Bang in het donker
Kinderen van drie en vier jaar oud hebben een heel grote fantasie. Hun verbeeldingskracht is zo sterk ontwikkeld dat ze zich allerlei gevaren kunnen voorstellen. Bovendien kunnen ze op deze leeftijd nog geen goed onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie.
Dit maakt het niet verwonderlijk dat veel peuters en kleuters plotseling allerlei angsten ontwikkelen. Bang zijn voor het donker is één van de meest voorkomende. In het donker kun je immers niet goed zien of er geen griezelig beest in je slaapkamertje zit. In de stilte van de nacht klinken geluiden anders dan normaal en zijn er soms enge schaduwen. De fantasie van je angstige kleine bouwt die geluiden en schaduwen al snel uit tot een verschrikkelijk monster.
Versterkende factoren
De angsten van je kind kunnen onder invloed van een aantal factoren nog worden versterkt. Als je kleine overdag last heeft van stress, bijvoorbeeld omdat hij problemen heeft met zindelijk worden, kan dit resulteren in hevige angsten. Maar ook enge verhalen en films, of een teveel aan waarschuwingen voor niet ingebeelde, reële gevaren, kunnen je kind bang maken.
Hoe ga je om met de angst van je kind?
Als je kleine bang is, wil je hem waarschijnlijk geruststellen en ervoor zorgen dat zijn angst verdwijnt. Hier lees je hoe je dat het beste aanpakt:
Reageer begripvol
Neem de angsten van je kind serieus, voor hem zijn ze immers levensecht. Laat hem vertellen wat hem bang heeft gemaakt en stel hem zo goed mogelijk gerust. Het helpt vaak als je zegt dat je begrijpt waarom hij bang was, maar dat je zeker weet dat hem niets zal overkomen. Jouw serieuze, rustige en begripvolle houding maakt heel veel kleuterleed weer goed.
Jaag de spoken weg
Juist omdat de angsten van je kleuter zo levensecht zijn, helpt het om mee te gaan in zijn fantasie. Jaag alle monsters weg met luide stem en vastberaden gebaren. Verbied ze op strenge toon om ooit weer terug te komen. Grote kans dat je kind onder de indruk is van je dapperheid en heilig gelooft dat alles wat hem bang maakte nu zelf angstig wegkruipt.
Nadeel van deze manier is dat je op deze manier ‘bevestigt’ dat er wel degelijk enge figuren in je kind zijn kamertje kunnen zitten en dat deze dan alleen weg kunnen gaan met hulp van papa of mama. Niet handig als de enige figuren plots weer terugkomen, wanneer de oppas er is of wanneer je niet in de gelegenheid bent om meteen te komen. Een andere manier is dan ook om juist niet mee te gaan in zijn fantasie en duidelijk maken dat spoken en monsters niet bestaan.
Zorg voor een lichtje
Veel enge schaduwen verdwijnen in het licht. Daarom is een zacht gloeiend nachtlampje vaak een betrouwbare bron van veiligheid voor je kind. Ook een zaklantaarn in bed kan helpen. Zo heeft je kind altijd een lichtje bij de hand waarmee hij, als het nodig is, ook monsters kan verblinden!
Vermijd angstversterkende factoren
Als je kind een levendige fantasie heeft, kun je die het beste vullen met positieve beelden. Griezelige verhalen en films zijn dan geen goed idee. Probeer verder om eventuele spanningen in het leven van je kleuter zoveel mogelijk weg te nemen, zodat hij onbezorgd naar bed gaat.