Gezellig een stukje wandelen met je peuter en baby in 43 stappen

Gezellig een stukje wandelen met je peuter en baby in 43 stappen

Als je zwanger bent droom je ervan: lange wandelingen met de baby in de kinderwagen en je peuter die gezellig meeloopt. Met een baby alleen gaat het in veel gevallen goed - op die ene keer dat je de luiers voor de baby vergat en niet stil had gestaan bij z’n voedingsmoment na dan. Maar met een peuter erbij, blijkt toch een grote uitdaging.

Geschreven door Lydia
  1. Kom, we gaan wandelen!
  2. Kind loopt blij naar de voordeur
  3. ‘Je moet wel even schoen aan schat’
  4. Kind wil geen schoenen aan.
  5. ‘Buiten draag je schoenen, binnen sokken. Hup!’
  6. De tranen biggelen over de wangen, maar de schoenen zijn aan.
  7. ‘Ook nog even je jas’
  8. Kind wil geen jas aan.
  9. ‘Lieverd het is echt heel koud, kom op, jas aan’
  10. Kind nog hysterischer in jas gewurmd.
  11. ‘Even je zusje in de wagen doen en mijn zonnebril pakken.’
  12. ‘Oh, je wil ook je zonnebril?’
  13. Waar is dat ding gebleven?
  14. Rent naar boven, hoort beneden zusje huilen.
  15. Vindt zonnebril, rent naar beneden, ziet dat peuter gekke bekken boven de kinderwagen trekt.*
  1. Zonnebril op, hup: naar buiten.
  2. ‘Oh je wil de loopfiets mee? Prima. Maar mama gaat hem niet dragen, hè?’
  3. ‘Wel hier blijven! En wachten bij het begin van de straat’
  4. Wat hebben we hem toch goed opgevoed, hij wacht ook nog.
  5. ‘Nee!!! Wachten’
  6. ‘Ja, we gaan naar de speeltuin’
  7. ‘Ga maar lekker spelen, mama zit hier’
  8. ‘Nee, ik kan niet meespelen, want je zusje slaapt in de wagen’
  9. Niet weer gaan huilen, niet weer gaan huilen
  10. 5 minuten later: ‘Oh je wil naar huis?’
  11. ‘Je hebt honger?’
  12. ‘Oké.’
  13. ‘Oh je wil niet meer fietsen? Nee, we hadden een afspraak.’
  14. Niet weer huilen.
  15. Niet op de grond gaan liggen jammeren.
  16. NIET JAMMEREN
  17. ‘Oké, ik doe die @!#$% fiets wel onderin de wagen, ga maar op het plankje staan hiervoor.’
  18. Wat is het heet. Ze hadden toch maar 14 graden voorspeld vandaag? Hoezo zweet ik me kapot?
  1. Die jas moet uit. Nu.
  2. ‘Nee, alleen mama’s jas, die is namelijk met een peuter en een baby in en op een kinderwagen tegen een steile helling aan het lopen.’
  3. ‘Oh, je moet plassen?’
  4. ‘Houd je het nog tot thuis?’
  5. ‘Oké, in de bosjes dan maar.’
  6. Of tenminste, de berm. Naast de weg waar auto’s 50 rijden en het fietspad. Waar ik mijn dochter in de kinderwagen op moet laten staan, omdat peuter nog niet zelf kan plassen.
  7. 3 druppels verder.
  8. ‘Je bent klaar?’
  9. Mooi naar huis.
  10. Eindelijk thuis. Zweet onder m’n oksels. Zweetplekken in de blouse. Huilende baby. Jengelende peuter. Romantisch hoor, dat wandelen.

Lees ook: Je peuterpuber groente laten eten in 33 stappen

Beeld: iStock.com/monkeybusinessimages