Hoe krijg je een kind zindelijk? Annette pakt het drie keer compleet anders aan
Hoe krijg je je kind zindelijk? Nou, we hebben inmiddels drie jongens thuis rondlopen en we hebben het drie keer compleet anders aangepakt! Wat we inmiddels wel weten is dat het allemaal begint met de piemelfascinatiefase.
Het is een dingetje, jongetjes en hun piemel, plasser of penis. Absoluut gefascineerd zijn ze door dat wurmpje waar ze opeens van alles mee kunnen. Van “kijk mama, ik ben een brandweer” tot “help mama, mijn piemel is opeens heel groot!”
Bewust worden van dat wormvormig aanhangsel
Uit ervaring weten we inmiddels dat zodra ze echt bewust worden van dat wormvormig aanhangsel en op onderzoek uitgaan, je ook langzaam kunt beginnen met ze proberen zindelijk te maken. Onze jongste is sinds kort helemaal in de ban van wat er allemaal in zijn luier te vinden is.
Nu met het warme weer heeft hij alleen het hoognodige aan, dus kan hij overal ook veel makkelijker bij. Wanneer ik nog even bij hem ga kijken in zijn bedje voordat ikzelf ga slapen, zie ik dat zijn bed drijfnat is en dat het tipje van zijn piemel buitenboord hangt. Hij heeft hem er weer uitgehaald en zichzelf helemaal onder geplast, maar het is nog altijd beter dan de handen vol poep die hij er gisteren uit wist te graaien.
Het potje in de kamer
Van de andere twee jongens weten we dat nu de tijd is aangebroken om het potje weer klaar te zetten. Bij de oudste was het een flink gevecht om hem zindelijk te krijgen, omdat we er veel te veel bovenop zaten. Bij de tweede hadden we daar absoluut geen zin meer in en die is min of meer vanzelf zindelijk geworden, wat voor iedereen een stuk relaxter was. Daarom zetten we dit keer het potje, een schattig walvisje met een deksel, een beetje beschut in de kamer en besteden we er verder niet al te veel aandacht aan.
Dat potje is voor je broertje
Blijkbaar hoeven we bij de derde geeneens meer uit te leggen waar het potje voor dient, want die taak hebben zijn grote broers wel op zich genomen! Meerdere keren loop ik de kamer binnen terwijl er een grote kleuterbips over dat potje hangt, waarna ze vervolgens trots met een volle plasbak naar de wc lopen om de boel daar leeg te kieperen.
“Euh, sorry heren, dat is niet de bedoeling. Jullie kunnen gewoon naar de wc blijven gaan, dat potje is voor je broertje”, zeg ik terwijl ze me schaapachtig aankijken. “Maar ik vind dat potje veel makkelijker en leuker en dan hoef ik niet helemaal naar de wc te gaan”, is hun logica.
Het komt vanzelf wel goed!
Uiteindelijk weten we ze te overtuigen, voor nu, dat ze toch echt te groot zijn voor het potje en dat ze hun broertje de kans moeten geven om erop te gaan zitten. Sean vindt het potje echter totaal niet interessant en elke keer wanneer we hem erop willen zetten, rent hij vlug naar buiten op zijn blootje om daar in de tuin te staan plassen.
Ik ben benieuwd hoe lang het dit keer duurt voordat hij zindelijk is. Hoe dan ook, we leggen er geen druk meer op. Het komt vast een keer vanzelf zolang we het maar blijven aanbieden. Zoals mijn oma altijd zei: ‘Ze dragen heus geen luier meer als ze zestien zijn. Het komt vanzelf wel goed!’
Lees ook: De piemelfascinatiefase: ‘Mama, waar is jouw piemel?’