Verloskundige Marlies: dit went nooit
“Hallo?” Twee donkerbruine ogen kijken me vragend aan, terwijl de jonge vrouw de voordeur op een kier houdt. “Verloskundige,” zeg ik. De voordeur zwiept open en de dame in chador, een gewaad dat haar hele lichaam bedekt behalve haar gezicht, loopt naar de woonkamer. Er liggen enkel twee matrasjes op de grond en er staat een versleten sofa. Vriendelijk wijst ze naar de bank en geeft een knikje. Ik ga zitten en bel de tolkentelefoon omdat we elkaars taal niet spreken. Zo kunnen we toch met elkaar communiceren.
De 19-jarige Oumayra is net bevallen van haar tweede kind en woont illegaal in Nederland. Ze heeft geen verblijfspapieren en is hier zonder toestemming, maar ze heeft recht op medisch noodzakelijke zorg. Omdat er geen geld is voor kraamzorg, doe ik de controles zelf. Ik temperatuur baby Bibi en daarna wegen we haar. Ze is gelukkig goed gegroeid. Geroutineerd kleedt mama de baby weer aan. Bibi krijgt een tweedehands truitje aan. Oumayra maakt er een veiligheidsspeld aan vast waar allerlei draadjes met gepelde knoflookteentjes aan hangen.
Arabische traditie
“Waar is dit voor?”, vraag ik, terwijl ik de geurende bolletjes aanwijs. Ik leg de tolk ondertussen uit wat ik zie ter verduidelijking. Oumayra haalt haar schouders op. “Ik weet het eerlijk gezegd niet precies. Het is een Arabische traditie. Mijn moeder adviseerde om het te doen. Ik denk ter bescherming van de baby. Je kan ook bankbiljetten in de wieg leggen, maar die heb ik beide niet.” Ik kijk de sobere woonkamer rond en knik begrijpend.
“Wil je alsjeblieft mijn hechtingen ook bekijken?” Oumayra gaat op één van de matrasjes liggen. Ze tilt de chador op, trekt snel een pyjamabroek en onderbroek naar beneden en laat haar benen wijd vallen. Mijn oog valt op de opgedroogde bloedvlekken in de kleding en ik zie dat ze een babyluier gebruikt in plaats van kraamverband.
Nadat ik de hechtingen heb gecontroleerd en ze weer aangekleed rechtop zit, vraag ik haar voorzichtig of ik het goed heb gezien. Ze knikt beschaamd. De vrouwelijke tolk vertaalt dat Oumayra niets anders in huis heeft. En dat ze niet weet hoe ze de vlekken uit haar kleding kan krijgen.
Een tas vol hulp
Een beetje ontdaan rijd ik naar de praktijk en vertel een collega wat ik gezien heb. Samen bedenken we ons geen moment: we gaan een tas maken met spulletjes. We stoppen er allerlei babykleertjes voor een meisje in, die we van iemand gekregen hebben en natuurlijk pakken maandverband en nieuwe luiers.
Als ik Oumayra later de tas breng, begint haar gezicht te stralen. Ik laat haar zien hoe je met zout en koud water de bloedvlekken uit kleding kan krijgen. Voor ik wegga krijg ik een dikke knuffel. Ook al zien we dit soort schrijnende gevallen vaker, het went nooit.
Deze column heeft in magazine WIJ gestaan en is geschreven door verloskundige Marlies Koers. Marlies is ook WIJ Deskundige.