Rotavirus

Rotavirus

Het rotavirus veroorzaakt een ontsteking aan de maag en darmen. Het komt bij jonge kinderen vaak voor, meestal voor hun tweede levensjaar. Kinderen krijgen koorts, (hevige) diarree, worden misselijk en moeten overgeven.

Besmettelijkheid

Het rotavirus is heel besmettelijk en zit in ontlasting van besmette personen. Na wc-bezoek kan het virus op de wc-bril, kraan of deurklink terechtkomen en zo op handen. Via de handen kan het virus zich verspreiden: het kan bijvoorbeeld op kinderspeelgoed komen of het kan via de handen in de mond terechtkomen.

Incubatietijd

De tijd tussen besmet raken en ziek worden is 1 tot 3 dagen. Iemand is besmettelijk als hij klachten heeft. Dit duurt meestal tot 8 dagen na het begin van de klachten.

Symptomen

Niet ieder kind dat een infectie met het rotavirus heeft, wordt ziek. De eerste keer dat een kind besmet raakt zijn er meestal wel klachten, een volgende infectie geeft minder klachten. De klachten beginnen vaak plotseling. Veel voorkomende klachten zijn:

De klachten duren meestal 4 tot 9 dagen. Soms raakt een ziek kind uitgedroogd door de diarree. Het kind wordt dan meestal opgenomen in het ziekenhuis. Een besmetting met het rotavirus gaat meestal vanzelf over. Maak je je zorgen over de klachten? Overleg dan met je huisarts en laat je kind veel drinken. Dit is belangrijk om uitdroging te voorkomen.

Ook al is je kind genezen van een rotavirusinfectie, er bestaat een kans dat hij het opnieuw krijgt. De symptomen zullen een stuk minder heftig zijn dan bij de eerste infectie.

Hoe kun je een rotavirusinfectie voorkomen?

Je kunt je kind tegen deze ziekte beschermen door hem te laten vaccineren. Dit vaccin zit vanaf januari 2024 in het Rijksvaccinatieprogramma dat je kind op het consultatiebureau krijgt. Het rotavirusvaccin is geen prik, het zijn druppels die in de mond worden gegeven. Het vaccin zit in een kleine tube.

Daarnaast is het belangrijk om goed te letten op de hygiëne. Was de handen met water en zeep:

  • voor het klaarmaken van eten of flesvoeding.
  • voor het eten.
  • nadat je naar het toilet bent geweest.
  • na het verwisselen van een luier of iemand op het toilet helpen.
  • na het schoonmaken, dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt.
  • na aaien of knuffelen van dieren.
  • na hoesten, niezen of neus snuiten.

Zorg voor een schoon toilet en maak speelgoed dat kinderen in de mond nemen elke dag schoon.

Mag mijn kind naar school of de opvang?

Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of naar school. Vertel het dan wel aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht.

Lees ook: Gaby’s zoontje kreeg het rotavirus: ‘Ik heb hem nog nooit zo ziek gezien’

Bron: RIVM

Beeld: iStock.com/skynesher

Alles over de groei en ontwikkeling van jouw kind

Groeikalender