De bevallingssoap: paniek door personeelstekort in het ziekenhuis

De bevallingssoap: paniek door personeelstekort in het ziekenhuis

Iedere zaterdag deelt een mama haar opvallende bevallingsverhaal met ons. Vandaag een verhaal over een ziekenhuisbevalling die door personeelstekort zo niet soepel verloopt. ‘Ruim een uur later word ik in een lege zaal wakker. Er gaat van alles door mij heen. Is dit het mortuarium? Moeten ze de zak nog dichtritsen? Is mijn kind geboren en waar is hij?!’

“Ik ben 38 weken zwanger en ik moet mij op zondagochtend om 07.00 uur melden in het ziekenhuis om ingeleid te worden met tabletjes. Na twee dagen tabletjes toegediend te hebben, kunnen de vliezen nog niet gebroken worden. Er wordt besloten dat het tijd is om een ballonnetje te plaatsen. Dit wordt gedaan door de verloskundige in plaats van de gynaecoloog, want het is erg druk. Twee keer probeert de verloskundige om een ballonnetje te plaatsen, maar het lukt niet, mijn bekkenbodemspieren zijn te sterk."

Ik kan de vliezen wel breken

“Ik lig al twee dagen in het ziekenhuis en ik zie al een derde aankomen. Er is nog geen enkele vooruitgang en ik zucht de tegenslagen maar weg. Als ik geïrriteerd mijn vriend aankijk wordt het duidelijk voor de gynaecoloog. ‘Ik kan de vliezen wel breken?’, ‘Uh, ja, doe maar. Daarom ben ik hier toch?’, roep ik gefrustreerd terug. Na het breken van het vliezen wordt er van alles geregeld, het infuus wordt drie keer opnieuw aangelegd, het lukt niet en het bloed stroomt langs mijn hand. Nadat de weeënopwekkers zijn aangesloten, krijg ik een ruggenprik, wat ook niet in één keer goed gaat.

Nadat er een heel team met mijn rug is bezig geweest, mag ik weer terug naar de verloskamer. De pijn wordt steeds erger en de ruggenprik zit niet lekker, het lijkt alsof er een zenuw is geraakt. ‘Nee dat kan niet hoor, de ruggenprik zit goed en de pijn hoort niet erger te worden’, wordt mij verteld.”

De weeënstorm begint

“Ik weet niet meer hoe ik moet liggen door de pijn (achteraf bleek het inderdaad een geraakte zenuw te zijn). De weeën worden heftiger en de ruggenprik werkt niet. Eind van de middag mag ik naar de OK om het slangetje in mijn rug te verplaatsen. De pijn wordt minder en de pijn is even voor tien minuten weg. Genoeg tijd om terug te gaan naar de verloskamers, mijn moeder naar het restaurant te sturen en weer terug roepen, omdat de weeënstorm begint.

Het dringt tot me door dat alles wat ze bij me doen niet gelijk goed gaat en er ook niet naar mij geluisterd wordt. De verloskundige krijgt mij rustig en daarna zegt ze: ‘Ik ben over vijf minuten terug, druk op het belletje als er wat is’. Vijf minuten worden tien en uiteindelijk een half uur. Ik raak volledig in paniek.”

Er gebeurt NIKS

“Rond 8 uur ’s avonds krijg ik het gevoel dat ik moet persen, de gynaecoloog roepen we erbij en ik blijf 9 centimeter ontsluiting te hebben. Ze zetten de spullen klaar en ik mag persen. Er komt geen vooruitgang en dit kan ik zien door een grote foto van glas die door felle lamp een spiegel lijkt. De woorden ‘je doet het goed, nog een keer, kin op je borst’ doen niks, er gebeurt namelijk NIKS! Er wordt tussendoor gecontroleerd of het nog wel goed gaat met de baby, zijn hartslag was is niet meer in de gaten te houden, omdat het apparaat het steeds verward met die van mij.

Er komt een andere gynaecoloog kijken en die neemt een monstertje bloed af van het hoofdje van de baby. Gelukkig dat ze dit doet, want de baby heeft nog maar voor een halfuurtje zuurstof en blijkt een sterrenkijker te zijn, hij moet er direct uit. Het wordt een spoedkeizersnee, voordat dit doordringt, rijden ze met het bed al langs de wachtkamer met alle familie (die denken dat de baby er al is). Op de OK wordt alles klaargemaakt, iedereen is druk bezig en storen is bijna onmogelijk.

Ik moet van het bed af en snel naar de operatietafel. Op dat moment krijg ik een perswee en lukt het niet om stil te zitten. Ik heb het gevoel alsof ik elk moment van de operatietafel af kan vallen. Op het laatste moment grijpt iemand mij om mij tegen te houden tijdens de perswee en de ruggenprik wordt erin gezet. Ik voel geen pijn, maar ik krijg het Spaans benauwd.”

Hallo?! Waar is mijn zoon?

“Ik heb vijf seconden helemaal geen lucht en ik kan me niet bewegen, ik probeer het te zeggen, maar mijn stem en armen deden niks meer. Opnieuw slaat de paniek weer toe en ik denk dat ik doodga. Ze zien mijn angst en doen snel een kapje met lucht op. Ik word onder narcose gebracht en als mijn zoon geboren wordt ben ik al weg.

Ruim een uur later word ik in een lege zaal wakker. Er gaat van alles door mij heen: is dit het mortuarium? Moeten ze de zak nog dichtritsen? Is mijn kind geboren en waar is hij? Dus weer die paniek. Na een half uur komt iemand naar mij toe en feliciteert mij. Ik kan alleen denken: hallo?! Waar is mijn zoon en waarom ben ik compleet verlamd?”

Wat een avontuur!

“Weer een half uur verder en ik word opgehaald door iemand om naar boven te gaan, ik ben ondertussen zo boos. Gelukkig gaat het met onze zoon Milan goed. Ik kom bij mijn zoontje aan en gelijk wordt er gevraagd wat ik te eten wil of een beetje drinken. Ik kook al van binnen, maar nu wordt het alleen maar erger. Mijn moeder grijpt in en liet mij mijn zoon zien en vasthouden. Totaal emotieloos pak ik hem aan, ik zeg niks. Ik had me de ontmoeting totaal anders voorgesteld.

Daarna heb ik nog zes nagesprekken met het ziekenhuis gevoerd om te kijken hoe het met mij gaat en hoe alles gelopen is. Er werd veel duidelijk, tijdens de ruggenprik waren mijn longen verdoofd, wat voor een blokkade zorgde. Natuurlijk iedereen maakt fouten, maar ik ben vooral boos om het feit dat niemand bij mij was toen ik wakker werd. Het is toch logisch dat iemand dan in paniek raakt?!

Het ziekenhuis geeft mij gelijk. Dit had niet mogen gebeuren. Er was te weinig personeel die avond en ze waren niet goed genoeg op de hoogte van de situatie. Met mij en de kleine gaat het inmiddels goed, maar wat een avontuur!”

Deel je verhaal

Heb jij ook een bevallingssoap meegemaakt? Stuur je verhaal (in ongeveer 500 woorden) naar redactie@wij.nl.

Beeld: iStock.com