Liza: 'In 2 minuten tijd bleek ik 25 weken zwanger!'
En dan ben je 25 weken zwanger in twee minuten. Ja dat klinkt vrij bijzonder, al dan niet onvoorstelbaar. Klopt, heb je helemaal gelijk in. Dat is het ook. Ik zal jullie meenemen in mijn avontuur.
Halverwege juli, mooi weer, niet fit. Althans, wel fit, maar ‘het zat niet lekker’. Alsof er continu waterballonnetjes in mijn maag knapten. Een soort ‘plopjes’. En dan niet de gezellige Kabouter Plop, nee. Verontrustende plopjes. Na een dag of twee mijzelf helemaal gek te hebben gemaakt toch maar een test gedaan om in ieder geval een zwangerschap uit te sluiten.
We hadden (nog) geen kinderwens
Ik kan je vertellen dat werd niet uitgesloten. Een enorme schrik. En nu?! Gelijk maar de dokter gebeld: want ‘hoe nu verder?’ en ‘hoe lang al?!’. Voor een stel wat (nog) geen kinderwens had, best een shock als je een dergelijke test doet en iets anders verwacht. Diezelfde dag nog naar de dokter. Met de vraag van mij ‘hoe betrouwbaar is deze test?’. En met de achterliggende gedachte ‘we willen geen kinderen’, hoop je toch dat deze niet zo betrouwbaar is als ze doen voor komen. Maar ja, dat zijn de dus wel. Ik quote de vrouwelijke arts in kwestie: “Ja, we kunnen nog vier testen doen, maar die zullen allemaal hetzelfde zeggen”.
Nou, daar zit je dan. Zwanger en wel. Niet wetende hoe ver, hopende dat het toch eigenlijk niet waar is. En ja, dat klinkt heel cru, maar zo stonden wij er wel in op dat moment. Een afspraak in het ziekenhuis werd gemaakt, echter kon dat pas vrijdag. Het was dinsdag … drie nachten in “spanning”. Ziekenhuizen zien wij alleen als we er langs rijden óf bij hoge uitzondering als er een bezoek wordt gedaan, gelukkig komt dat zelden voor.
In shock: Ik was echt zwanger
Vrijdag was het dan zo ver. Met knikkende knieën aanmelden in het ziekenhuis en wachten. Wachten op wat ons te wachten stond. Er nog steeds vanuit gaande dat de test niet klopt. Het is vast iets in mijn darmen wat niet goed zit, dacht ik. Na een korte introductie van de arts vroeg zij mij plaats te nemen op de behandeltafel. Daar gaan we, jullie zullen zien dat jullie ongelijk hebben, dacht ik weer. Nog voordat de arts haar apparatuur op mij had gezet zei ze: “Ja, je bent zwanger. En al heel ver.”
Op dat moment kon ik het nog steeds niet geloven. Hoe kon zij dat nou weten zonder ook maar de apparatuur aan het werk te laten gaan? Daar kwam de echo. Een ruggengraat. Wat ondefinieerbare botjes en een hartslag. “Ik gok ongeveer 25 weken” zei de arts. Dat was het. Dat was dé bevestiging dat de deskundigen toch allemaal wél gelijk hadden. Vanaf binnenkomst in de behandelkamer tot deze echo, het leek een eeuwigheid. Het waren maar twee minuten.
Hoe konden we dit gemist hebben
Hierna volgden een paar lange uren met veel verschillende gedachten. Anderhalf uur hebben we samen op de parkeerplaats van het ziekenhuis gestaan, niet wetende wat nu te doen. Gehuild, gegild, geschreeuwd. Alles. Hoe konden we dit gemist hebben?
Wij rijden door naar een terras. Even zitten, wat drinken en wat voedsel erin. Even ‘bijkomen’. Maar hoe doe je dat? Bijkomen van het feit dat je al een half jaar lang een mini-mensje aan het bouwen bent? Een half jaar lang leven zonder dit te weten? Is het wel gezond? Wat als … ? Zoveel vragen, zoveel emoties. Ik wist niet dat een mens binnen enkele luttele uren zoveel emoties kon hebben. En de tranen. Jongens … wat een tranen heb ik gelaten. Eerst van frustratie, daarna verwijt aan mijzelf, daarna verdriet. Hoe kon dit toch gebeuren?
Samen met vriendlief afgesproken om nu voor onszelf te kiezen. Onze ‘eigen bubbel’. En dat deden we. Enkele familieleden en mensen dichtbij op de hoogte gebracht en daarna de vliegtuigstand op de telefoon ingeschakeld. En ook in ons hoofd. Al was het meer een achtbaan die te vaak over de kop ging en al jaren geen onderhoudsbeurt had gehad.
Veel praten, veel huilen
Veel praten met elkaar. Veel huilen. Veel vragen. Dat hielp, allemaal. Want hoe ‘gek’ deze vrijdag ook was. ‘s Nachts is de knop omgegaan en hebben we elkaar beloofd: dit mini-mensje krijgt de beste ouders van de hele wereld! We noemen de baby “Mini”. Onze Mini. En ondanks dat wij de woensdag erop al een naam hadden bedacht, is het nog steeds “Mini”. Een paar dagen later werden we letterlijk uit bed geschopt. Van ‘plopjes’ tot een heuse kickbokser in een paar dagen tijd.
Maandag. Afspraak met de maatschappelijk werkster. Noodzakelijk, want in het hoofd zat het nog niet op een rijtje bij ons. Praten hielp ons beiden. Praten met een onbekende en een ervaringsdeskundige hielp nog meer. Gelukkig maar. Direct naar de winkel gegaan en voor een godsvermogen een kinderwagen en ook het eerste rompertje gekocht. Deugniet stond erop. Die was ons op het lijf geschreven en moest mee.
Een achtbaan van emoties
Dinsdag. Afspraak met de verloskundige. Deze dag krijgen we te horen hoe oud onze Mini is en of het een jongen of een meisje is. Op de vraag ‘of we willen weten of de babykamer roze of blauw geverfd moet worden’ kijken we elkaar aan en schieten in de lach. Blauw of roze? Nee. Wat het ook geslacht ook is, het wordt een stoere deugniet. Geen blauw of roze. Gewoon lekker anders dan anders. Het is een meisje! Ons mini-chickie zoals we haar vanaf dat moment hebben genoemd. Trots, maar nog steeds overweldigt door alle emoties lopen we het ziekenhuis uit.
Hoe is het mogelijk dat een mens in een achtbaan van emoties kan raken en binnen enkele dagen zo anders kan denken en voelen? We weten het niet. Het maakt ook niet meer uit. Ze is van harte welkom. Onze mooie Mini!”