‘Ik zie het al, PCOS’, zei de iets te eerlijke echoscopiste

‘Ik zie het al, PCOS’, zei de iets te eerlijke echoscopiste

‘Ik zie het al. PCOS.’ De echoscopiste van de poli gynaecologie liep direct rood aan. Ze had ons net vermoedelijk meer verteld dan haar functiebeschrijving toe liet, want pas hierna zouden we de gynaecoloog zelf spreken. Oké, we hadden uitsluitsel. Maar wat stond ons nog te wachten?

Geschreven door Wendy

Wel gestopt met de pil, niet ongesteld

Ik neem jullie even mee terug in de tijd, naar februari 2018. Gespannen zaten mijn partner en ik in de wachtkamer van gynaecologie. Na het stoppen met de pil werd ik maar niet ongesteld, mijn huisarts vertrouwde het niet en verwees ons door. PCOS dus, zo luidde de diagnose. Ik leidde aan het Polycysteus Ovarium Syndroom.

Het goede nieuws is dat ik na wat googelen ontdekte dat ik niet de enige PCOS-patiënt (patiënt, ik?) was: maar liefst één op de tien vrouwen lijdt eraan. Dat vertaalt zich bij sommigen in veel puistjes of overbeharing, bij anderen in overgewicht of een combinatie van deze symptomen. In elk geval heb je als PCOS’er (het klinkt bijna als een clubje waar je bij wil horen) geen eisprong. Vrij cruciaal als je een kinderwens hebt.

Het circus begint

Via gynaecologie kwamen we al snel bij de poli fertiliteit terecht. Het circus begon. Eerst met Clomid-pillen, toen die niet aansloegen Gonal-F spuiten en uiteindelijk zelfs een LEO-behandeling om mijn hormoonhuishouding eens een keer lekker op te schudden. Tijdens een LEO-behandeling maken ze kleine gaatjes in het oppervlak van je eierstokken, hierdoor verandert je hormoonproductie en dat zou een eisprong kunnen opwekken. Dat werkte: voor het eerst in zestien jaar werd ik uit mezelf ongesteld!

spuiten-wendy

Van holadijee naar holy shit

Maar holadijee werd al snel holy shit toen een zwangerschap nog altijd uit bleef. Dus maar weer aan dezelfde pillen. Dezelfde spuiten. Inmiddels deelde ik mijn ervaringen met andere wensouders via mijn Instagram-account. Het gaf me houvast in de hectiek van het fertiliteitscircus. Ook anderen verloren soms de moed. En ook anderen hingen na ‘De Daad’ op zijn kop om het lot een handje te helpen. Bij anderen deed het soms ook pijn om bolle buiken over straat te zien waggelen. We waren niet alleen.

Vriendinnen worden zwanger

Intussen werd ik huilend opgebeld door vriendinnen die niet wisten hoe ze moesten vertellen dat ze zwanger waren. Ik werd er boos van, niet op hen, maar op de wereld. Ik was niet zielig! Ik gunde hen meer dan wie dan ook een junior! En toch kon ik het soms beter aan dan andere keren. Ik kon er geen peil meer op trekken. Terrorhormonen.

De gesprekken thuis veranderden, van ‘hoe zullen we het noemen’ in ‘hoe lang gaan we nog door?’. Hoe lang kun je als mens nog klap op klap verdragen? Alleen al naar huis gestuurd worden met een ‘negatief vrijadvies’ als je een keer te veel eitjes gekweekt hebt, ‘want het risico op een meerling willen we natuurlijk niet lopen’. Frustrerender krijg je het niet voor een fertiliteitspatiënt.

De gesprekken thuis veranderden, van ‘hoe zullen we het noemen’ in ‘hoe lang gaan we nog door?’

Grenzen verleggen en eitjes oogsten

Je verlegt je grenzen. Continu. Onze grens was bereikt nadat we na twee mislukte IUI-pogingen overstapten op IVF. Ik kweekte 26 eitjes, extreem veel, met een extreem pijnlijke punctie tot gevolg. Dit nooit meer. Gelukkig was de oogst goed! Dacht ik.

follikelmeting

Van de 26 eitjes waren er op dag 3 van de ‘samensmelting’ nog maar acht over. En uiteindelijk haalden slechts vier het tot dag 5. Ik zeg ‘slechts’, maar besef me maar al te goed dat sommigen een heel traject tot aan de punctie afleggen zonder enig embryo als resultaat.

Ik vind mezelf best een kei in omdenken en dus dacht ik al snel: oké, let’s go, super-embaby’s! Wel waren mijn partner en ik het erover eens: alles of niets, één van deze vier wordt het, en anders maken we er samen wat van.

De laatste ronde

Terugplaatsing 1 mislukte, evenals 2 en 3. Terugplaatsing 4 voelde voor ons echt alsof we een brood bij de bakker haalden: let’s get it over with, dan kunnen we door. Intussen ontdekte ik dat het fertiliteitstraject in de (feelgood-)boekenwereld nogal een ondergeschoven kindje is. En dus schreef ik een roman met de (nog) onvervulde kinderwens erin verweven. Fictief, maar deels ook voor mijn eigen verwerking, ontdekte ik achteraf. De boekpresentatie was op 6 november 2021. Anderhalve week later was ik zwanger.

echo-wendy

Vier jaar had het geduurd tot onze Lucky Number Four zich aandiende. ‘Zie je wel, als je het loslaat, komt het goed!’ Een opmerking die op de bingokaart van menig wensouder bovenaan staat. En toch zal er iets geweest zijn - verloren hoop, omgegooide toekomstplannen, you name it - waardoor mijn lijf dacht: deze allerlaatste kans gun ik ze. Onze Lucky Lucy is inmiddels anderhalf.

‘Voor wie denkt dat het te laat is, ergens om de hoek wacht soms geluk.’

Met die zin opende ik mijn debuutroman in 2021. Little did I know dat-ie uiteindelijk ook op ons van toepassing zou zijn.

Geen ons meer

Overigens is ‘ons’ inmiddels niet meer ‘ons’. Want ook dat is soms de harde werkelijkheid van een jarenlang slopend kinderwenstraject: je verliest elkaar weleens uit het oog. En hoe verdrietig dat ook is: ik ben elke dag mega dankbaar dat ons meisje ons voor altijd zal blijven verbinden.

Voor elke wensouder die dit leest: ik ga je niet vertellen ‘het’ los te laten. Wat ik wel ga doen? Duimen dat geluk ook bij jou om de hoek ligt. Welke straat je dan ook neemt.

Ook je verhaal delen?

Heb jij een bijzonder, mooi, ontroerend of grappig verhaal en wil je die graag met andere mama’s (to be) delen? Deel je verhaal van ongeveer 500-800 woorden via redactie@wij.nl. Je mag er ook 2 á 3 foto’s bij sturen. Wil je graag anoniem blijven? Dat kan. Vermeld dit er dan bij. Let op: verhalen die elders al online verschenen zijn, worden niet gepubliceerd.

Beeld: eigen beeld