Toch daalt het aantal baby’s dat borstvoeding krijgt niet. Uit onderzoek blijkt dat naast de 53% die uitsluitend borstvoeding krijgen vanaf de geboorte, 23% van de baby’s een combinatie van borst- en flesvoeding krijgt. Die groep is aanzienlijk gestegen. In 2015 lag dat aantal nog rond de 7%. Daarmee komt op dit moment het percentage baby’s dat enige mate van borstvoeding krijgt uit op 76% en dat is hoger dan voorgaande jaren.

Onvoldoende melk en pijn redenen om te stoppen

De meeste vrouwen die eerder stopten met borstvoeding dan ze van plan waren, zeggen hierover teleurgesteld te zijn. De hoeveelheid melk speelt een grote rol bij het stoppen met borstvoeding. Volgens moeders die meewerken aan het onderzoek kreeg hun baby onvoldoende melk binnen of waren ze daar onzeker over. Vrouwen gaven daarnaast als belangrijkste stopredenen dat het de baby niet goed lukte en dat ze pijn ervaren.

Marije Verwijs, WIJ deskundige en expert voeding en gezondheid bij het Voedingscentrum: “Borstvoeding geven kan uitdagend zijn. Zeker in het begin is het soms zoeken voor moeder en baby. De genoemde redenen laten de noodzaak zien van betere begeleiding en goede voorlichting door onder andere de verloskundige, kraamverzorgende en JGZ. Niet elke ouder is bekend met de hulp die er is. En het zou helpen als een lactatiekundige (borstvoedingsexpert) voor iedereen die het nodig heeft toegankelijk is.” Hulp van een lactatiekundige wordt nu in sommige aanvullende zorgverzekeringen vergoed. Marije zou graag zien dat die hulp standaard in het basispakket komt.

Ik had eerder hulp moeten zoeken - Dionne

Ouders geven in het onderzoek aan dat gezondheid de belangrijkste motivatie is om te starten met borstvoeding. Daarnaast wordt contact tussen moeder en baby ook genoemd. Baby’s hebben er het meeste baat bij als ze tenminste 6 maanden borstvoeding krijgen, al is een kortere periode natuurlijk ook positief, omdat je via borstmelk antistoffen meegeeft aan je baby. Uit het onderzoek blijkt dat 31% van de moeders na een half jaar nog steeds uitsluitend borstvoeding geeft. Dat aantal is overigens hoger dan voorgaande jaren, toen schommelde het percentage rond de 20%.

Nederland bungelt internationaal onderaan

Internationaal gezien bungelt Nederland onderaan. We staan op de 90e plaats van de 100 als het gaat om borstvoeding en beleid. Dat blijkt uit een recent verschenen rapport van de World Breastfeeding Trends Initiative. Een organisatie die met een puntensysteem in kaart brengt hoe overheden omgaan met borstvoeding. Nederland scoort slecht omdat er onder andere geen overheidsbeleid en structurele monitoring is. Er is wat dat betreft nog veel winst te behalen.

‘Borstvoeding geven is hard werken’

Dionne (34) herkent zich volledig in het onderzoek. Zij gaf 3,5 maand borstvoeding en is onlangs gestopt, omdat ook zij onzeker was over haar melkproductie. “De eerste weken liep alles op rolletjes, maar op gegeven moment daalde mijn productie. Mijn dochter was vaak onrustig en leek niet tevreden na de voeding. Ik heb nog een maand doorgezet door veel te kolven, maar op gegeven moment was ik helemaal op en besloot ik te stoppen. Ik vond dat best een dingetje. Ik heb achteraf gezien te laat aan de bel getrokken en had eerder hulp moeten zoeken.”

Ook Marjolein kan hierover meepraten. In haar openhartige blog voor WIJ vertelt ze: “Vaak staan we er niet bij stil hoe zwaar en hard werken borstvoeding geven eigenlijk is. Zeker als beginnende moeder ben je erg zoekende.” Ook blogger Maartje deelt deze ervaring. Haar borstvoeding leek goed te lopen, maar haar zoontje bleek toch te zijn afgevallen. Ze haalde er een lactatiekundige bij voor advies. Ondanks de hulp ging dat niet zonder slag of stoot. Lees meer in haar borstvoedingsverhaal.

Bron: Rapport Peiling Melkvoeding 2023 (NCJ)