Merel verloor haar baby met 39 weken: Mijn nachtmerrie werd werkelijkheid
Merel van Berkel en haar man Ro genoten volop van hun drie dochters: June (14), Rose (6) en May (5). Toch kriebelde het toen ze 35 werd: nog één keer lekker moederen. De zwangerschap die volgde verliep goed, alleen wat was de baby met 39 weken stil …
Nog een kleine erbij leek me prachtig. We hadden met de jongste twee en hun elf maanden leeftijdsverschil net de tropenjaren achter de rug. Misschien kwam het verlangen naar een vierde daardoor, ik had hun babytijd iets anders beleefd. En toen bleek ik zwanger van ons vierde kind. Ondanks mijn onzekere gevoel en de angst dat het zou misgaan, kon ik een knop omzetten en genoot ik van elke zwangere seconde.
Naarmate de zwangerschap vorderde, voelde ik me langzaamaan een beetje anders. Ik kon mijn vinger er niet op leggen, maar ik kreeg een paar keer letterlijk spierpijn van de spanning in mijn lijf. Nova, zoals we onze kleine noemden, leek intussen iets minder beweeglijk dan voorheen. Er gebeurde weinig in mijn buik, ondanks de weeën die op gang leken te komen toen ik de 37 weken passeerde. Mijn vader kreeg net in die periode een dubbele bypass, het lag vast daaraan. Ik was tenslotte al zover in mijn zwangerschap, dat kon niet meer misgaan.
Onzeker door nauwelijks leven in mijn buik
Mijn vaders operatie vond plaats en liep goed af. Alleen in mijn buik gebeurde er nog niets. Zat het wel goed? Inmiddels was ik al in week 39 en ik wilde ons meisje dolgraag zien. Mijn onzekerheid leek onnodig, want bij de verloskundige hoorde ik een krachtig hartje kloppen. Toch sloeg de paniek een dag later toe. Die hele middag voelde ik nauwelijks leven in mijn buik en leek mijn nachtmerrie alsnog uit te komen.
Ik googelde me suf op ‘minder leven’ en ‘kind overleden in buik’ en ik ging braaf op mijn linkerzij liggen, zingend - zoals ik daarvoor ook altijd deed. Gelukkig met resultaat, want die avond schopte ze flink. Helaas niet voor lang. De dag erop bleef het weer stil. Ergens halverwege de middag wist ik niet meer wanneer ik haar voor het laatst had gevoeld. Uiteindelijk belde ik, op aandringen van mijn man, de verloskundige. Angstig, omdat ik eigenlijk al wist wat ze zou gaan zeggen.
Mijn man reageerde vrij nuchter op mijn onzekerheid. We hebben hierin een fijne wisselwerking binnen onze relatie: ik kan nog weleens uit de bocht vliegen, hij houdt me met beide benen op de grond. Maar toen de verloskundige langskwam en de doptone op mijn buik zette, keek hij me aan. De blik in zijn ogen zal ik nooit vergeten. Hij wist het, ik wist het. De doptone op mijn buik bleef stil. Het enige dat we hoorden, was mijn eigen op hol geslagen hart dat op volle toeren klopte. Op de automatische piloot stapten we in de auto en reden naar het ziekenhuis waar een echo bevestigde waar ik al twee dagen doodsbang voor was: ons meisje leefde niet meer …
Mijn bevalling
Ik kreeg van het ziekenhuis een pilletje dat ik moest innemen om het rijpen van de baarmoedermond op gang te helpen. Daarna was het afwachten. Anderhalve dag later sjokte ik met lood in mijn schoenen richting het ziekenhuis, bang voor wat zou komen. Ik kreeg medicatie om de ontsluiting te bevorderen en moest afwachten. Hoewel het eerst bijna voelde als een soort straf (waarom moest ik natuurlijk bevallen, terwijl ik al door die verschrikkelijke gebeurtenis heen moest?), veranderde dit gaandeweg in nieuwsgierigheid. Ik wilde haar zo graag zien! En vanuit het niets, toen ik die knop omzette, vorderde de ontsluiting heel snel. Zo snel zelfs, dat ik halverwege de ruggenprik nog nét kon kermen dat ze eraan kwam. Met een team van verpleegkundigen en de anesthesist om me heen, werd Nova geboren.
