geen zorgen

In sommige gevallen kun je je kind dus een handje helpen bij het maken van vriendjes. Maar er zijn ook situaties waarin je je geen zorgen hoeft te maken wanneer je kind een keer alleen staat, bijvoorbeeld in de pauze van school. Als je kind zich in de klas prettig voelt, zal hij zich ook op het schoolplein snel thuis voelen. Laat hem in dat geval ook liever niet merken dat je het zielig voor hem vindt dat hij alleen staat. Dat is niet goed voor zijn zelfvertrouwen. Wel is het goed om hem het vertrouwen te geven dat hij op de nieuwe school ook vriendjes zal krijgen.

Tenslotte is het belangrijk om te beseffen dat jonge kinderen zich vaak niet meteen vol enthousiasme ergens aan overgeven. Veel kinderen willen eerst even de kat uit de boom kijken, voordat ze zich ergens vol overgave instorten. Ga er daarom niet meteen van uit dat je kind moeite heeft met vriendjes maken wanneer hij een keer in zijn eentje aan de kant staat.