Natuurlijk, peuters en kleuters moeten zich leren aan te passen. En natuurlijk moeten ze naar je luisteren. Maar soms heb je gewoon even geen zin in gedoe en strijd. Ze zeggen niet voor niets: twee is nee. In die fase zitten ze in de ‘peuterpuberteit’. Wat je ook zegt, doet of vraagt, het antwoord is standaard nee. Heel vervelend, maar wel nodig, want in deze fase ontwikkelt je kind z’n eigen ego en persoonlijkheid. Ze worden minder afhankelijk van jou en verzetten zich tegen jouw gezag. Het heeft allemaal te maken met grenzen ontdekken en ervaren. Wil je het een beetje gezellig houden thuis? Zeg dan onderstaande dingen vooral niet tegen je peuter.

Wat je beter niet tegen je peuter kunt zeggen

1. Hoe een spel gespeeld moet worden.
   Dat is zo onbelangrijk. Hij wint toch, hoe dan ook!

2. Voor het middagslaapje: ‘Kom ‘we’ gaan naar bed.’
   ‘Jij mag fijn in bed spelen’, werkt veel beter. Zo heb jij even rust. En de kans bestaat dat hij toch in slaap valt.

3. Het is tijd om op te ruimen.
   Gooi met veel enthousiasme speelgoed in de bak, wedden dat hij in no time mee helpt!

4. Het eten is heel lekker!
   Als jij dat vindt, vindt hij dat bij voorbaat al niet.

5. Je moet …
   Beter is: Je mag niet … Dan wil hij het vaak juist wel.

6. Ik ga je haren uitspoelen.
   Niet zeggen, gewoon doen. En snel. Dat bespaart gemiep.

7. ‘Je bent moe hè.’
   Al stort hij bijna in, na deze zin is hij weer vol energie.

Je kind straffen, zo doe je dat

Maar soms gaan ze gewoon te ver. Dat moeten ze ook leren. Maar hoe straf je je kind? Dat kan nog behoorlijk lastig zijn. Er zijn een aantal regels voor, die we al eerder voor je op een rijtje zetten. Maar de belangrijkste: straffen mag nooit het belangrijkste element van de opvoeding zijn. Het werkt vaak veel beter om goed gedrag te belonen.

Lees ook: 10x jullie grootste irritaties als moeder