Tropenjaren: kleuters en kappertje spelen
En ik dacht het nog wel zo goed voor elkaar te hebben. Ik ben alleen thuis met mijn drie meiden. Papa is pas laat thuis vanavond. Het ging nog wel zo goed vandaag …
Een paar keer op en neergelopen naar de peuterspeelzaal, enkele wasjes gedraaid, de bende opgeruimd en wat gepoetst. Ik besluit op tijd te beginnen met het avondritueel en als klap op de vuurpijl eten alle drie de meiden hun bordjes zonder al te veel gemopper leeg. Nou, nou, nou, het kan haast niet waar zijn. Wat een dag is dit! Ik geef mezelf een schouderklopje, want ‘dat heb je maar weer mooi geflikt, mama’.
Kleuters spelen samen
De bordjes zijn leeg en ons buurmeisje, tevens BFF van mijn kleuter (ja, die doen al aan BFF’s), huppelt vrolijk binnen. Ze mogen nog even samen spelen en och, wat spelen ze lief. Ondertussen stuur ik haar moeder een berichtje om te vertellen dat ze zo lief aan het spelen zijn. Wat een schatjes zijn het toch. Na een half uurtje besluit ik haar twee kleine zusjes alvast in bad te doen, zodat de beste vriendinnen nog even rustig kunnen spelen. Ze spelen immers zo lief samen. Had ik dat al gezegd?
Mijn babymeisje is ‘gewassen en gestreken’ en kruipt vrolijk in haar pyjama door de badkamer. Ook mijn peutermeisje is nu klaar om naar bed te gaan. Ze mag nog even in het grote bed televisiekijken. Ik loop naar beneden om de baby in de box te zetten, zodat ik haar flesje melk kan maken.
Naderend onheil
Zodra ik de laatste traptrede met mijn grote teen aanraak, zie ik het al. Ik voel het gewoon. Wat dan? Zie ik je denken. Ja, ik weet het niet. Iets. Twee paar ondeugende kleuterogen kijken mij aan. Twee meisjes giechelen. Dat kan toch nooit een goed teken zijn? “Wat?” vraag ik argwanend met mijn baby op mijn arm. Ik zet de baby in de box en vraag het nog een keer. “Wat? Waarom kijken jullie zo?” “Niks”, klinkt het in koor. Gevolgd door nog meer gegiechel.
Mijn kleuter zit op de bank met haar handen achter haar rug. Haar BFF staat voor haar en heeft ook haar handen op haar rug. Er moet iets te verbergen zijn! Mijn hersenen gaan tekeer. Wat zal ik doen? Hoe zal ik reageren? Moet ik die handen tevoorschijn trekken? Mijn babymeisje zit in haar box en geniet van het hele gebeuren met haar grote bambi-ogen. Ze voelt de spanning ook. “Wat hebben jullie gedaan?” “Niks”, zeggen ze met een big smile.
Peuterpuberteit
En dan … Net op het moment dat ik denk: laat ik die meiden maar even negeren, ik zie zo wel wat ze in hun handen hebben, draai ik me om en zie een eerste hint. Twee paarse elastiekjes. Niet zomaar elastiekjes, maar gevuld met een bosje haren. Hmm vreemd, denk ik nog. Nog steeds gaan er niet echt alarmbellen rinkelen (hoe naïef kun je zijn). Wat hebben ze die elastiekjes hardhandig uitgetrokken om zoveel haren mee te trekken, denk ik nog. Zij is mijn eerste exemplaar hè, dus ik ben nog niet echt bekend met deze boevenstreken. Achter mij is het stil. Alsof ze naderend onheil aan voelen komen.
TADAAAA
En dan, tegelijkertijd dat bij mij het kwartje valt, kunnen de BFF’s de spanning niet meer aan en tonen trots hun geheim: TADDAAAAAAAAAAAAAAAA. Allebei houden ze hun arm voor zich uit met in hun hand een plukje haar. Hun eigen haar, welteverstaan. En nog steeds glimlachen ze van oor tot oor.
Shit, denk ik. Hebben ze kappertje zitten spelen? En eerlijk gezegd … ik kan mijn lach bijna niet inhouden. Het komt door die gezichtjes hoor. Twee van die blije ondeugende snoetjes op een rij, de één met een bosje lichtblond haar in het handje en de ander met een bosje donkerblond haar. Als een soort van bloedbroeders, zusters voor het leven. Maar dan anders. “Ohhhhh wat hebben jullie gedaan?!”, probeer ik er toch nog wat boos uit te persen.
Kapsalon
Ik neem de plukjes haar uit hun handjes, draai me om en zie dan een soort van kapsalon-vloer in mijn woonkamer. Haar, haar en nog meer haar. O nee. Tevens zie ik het wapen liggen. Een vrolijke prinsessenschaar natuurlijk! En het ging nog wel zo goed vandaag. Ik had alles zo goed onder controle. Dacht ik …
Welke experimenten nog meer?
Tegen half 8 plof ik op de bank en neem mijn laptop op schoot. Drie kinderen liggen met volle buikjes, gewassen en gestreken in bed. Niet echt gestreken natuurlijk. Eentje is zelfs naar de kapper geweest. Alles is schoon en opgeruimd. Op een handveger en blik (met haar) na. Het viel toch best mee vandaag.
Gelukkig hebben ze het bij een plukje haar gehouden. Ik hoop maar dat het een eenmalig experiment was. En terwijl ik dat typ denk ik aan alle experimenten die nog komen gaan …
Dit verhaal is geschreven door Stèfanie Groeneveld - Van Hout en is afkomstig uit haar boek Tropenjaren. Op Instagram kun je Stéfanie volgen via Inspirerend Gekwebbel.