“Mijn kolfruimte is troosteloos. Een smerige vloerbedekking, de airco staat op standje vrieskist en er is geen stromend water. Ik moet zitten op een vervelende houten stoel”, reageert Anke op de socials van WIJ na een rondvraag over kolven op het werk. Ook Liesbeth reageert en deelt geen positieve ervaring. “Ik probeer het zoveel mogelijk in de pauzes te doen wanneer het iets rustiger is. Ik voel me altijd een beetje bezwaard om te gaan kolven.”

Wettelijke regels worden niet of nauwelijks nageleefd

Anke en Liesbeth zijn niet de enige jonge moeders die niet de tijd of de juiste ruimte hebben om te kolven op het werk. Hoewel vrouwen al sinds 1919 het recht hebben om hun kind onder werktijd te voeden, is slechts 9% van de werkgevers volledig op de hoogte van de wet- en regelgeving rondom borstvoeding.

Jonge moeders mogen tot negen maanden na hun bevalling een kwart van hun werkdag doorbetaald kolven of borstvoeding geven. En werkgevers zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat zij dit op een ontspannen en hygiënische manier kunnen doen.

Maar die regels worden te weinig nageleefd, ontdekten de onderzoekers van het Voedingscentrum. Ze vroegen ruim 800 werkgevers of en hoe zij kolven faciliteren voor hun werknemers. Slechts 54% van de werkgevers heeft een comfortabele stoel en tafel in de kolfruimte staan. En frisse lucht is in slechts 44% van de gevallen beschikbaar.

Veel kolvende vrouwen zijn, plat gezegd, veroordeeld tot de bezemkast. Uit een rondvraag via de socials van WIJ, waar 970 moeders op gereageerd hebben, blijkt dat slechts 45% een aparte kolfruimte heeft op de werkvloer.

Deel werkgevers ziet kolven niet zitten

En hoewel meer dan de helft van de ondervraagde werkgevers denkt dat het geven van borstvoeding een positief effect heeft op het welzijn van jonge moeders, wil één op de vijf liever niet dat hun werknemers kolven of borstvoeding geven onder werktijd. Volgens een kwart zou het voor ongemakkelijke situaties zorgen of ‘niet voldoende passen bij de organisatie’.

Lolkje de vries, woordvoerder bij het Voedingscentrum, stelt dat er nog een wereld te winnen valt. “Werkgevers die hun medewerkers onvoorwaardelijk steunen bij het kolven dragen eraan bij dat vrouwen zich niet bezwaard voelen om de tijd en rust te nemen waar ze recht op hebben. Dat zorgt er ook voor dat vrouwen borstvoeding blijven geven. En hoe langer een baby borstvoeding krijgt, hoe groter de gezondheidsvoordelen.”

Geef aan dat je na je verlof wilt kolven

Het is dus van groot belang dat de faciliteiten om te kolven op je werk op orde zijn. Is dat niet het geval? Wees je bewust van je rechten en maak het bespreekbaar. Geef tijdens je zwangerschap al bij je werkgever aan dat je na je verlof wilt kolven, zodat er een ruimte ingericht of aangepast kan worden.

Ook docent Thamar maakte het bespreekbaar op haar werk. “Alle ruimtes op de school waar ik werk zijn van glas. De conciërge heeft voor mij een kamerscherm en een goede stoel geregeld en de koelkast is op mijn werkdagen gereserveerd voor mijn moedermelk”, vertelt ze. “Ik kon dankzij mijn collega’s twee keer per dag de klas uit om te kolven, structureel en zonder gedoe.”

Nooit meer kolven in de bezemkast: dit zijn je rechten

• De werkgever moet jouw werkplek zo inrichten dat er geen gevaren zijn voor je veiligheid en gezondheid. Ook mag de ruimte geen negatieve invloed hebben op het geven van borstvoeding.

• De werkgever is verplicht om de je voorlichting te geven over jouw rechten als je na je verlof weer gaat werken en aangeeft borstvoeding te willen geven of te kolven.

• Geef je borst- of flesvoeding? Dan mag je een uur extra pauze nemen tot je kind zes maanden is. Je kunt in die periode niet verplicht worden tot overwerk, onregelmatige diensten of nachtdiensten.

• Je mag naar huis om borstvoeding te geven of te kolven onder werktijd tot je kind negen maanden is. Je mag hier maximaal een kwart van je werkdag aan besteden, deze tijd wordt doorbetaald.

• Er moet een geschikte, veilige, schone en afsluitbare ruimte beschikbaar zijn om te kolven. Toegang tot frisse lucht of klimaatbeheersing is een must.

Gepubliceerd op 4 oktober 2023. Bron: Voedingscentrum