Toen vs nu: je pasgeboren hummeltje en je zeurende dreumes
Na een aantal wat minder plezierige uren is eindelijk je baby’tje geboren. En hij is Perfect. Alles aan hem is Perfect en Schattig en Lief. Ja, dat kleine pasgeboren hummeltje is gewoon de perfecte uitvoering van een minimens en àlles wat hij doet of nodig heeft is totally the best. Op dat moment dan. Maar anderhalf jaar later … Tja.
Toen: Ohhh, kijk nou, een beetje melk op je mooie pakje. Weet je wat? Ik doe je gelijk lekker in bad, dan ruik je weer heerlijk en daarna doe ik gewoon voor de zestiende keer vandaag lekker frisgewassen kleertjes bij je aan.
Nu: Oh fuck. Heb je nou naast die sapvlek ook nog je chocoladehanden afgeveegd aan je shirt. Pffff. Alsof ik nog niet genoeg te doen heb. Nou kom, het is dat je naar de crèche moet, toch maar snel een ander shirt aan.
Toen: Ahh liefje, heb je er zo’n last van? Pers maar lekker weer je lieve kleine pampertje vol hoor, dan zullen we je vlug verschonen.
Nu: Shit. Alweer zo’n vieze kakluier. Echt waar? Kon je het nou echt niet in één lozen? Waar is die wasknijper? Man wat heb jij gegeten, een dooie walrus ofzo?
Toen: Kom maar mop, niet huilen. Het is ook zo zwaar allemaal. Liefie toch, we zullen lekker wat wiegen en knuffelen samen.
Nu: Nee, nu is het klaar. Stop met je gejank, je krijgt niet nóg een koekje. Nee!
Toen: Oh mijn lieverd, kreeg je nou een slokje water van je badje binnen? Bad mom. Kom maar vlug bij mij dan zal ik zachtjes op je kleine rugje kloppen.
Nu: Water in je oog? Ah stel je niet aan, ik moet je haren toch uitspoelen? Dan moet je je ogen maar dichthouden hoor, ik kan ook niet overal rekening mee houden. Hier, een washand.
Toen: Jeetje, slaapt hij nou nóg? Zal het allemaal wel goed gaan? Of is hij ziek ofzo? Of misschien wel dood?!
Nu: Slaap? Qué?
Toen: Ah heb je honger? Kijk eens, een lekker flesje melk. En ja, natuurlijk mag je die in zes etappes leegdrinken.
Nu: Honger? Ja joh? Pech, had je je brood maar op moeten eten. Over twee uur gaan we weer eten, dan neem je dan maar wat meer.
Toen: Wil je niet slapen? Snap ik kleine man. Kom je toch lekker even bij mij hangen, kijken we samen naar de ‘Titanic’. Oh, nee, oke. We kijken wel naar liedjes van BabyTV.
Nu: Ben je niet moe? Jammer dan, bedtijd is bedtijd en dat is NU. Dus je gaat gewoon naar bed en in bed zul je blijven. Waarom kun je nou nooit eens fatsoenlijk gaan slapen?
Toen: Ah gossie, moest je spugen? Lieverdje toch. Kom maar lekker bij mama liggen.
Nu: Ah lief kind, wat vervelend dat je je zo beroerd voelt - afgewisseld met - man, wat een lucht. Kon je niet even wachten tot papa thuis is? Getverderrie, al die stukjes ook. Bleegh.
Toen: Ohh wil je zo graag bij mama zitten? Dat wil mama ook! Lekker knus samen. Dat stomme huishouden wacht maar hoor. Jij en ik, nu en voor altijd.
Nu: Nee hoor, ik pak je niet op. Vermaak je maar even in de box, ik moet even stofzuigen/dweilen/koken/strijken/wc schoonmaken/.. En nee, janken helpt NIET.
Toen: Je bent het liefste kind dat er bestaat. Altijd.
Nu: Je bent het liefste kind dat er bestaat. Maar nu even niet.
Lees ook: 20 gedachten die je hebt tijdens de driftbui van je dreumes