
5 verschillende schooltypes met een speciale onderwijsmethode
Als het gaat om het kiezen van een school voor je kind, kom je verschillende schooltypes tegen met elk hun eigen onderwijsmethode. Het is belangrijk om te begrijpen welke mogelijkheden er zijn, zodat je een weloverwogen keuze kunt maken. Laten we eens kijken naar de belangrijkste schooltypes en hun onderwijsconcepten: Vrijeschool, Montessori, Dalton, Jenaplan en Freinet.
Welke soorten basisscholen zijn er?
Elk schooltype heeft zijn eigen unieke benadering van onderwijs, dus het is belangrijk om te bepalen welke methode het beste past bij de behoeften en interesses van jouw kind. In Nederland heb je de volgende basisschooltypes:
- Basisscholen voor openbaar onderwijs (open voor ieder kind, volgt geen godsdienst of levensbeschouwing)
- Basisscholen die uitgaan van een godsdienst of levensovertuiging (o.a. katholiek, islamitisch, joods)
- Basisscholen met een bepaalde onderwijsmethode (o.a. vrijeschool, jenaplan)
- Brede scholen met extra activiteiten (sport, muziek, extra taalles)
- Basisscholen voor kinderen met extra ondersteuning (speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs)
5 speciale onderwijsmethoden uitgelegd
We gaan in dit artikel verder in op scholen met speciale onderwijsmethoden. Het gaat om:
Vrijeschool
De vrijeschool werkt volgens de antroposofische werkwijze van Rudolf Steiner. Deze school richt zich op de totale ontwikkeling van het kind: het hoofd (denken), het hart (voelen) en de handen (maken). Persoonlijkheidsvorming, natuur, muziek, filosofie en creativiteit spelen een belangrijke rol. Tot de leeftijd van 7 jaar ligt de nadruk op spelend leren. Van 7 tot 14 jaar leren kinderen door middel van beelden en ervaringen. De lessen zijn klassikaal en de klas en leerkracht blijven gedurende deze periode bij elkaar. Een belangrijk onderdeel van de vrijeschool is euritmie, waarbij woorden worden gecombineerd met beweging, klank en ritme. Vanaf 14 jaar is er meer ruimte voor filosofie. De rol van de leerkracht verschuift van expert naar adviseur en uiteindelijk naar begeleider. Voor meer informatie kun je terecht op de website van de Vereniging van vrijescholen.
Jenaplan
Het Jenaplanonderwijs richt zich op het idee dat kinderen samen de wereld ontdekken door dingen zelf te ontdekken en te onderzoeken. Relaties spelen daarbij een belangrijke rol: de relatie met zichzelf, met anderen en de relatie met de wereld. In kringgesprekken kunnen leerlingen zelf thema’s aandragen, waarop ze vervolgens gaan onderzoeken. Naast het leren van feiten, lezen, schrijven en rekenen, hecht het Jenaplanonderwijs veel waarde aan de ontwikkeling van creativiteit en sociaal-emotionele vaardigheden. Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in een groep op een Jenaplanschool. Er wordt gewerkt met een weekschema waarin tijd is voor kringgesprekken, zelfstandig werken, samenwerken aan een thema, creatieve vakken en vieringen. Ook op een Jenaplanschool werken leerlingen meestal zelfstandig met dag- of weektaken. Voor meer informatie kun je terecht op de website van de Nederlandse Jenaplanvereniging.
Dalton
Op een Daltonschool wordt de nadruk gelegd op keuzevrijheid voor de leerling, samenwerking en de ontwikkeling van zelfstandigheid. Ook hier krijgen leerlingen dag- of weektaken en mogen ze zelf plannen wanneer ze de opdrachten uitvoeren. Doelmatigheid en reflectie spelen een belangrijke rol binnen het Daltononderwijs. De opdrachten bieden vaak iets meer kaders dan binnen het Montessori-onderwijs, bijvoorbeeld over hoe de opdracht moet worden uitgevoerd of over de samenwerking met andere leerlingen. Ook binnen het Daltononderwijs krijgen leerlingen opdrachten die passen bij hun niveau. Leerlingen zitten wel in groepen met kinderen van dezelfde leeftijd. Voor meer informatie kun je terecht op de website van de Nederlandse Dalton Vereniging.
Montessori
Bij Montessori-onderwijs staat zelfstandigheid centraal. Kinderen krijgen taken die ze binnen een bepaalde periode moeten afronden. In de kleuterperiode krijgen ze dagtaken en later werken ze met weektaken. Kinderen beslissen zelf waar, wanneer en met wie ze de opdrachten uitvoeren. De Montessori-leerkracht fungeert als begeleider en is speciaal opgeleid om ervoor te zorgen dat elk kind de juiste materialen krijgt om zich op zijn eigen niveau te ontwikkelen. Het gaat er niet om dat een kind voor- of achterloopt op de groep, maar dat het kind zelf vooruitgaat. Daarom worden er geen cijfers gegeven. De leerkracht houdt wel bij welke stappen het kind in zijn ontwikkeling heeft gezet. Een Montessori-groep bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden: van 3/4 tot 6 jaar, van 6 tot 9 jaar en van 9 tot 12 jaar. Voor meer informatie kun je terecht op de website van de Nederlandse Montessori Vereniging.
Freinet
Op een Freinetschool vormen de ervaringen van kinderen het uitgangspunt van het onderwijs. Leerlingen hebben in grote mate zelf de regie over het werken in de klas. Individuele ontwikkeling is belangrijk, maar ook de interactie tussen leerlingen speelt een grote rol. Men gaat ervan uit dat kinderen in hun omgeving, thuis of op school, genoeg interessante dingen tegenkomen om enthousiast over te worden. In kringgesprekken dragen leerlingen thema’s aan die ze zelfstandig of samen met anderen gaan onderzoeken. De leerkracht brengt diepte en structuur aan in het leerproces. Een Freinetschool lijkt op een Jenaplanschool, maar er is meer vrijheid voor leerlingen en ze werken meer individueel. Ook op een Freinetschool zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep. Voor meer informatie kun je terecht op de website van de Vereniging voor Freinetpedagogie.
Basisschool zoeken in jouw buurt?
Vind alle basisscholen bij jouw in de buurt via Scholenopdekaart.nl.
Bron: Rijksoverheid, Ouders & Onderwijs