Zindelijkheidstraining: wanneer begin je en hoe?
Ieder kind wordt zindelijk in zijn eigen tempo. Net als met leren lopen en leren praten, zijn er peuters die het al vroeg onder de knie hebben en kinderen die er wat langer over doen. Het zegt niets over de intelligentie van je kind. Het is een vaardigheid die hij moet leren. Je kleine moet er gevoelsmatig gewoon aan toe zijn om deze verantwoordelijkheid te dragen. En hij bepaalt zelf wanneer dat zo is. Als je geduld hebt, zal je kind het beter leren, ook al kan dat voor veel natte broeken zorgen. Je kunt wel een aantal dingen doen die je kind helpen bij het zindelijk worden.
De meeste kinderen vertonen rond hun tweede verjaardag alle tekenen die erop wijzen dat ze eraan toe zijn om zindelijk te worden. Dan zijn ze in staat om op tijd te constateren dat ze moeten plassen of poepen en kunnen ze hun ontlasting ophouden. Een kind is gemiddeld pas tussen zijn derde en vierde jaar overdag zindelijk. ’s Nachts blijven kinderen over het algemeen pas droog tussen hun vijfde en zevende jaar.
Wanneer je begint met potjestraining, houdt dan met de volgende punten rekening:
- Begin niet met potjestraining wanneer er grote verandering in de routine zijn. Start op een rustig moment.
- Sommige ouders vinden het gemakkelijker om in de zomer te beginnen, wanneer je minder kleren uit hoeft te trekken en gewassen kleren sneller drogen.
Binnen één week zindelijk? Het kan!
Alleen al de vrolijke dierenstickers uit de Zindelijkheidsbox zal jouw kind geweldig vinden om op zijn stickerkaart te mogen plakken. Daarnaast word jij als ouder volledig begeleid door middel van coachings kaarten. Je leert welke moeilijke momenten erbij horen. Dit zorgt ervoor dat je het volhoudt.
Jij hoeft na deze week geen luiers meer te verschonen, relaxed! Dit kan met de Zindelijkheidsbox. Ook bespaar je maandelijks een leuk bedrag, een berg afval én je kind is super trots. Meer dan 20.000 ouders gingen je al voor.
Is je kind klaar voor zindelijkheidstraining? 4 signalen
Als je kind de volgende lichamelijke signalen laat zien en in zijn gedrag de volgende eigenschappen vertoont, is hij klaar voor zindelijkheidstraining.
1. Fysieke beheersing
Voordat je peuter kan beginnen aan zijn zindelijkheidstraining, moet hij fysiek in staat zijn om zijn sluitspieren te beheersen. Daarnaast moet zijn blaas groot genoeg zijn om een redelijke hoeveelheid urine vast te houden, zodat hij niet langer om de haverklap moet plassen. Waarschijnlijk is dit pas na de tweede verjaardag van je kind.
2. Langere tijd droog
Wanneer de sluitspieren van je kind goed werken en zijn blaas groot genoeg is, zul je merken dat hij langer een schone luier houdt dan voorheen. Misschien wordt hij steeds vaker wakker uit zijn middagslaapje zonder dat je hem hoeft te verschonen. Zeker wanneer je peuter regelmatig langer dan een uur of twee droog blijft, kun je ervan op aan dat hij er fysiek aan toe is om zindelijk te worden.
3. Bewust van de ontlasting
Baby’s en heel jonge kinderen zijn zich er niet van bewust dat ze plassen of poepen. Dat komt over het algemeen pas wanneer ze 15 maanden of ouder zijn. Tegen die tijd merk je ineens dat je kind zich anders gaat gedragen wanneer hij iets in zijn luier doet. Hij houdt plotseling op met spelen, kijkt verschrikt op of verstopt zich misschien ergens stiekem in een hoekje. Dit besef is noodzakelijk voor een succesvolle zindelijkheidstraining.
