Eveline schakelde een gezinscoach in: We waren ten einde raad met onze kinderen
Bram en ik zitten zuchtend op de bank. Wéér een dag overleefd met onze twee jonge kids, een zoontje van vier en dochter van twee en een half jaar. Ze liggen eindelijk, na een hoop geruzie en gedoe in bed. Ik kijk naar Bram, die onderuitgezakt in de bank zit en zich begeeft in de ideale wereld van Facebook en Instagram. Even weg van hier. Even bijkomen van de werkdag en de stress die tot een uur of 19.30 uur ons leven beheerst.
De problemen zijn ontstaan toen de jongste werd geboren. De oudste was toen 19 maanden. Hij heeft het moeilijk met haar komst, zo lijkt het. Al vanaf het begin reageert hij zijn frustraties op haar af. Inmiddels staat onze dochter ook haar mannetje en zitten ze elkaar behoorlijk in de weg. Bijvoorbeeld als ze in de zandbak zitten te spelen. Ons meisje wil iets dus vraagt dat. Ze krijgt het niet en dus haar zin niet. Ze wordt boos en slaat haar broer met een gietertje. Hij wordt boos en slaat haar terug. Hard. Gevolg: een meisje met een blauw geslagen oor en hoofd inclusief bloed.
Ik kan wel janken
Toen onze dochter klein was en over de grond kroop, was onze zoon boos op haar, omdat ze iets pakte van hem. Zonder erover na te denken gaat hij op haar rug staan en doet hij alsof ze een trampoline is. Dan pakt hij haar hoofd vast en slaat deze even een paar keer flink tegen de grond. Moedeloos word je ervan!
Dus na weer een heftige dag val ik met een zucht op de bank, voetjes omhoog … ik kan wel janken. Waarom kunnen ze niet gewoon lief zijn tegen elkaar? Waarom lukt het ons niet om het gezellig te houden? Wat doe ik verkeerd? Ik ga, net als Bram, met mijn telefoon in de hand al scrollend door de wereld van Facebook. Daar kom ik plotseling een post van Marlous tegen.
Doe maar. Bel haar maar!
Marlous is coach in opleiding en zoekt een gezin. Ik kijk naar Bram, hij is nog steeds verzonken in de digitale wereld. Ik maak een screenshot van de oproep en stuur deze naar Bram. Naast mij hoor ik het pingen van zijn telefoon. Op WhatsApp zie ik dat Bram online komt. Zijn ogen gaan over het scherm. Hij kijkt op en zegt: “Doe maar. Bel haar maar!”
Meteen stuur ik Marlous een berichtje. Vrijwel direct krijg ik een berichtje terug, of we morgenochtend even kunnen bellen. Bij mij gaan de alarmbellen af. Bellen?! In de ochtend? Maar dan zijn de kids wakker en vást aan het ruziën. Ik kan nóóit een normaal gesprek voeren met hen in de buurt. Dus stuur ik naar Marlous dat het eventueel ook nú kan wat mij betreft. Twee minuten later, gaat mijn telefoon. De eerste drempel is genomen.
Wij kunnen de antwoorden niet vinden
Als ik opneem vertelt Marlous eerst iets over haarzelf en de opleiding tot gezinscoach die zij volgt. Zij heeft een gezin nodig om te begeleiden. Wij hebben hulp nodig. Bram en ik spreken dat wel eens uit, maar tóch voelen we altijd een drempel. Zijn wij nou écht van die ouders die het niet kunnen? Ligt het aan onze kinderen? Doen wij iets verkeerd? En wát dan? Begrijpen we elkaar niet?
Wij kunnen de antwoorden niet vinden. Ik maak een afspraak voor aanstaande vrijdag. Dat is al snel. Na ons gesprek ontvangen wij een intake-formulier die ik direct, samen met Bram, invul en terugstuur. Zo, nu heb ik in ieder geval het gevoel dat ik niet meer terug kan. En dat is fijn, want dat heb ik nodig.
Tijdens de dagen die volgen denk ik steeds aan de afspraak die we vrijdag hebben. Krijgen we dan een sleutel voor de oplossing? Nee, ik moet niet te rooskleurig gaan denken want dan kan het alleen maar tegenvallen. En natuurlijk hebben we niet de oplossing in één avond. Bram en ik tellen de dagen af. Was het maar vast vrijdag …