Verlegenheid bij je kind: hoe kun je hier het best mee omgaan?
Verlegenheid kan beschreven worden als het moeilijk vinden om spontaan contact te leggen met andere mensen en vooral met het initiatief tonen in het contact. Iederéén, en met name kinderen, kennen een periode in hun leven dat ze zichzelf als ‘verlegen’ bestempelen. Hij ontwikkelt dan een bepaalde angst voor vreemden.
Dit is iets anders dan ‘eenkennigheid’; het verschil is dat in het laatste geval je kind bang is om bij jou weg te gaan, in het eerste geval is hij bang voor het contact dat hij moet aangaan met anderen. Het is goed om je als ouder te realiseren dat verlegen gedrag heel natuurlijk is en ook wel gezond. Het is ook niet goed wanneer een kind zonder enige schroom op iedereen afstapt. Enige terughoudendheid aan het begin van een ontmoeting is prima en geeft enkel aan dat het kind goed het verschil begrijpt tussen bekenden en onbekenden.
Temperament en gevoeligheid
Niet ieder kind ontwikkelt die angst en ook niet in dezelfde mate; dit is afhankelijk van een aantal factoren. Temperament en gevoeligheid bijvoorbeeld, aangeboren biologische neigingen waardoor de een anders reageert op bepaalde situaties dan de ander. Kinderen met een geremd temperament reageren vaak sterk op prikkels. Ze lijken uiterst gevoelig voor nieuwe situaties of voorwerpen. Kinderen met een ongeremd temperament zouden over het algemeen rustiger blijven tegenover iets nieuws. Toch is dit aangeboren temperament niet bepalend voor de rest van je leven. Daarin spelen blijkbaar ook andere factoren een rol.
Zelfbeeld
Uit enkele onderzoeken blijkt dat een gebrek aan ouderlijke aandacht en affectie de kans op sociale angst vergroot. Wanneer een kind weinig aandacht krijgt, wordt onbewust de boodschap gegeven dat het kind niet veel voorstelt. Als je als ouder negatief reageert op een verlegen kind, of zelfs je kind uitlacht of verwijten maakt, geef je je kind niet dÃe steun die het nodig heeft. Zo leert een kind niet omgaan met zijn verlegenheid, maar veroorzaak je zelfs een negatief zelfbeeld bij je kind.
Ook het tegenovergestelde, juist overmatige bezorgdheid, kan bij je kind het idee doen ontstaan dat de wereld waarin we leven gevaarlijk is. Het kind kan bovendien het gevoel krijgen dat hij niet in staat is om met eventuele gevaren om te gaan.
Sociaal gedrag
Als ouder kun je van jongs af aan je kind helpen minder verlegen gedrag te ontwikkelen door sociaal contact te stimuleren en sociaal gedrag te waarderen. De meeste kinderen stappen ook wel over hun angst heen wanneer ze de tijd hebben om even te wennen. Jij kunt hierbij helpen door je kind veiligheid te bieden door dicht bij hem te blijven en dan langzaam de afstand wat te vergroten.
Op zich hoef je verlegenheid niet als probleem te zien zolang het je kind niet te veel belemmert in zijn doen en laten. Over het algemeen neemt de angst weer af als je kind ouder wordt. Als je merkt dat je kind verlegenheid ontwikkelt, probeer dit dan in de eerste plaats te accepteren. Dus als je kleine zich liever meer op de achtergrond gedraagt en rustig afwacht in plaats van meteen vooraan te staan, veroordeel dit dan in geen geval.
Je kunt hem wel helpen minder verlegen gedrag te ontwikkelen door sociaal contact te stimuleren en sociaal gedrag te waarderen. Als je kind al op jonge leeftijd in aanraking komt met onbekenden en de mogelijkheid krijgt te oefenen met sociaal contact, zal hij meer zelfvertrouwen ontwikkelen op dit gebied en minder verlegen worden.
Bespreekbaar maken
Probeer met je kind het onderwerp bespreekbaar te maken. Dus praat met hem over het ‘eng vinden’ van bepaalde sociale situaties. Ook ‘grote mensen’ hebben moeite met nieuwe of onbekende situaties. Als je zelf ook verlegen was, of bent, vertel je kind dat dan.
Leg je kleine ook uit dat naarmate je iets vaker doet het minder onbekend en daardoor eng wordt en stimuleer het in kleine stapjes om bepaalde sociale situaties op te zoeken. Let er daarbij op dat je niet te veel van je kind verwacht. Je kunt hem helpen door zelf voor te doen hoe het zich kan gedragen. Belangrijk is dat je kind ervaart hoe makkelijk zijn actie is, dat het niet iets ‘engs’ is.
En ook al ben je teleurgesteld, laat het niet merken. Je kind moet op jou kunnen vertrouwen dat hij mag zijn zoals hij is. Geef daarom ook complimentjes over dingen die je kind wel goed doet of kan én vooral als je ziet dat hij zijn best heeft gedaan, ook als het resultaat een beetje tegenvalt.
Bescherming bieden
Zie je dat je kleine het niet ‘redt’ in een bepaalde situatie, schiet dan te hulp. De kunst hierbij is om een balans te vinden tussen bescherming en ‘overbescherming’. Neem het dus niet te veel uit handen, laat merken dat je kind wel degelijk dingen zelf kán. Positieve aandacht is heel belangrijk voor verlegen kinderen.
Als ouder of opvoeder kun je dus enorm veel doen om je kind te ondersteunen. Met de juiste begripvolle begeleiding en aandacht leer je je kind dat het ook buiten het eigen vertrouwde wereldje kan treden. Mocht je merken dat het wél een echt probleem wordt of weet je zelf niet goed om te gaan met de verlegenheid van je kind, zoek dan de juiste hulp.