4. Afkeer van ontlasting
Jonge peuters vinden het geweldig om met hun ontlasting te spelen. Ze zijn apetrots op wat hun lichaam uit zichzelf heeft geproduceerd. Bovendien vinden ze het lekker aanvoelen in hun handjes. Je kind is er pas aan toe om zindelijk te worden, wanneer deze fase voorbij is en hij juist een afkeer voor zijn ontlasting lijkt te ontwikkelen. Nu wil hij alleen nog maar schone luiers om zijn billen.
11 tips voor zindelijkheidstraining
Zindelijk worden is iets dat je peuter zelf moet leren. Jij kunt hem daarbij helpen, maar uiteindelijk is het iets dat je peuter zelfstandig moet doen. Een goed begin is het halve werk, dus daarom hier elf tips die je kunt gebruiken bij de zindelijkheidstraining van je kind.
1. Kennismaken met potje
Stap één van de zindelijkheidstraining bestaat uit de kennismaking met het potje. Deze kun je het beste terloops introduceren. Zet hem gewoon in de kamer en laat je peuter ermee spelen. Vertel een paar keer waar hij voor dient. Zo raakt je peuter alvast vertrouwd met het potje en wek je zijn nieuwsgierigheid. Misschien wil hij dan uit zichzelf wel een keer proberen om erop te plassen.
2. Laat zien hoe het moet
Niets is duidelijker dan een praktijkvoorbeeld. Je kunt je je peuter laten zien welke handelingen jij op het toilet verricht. Vertel daarbij dat de wc eigenlijk hetzelfde is als het potje en dat hij deze later ook zal gaan gebruiken. Laat je kind eerst aan het potje wennen. Laat zien waar het potje voor dient dit kan bijvoorbeeld met speelgoed. Een ouder broertje of zusje zou het eventueel voor kunnen doen. Kinderen leren door te kijken en te kopiëren.
3. Handel op het juiste moment
In het begin is het belangrijk om goed op je peuter te letten en zijn signalen juist te interpreteren. Als je aan hem ziet dat hij moet plassen of poepen, kun je hem voorstellen om op het potje te gaan zitten. Werkt hij mee, dan is de kans groot dat er ook werkelijk iets in het potje terechtkomt. Zo leert hij het verband zien tussen zijn aandrang en het potje. Zelfs als hij al is begonnen, kan hij halverwege toch nog op het potje gaan zitten. Je kunt je kind aanmoedigen om na de maaltijd op het potje te gaan zitten, want het verteren van voedsel leidt vaak tot aandrang om te poepen. Een boek om naar te kijken of speelgoed om mee te spelen, kan je kind helpen om stil te zitten op het potje.
4. Gebruik zindelijkheidsbroekjes
Wegwerp- of wasbare zindelijkheidsbroekjes (ook wel pull-ups genoemd) kunnen handig zijn wanneer je met de zindelijkheidstraining begint. Het kan je kind vertrouwen geven wanneer het tijd is om luiers in te ruilen voor ‘volwassen’ onderbroeken. Ze zuigen de plas niet zo goed op als wegwerpluiers, zodat je kind gemakkelijker merkt wanneer het nat is.
5. Eerst overdag zindelijk
Zorg dat je kind eerst overdag zindelijk is, voordat je aan de nachtelijke zindelijkheidstraining begint. Er zullen zeker een paar ongelukjes gebeuren, dus een waterdicht laken om het matras van je kind te beschermen, is een goed idee.
6. Plan plaspauzes
Laat je kind om de twee uur een paar minuten zonder luier op de potjesstoel of het toilet zitten, ook ’s ochtend vroeg en direct na het dutje. Blijf bij je kind en lees samen een boek of speel met een speeltje terwijl hij of zij zit. Laat je kind opstaan als hij dat wil.
7. Zonder luier laten lopen
Je kind thuis laten rondlopen zonder luier kan helpen om de hem bewuster te maken van zijn eigen urine. Plas is moeilijker te negeren als het langs zijn benen loopt. Wanneer je je peuter zo nu en dan met blote billetjes laat rondlopen, heeft dat twee voordelen:
Allereerst leert hij zijn lichaamsfuncties zo beter kennen. Als hij voelt dat hij moet en vervolgens ziet wat er gebeurt, begrijpt hij ook beter wat hij op het potje moet doen.