We kozen ervoor om Nova in het ziekenhuis te laten en over te laten brengen naar het rouwcentrum. We vermoedden dat haar mee naar huis nemen te veel onrust zou brengen. Dat bleek een goede inschatting: alleen onze middelste dochter Rose wilde haar heel graag zien, de andere twee vonden het te moeilijk. Ik ben blij dat we op deze manier ruimte aan hun gevoelens hebben kunnen geven. Zelf zijn we wel elke dag langs gegaan. Een paar dagen na haar geboorte hebben we een crematie gehad in kleine kring, met alleen mijn ouders, zusje, zwager en neefjes erbij. Klein, maar groots en liefdevol, precies zoals ik hoopte.
De reden voor het verliezen van onze baby
We kregen terugkoppeling van het ziekenhuis. Mijn placenta is minder goed gaan werken rond week 33. Dit was, bizar genoeg en achteraf gezien, precies het moment waarop we haar eerste naam veranderden naar Nova. Onze oorspronkelijke keus voelde niet helemaal goed meer. De placenta had steeds meer infarcten gekregen, een aandoening die vaker voorkomt, maar niet te zien is bij echoscopisch onderzoek. Wel zagen we het resultaat op de allerlaatste echo: ik had bijna geen vruchtwater meer over.
Iedereen was verslagen. Natuurlijk weet je best dat een zwangerschap nog zo laat mis kan gaan, maar je gaat er niet vanuit. Mijn ouders, zusje en zwager en een aantal dierbare vriendinnen ontzorgden vooral. Meer kun je op zo’n moment ook niet doen. Onze meiden reageerden heel wisselend, zoals kinderen dat zo kunnen: de ene keer huilden ze, drie tellen later waren ze superunicorns die de wereld gingen redden. Dat flexibele leert je dat je zelf ook niet altijd verdrietig kunt zijn en blijdschap mag toelaten wanneer het er is.”
Steun onderzoek naar vroeggeboorte
Heeft het verhaal van Merel jou ook diep geraakt? Wist je dat iedere dag ongeveer vijftig baby’s te vroeg worden geboren? Tien kleintjes ondervinden daarbij blijvende gevolgen. En twee baby’s overlijden dagelijks ten gevolge van vroeggeboorte. Vind jij ook dat dit niet kan en mag in Nederland?
Strong Babies het enige landelijke goede doel (ANBI en CBF gecertificeerd) dat in actie komt tegen vroeggeboorte en wetenschappelijk onderzoek in de verloskunde en neonatologie financiert. Een heel belangrijk doel. Help mee, elke bijdrage telt.
Het besluit om mijn ervaringen te delen
Omdat zoveel mensen ervan wisten, was er geen optie om het stil te houden. Zowel online (via mijn website) als in de directe omgeving, zoals op school, vroegen mensen hoe het ging. Daarom besloot ik erover te schrijven. Dat hielp enorm, zowel bij mijn verwerking als die van anderen, hoorde ik later terug. Mensen begrepen ons beter en het gaf houvast om te lezen hoe die periode voor ons verliep.
Inmiddels zijn we elf maanden verder. We proberen ons leven zo goed als mogelijk op te pakken als gezin. Dit gaat met flinke hobbels, omdat het verdriet me vaak aangrijpt als ik het niet verwacht. Aan de andere kant wil ik dat onze andere meiden later kunnen terugkijken op deze periode met een glimlach en een traan, zonder dat ze levenslang gebukt moeten gaan onder het verdriet van hun ouders. In fases ruimen we op. Haar kamertje was in eerste instantie een plek waar we kwamen om ons verdriet te beleven, maar gaandeweg veranderde dit. Inmiddels gooien we af en toe iets weg. Per slot van rekening zitten de herinneringen niet in die spulletjes, maar voor altijd in ons hart.
Dit verhaal is verschenen in magazine WIJ.