Bovendien kan hij meteen op het potje gaan zitten als hij aandrang heeft, zonder dat hij iets uit hoeft te trekken. Houd er wel rekening mee dat het ook een paar keer mis zal gaan en laat je peuter dus spelen op een vuilbestendige vloer.
8. Beloning zindelijkheid
Doe je best om zo min mogelijk druk op je kind uit te oefenen. Het werkt vaak het beste als je het zindelijk worden presenteert als een natuurlijk proces dat als vanzelf verloopt. Maak er dus geen groot feest van als je kind netjes in het potje heeft geplast, maar prijs hem op een normale toon. Stimulansen zoals stickerkaarten met beloningen nadat hij een bepaald aantal heeft verdiend, kunnen goed werken. Straf je kind niet, want dat kan averechts werken en ervoor zorgen dat hij zich nog meer verzet tegen zindelijk worden. Val niet uit als het weer een keer misgaat, maar stel je kind gerust en ruim de rommel op zonder commentaar. Zelfs als je kind gewoon blijft zitten, prijs hem dan voor zijn poging. Herinner je kind eraan dat hij of zij het later nog eens mag proberen.
9. Laat je kind zelfstandig handelen
Om te voorkomen dat je peuter zijn zindelijkheidstraining gaat zien als een verplichting die hem door jou wordt opgelegd, kun je hem het beste zoveel mogelijk zelfstandig laten handelen. Laat hem zelf beslissen wanneer hij op het potje gaat zitten, zelf naar het potje toe loopt en zelf zijn broek uittrekt. Zo wordt de kans kleiner dat je kleine zich tegen zijn training gaat verzetten. Als je kind je echter vraagt om hem te helpen, is het beter om niet te weigeren.
10. Zindelijkheid bij jongens
Voor jongens is het vaak het beste om het plassen zittend onder de knie te krijgen, en dan over te gaan op staand plassen.
11. Houd het vooral leuk!
Het zindelijk worden zou eigenlijk een gewoon leuk proces moeten zijn voor je kind. Als extra stimulans zou je hem zijn eigen billendoekjes kunnen geven en zijn eigen zeep om na het potje zijn handjes mee te wassen.
Wanneer is je kind zindelijk?
Zindelijkheidstraining gaat meestal niet gemakkelijk of zonder hobbels. Hoewel het overbodig maken van luiers een fijn vooruitzicht kan zijn, kan het opvoedingsgeduld op de proef worden gesteld. Verlies de hoop niet, het kan ongeveer een jaar duren. De zindelijkheidstraining van je peuter lijkt misschien ontmoedigend, maar vroeg of laat zal je kleintje het onder de knie krijgen en de luiers ontgroeien.
Wil je kind niet zindelijk worden?
De meeste kinderen zijn voordat ze naar de basisschool gaan dag en nacht zindelijk. Als je kind nog niet zindelijks is en naar school gaat mag de school je kind weigeren. Het is daarom verstandig om op tijd met de school in gesprek te gaan over zindelijkheid en hier eventueel afspraken over te maken.
Is je kind op zijn zevende jaar nog niet zindelijk? Neem dan contact op met de huisarts. Er wordt dan een vragenlijst ingevuld om medische redenen uit te sluiten. Ook wordt onderzocht of je kind een urineweginfectie heeft. Is er niks bijzonders aan de hand, dan kun je een plaswekker proberen. Het is belangrijk bedplassen tijdig aan te pakken, maar leg het vooral geen stress op. Het recept: zorg dat je kind op een ontspannen manier naar bed gaat. Plassen, voorlezen, nogmaals plassen en slapen. Je hoeft je kind geen drinken te onthouden voor het slapen gaan, maar houdt het bij een glas. Vermijd koolzuurhoudende dranken.