Miranda werd opgevoed door zwaar narcistische ouders en dit zijn de gevolgen

Miranda werd opgevoed door zwaar narcistische ouders en dit zijn de gevolgen

Wanneer je papa en of mama wordt, komen er veel vragen in je op. Kan ik ze alles geven wat ze nodig hebben? Natuurlijk is niemand perfect, maar je doet in ieder geval je best. Wat als je zelf groot gebracht bent door twee narcistische ouders?

Narcisme, wat is dat eigenlijk? Zelf vind ik de vergelijking het makkelijkst met de bloemen, narcissen. Ze zien er leuk uit, vrij normaal. Niet echt een bloem waarvan je verwacht dat er geen andere bloem bij kan of mag groeien. Zo lijkt het met narcistische mensen ook te gaan. Ze weten goed te verbloemen dat er geen mens om hen heen persoonlijk mag groeien. Zij willen controle over je houden. Dit is mij overkomen. Voor het kind in mij was het geen fantastische ervaring, maar het heeft me gemaakt tot wie ik ben en achteraf gezien kan ik trots op mezelf zijn dat ik nu zo in het leven sta. De lotus die uit de modder herrees!

Oordelen is waar zij extreem goed in zijn

Enkele mensen uit mijn omgeving weten het. Ik durf het eigenlijk niet heel goed bespreekbaar te maken omdat ik nog steeds bang ben voor hun oordeel. Oordelen is waar zij extreem goed in zijn. Ik weet dat er heel veel personen zijn die ook hiermee te maken hebben gehad. Om mijn verhaal te doen hoop ik anderen ook te kunnen inspireren en wie weet te helpen. Je bent niet alleen!

Tot en met mijn 26e durfde ik bijvoorbeeld met oud en nieuw nergens anders heen te gaan dan bij hen. Ze vertelden mij dat als ik ergens anders heen zou gaan ik een slechte dochter zou zijn. Dat ik hun liet stikken en enkel aan mijzelf dacht. Inmiddels zijn er wat jaren en therapieën verstreken en besef ik mij dat mij dat schuld gevoel aangepraat is.

Ik ben gewoonweg bang gemaakt

Een kind is vaak loyaal naar zijn of haar ouders toe. Ik ben gewoonweg bang gemaakt. Hoe ontstond die angst eigenlijk? Heel veel gebeurtenissen zijn veilig weggestopt.

Ik was niet zo’n geweldige eter (nu snap ik waarom). Vaak lustte ik het gewoon echt niet. Maar dat maakte niets uit. Je moet opeten wat er op je bord komt. Dus werd het er gewoon ingedrukt! Als ik tegen ging werken ontstonden er andere sferen. De sferen die mij zo bang hebben gemaakt. Boze rood doorbloede ogen keken mij aan. Er werd geschreeuwd. En uiteindelijk werd ik aan mijn haren de gang op gesleurd en kreeg ik een pak rammel. Ik was pas vijf jaar oud de eerste keer dat ik me kon herinneren.

Zij raakten op dat moment de controle over mij kwijt. Praten konden ze niet. Dus was dit hun laatste machtsvertoon. Dit hele traject gebeurde iedere keer weer als ik niet precies deed wat zij wilden. Dan was ik een rot kind. Dit gebeuren speelde zich zelfs een keer af terwijl er een vriendinnetje bij mij was. Hierna is er bijna nooit meer een vriendinnetje bij mij geweest.

Ik kon niets

Deze gewoonte hield pas op toen ik ongeveer 11 jaar oud was. Op school kreeg ik te zien dat geslagen worden, ook door je eigen ouders, eigenlijk niet normaal was. Als dit gebeurde kon je de kindertelefoon bellen. Toen ik dit besefte stond ik voor mijn gevoel sterker. Het stond weer op het punt te gebeuren. Rood doorbloede waterige ogen … geschreeuw. Ik was doodsbang, maar toch vechtte ik er tegen. Ik riep: “Als je mij nu slaat ga ik naar de politie, want ik weet dat zelfs jij dit niet mag doen!” Dit zagen ze niet aankomen. Het lichamelijke geweld hield op maar het geestelijke werd daarin tegen extremer.

Ik kon niets.
Ik was een lelijk kind.
Ik was dom. Ik snapte helemaal niets.
Andere kinderen konden alles wel, maar ik kon niets.

Dingen die ik leuk vond werden stom gemaakt. Altijd commentaar in negatieve zin. Ging ik kleuren, verven of tekenen, dan was dit steevast geklieder. Ging ik zingen, dat klonk het nergens naar. Wat een geschreeuw. Als ik moest huilen, voor zolang ik me kan herinneren, geen arm om me heen die me troostte. Geen kalmerende woorden. Alleen maar geschreeuw dat ik moest ophouden te janken.

Je leeft om dood te gaan

Ik had me heel graag willen verdiepen in de muziek, maar dat mocht niet. Wat kan je daar nu mee verdienen? Geen enkel vriendje of vriendinnetje deugde. Sterker nog, er was geen mens die deugde. Alles wat er in de omgeving van mijzelf gebeurde was raar. Die lui zijn ook niet goed wijs. Het leven is stom. Je leeft om dood te gaan en daarna is er niets. Een zwart gat.

Niet een erg fijne troostende gedachte voor een kind die in de bloei van het leven stond. Kortom, ik werd overal bang voor gemaakt. Zelfs voor het leven zelf. Vooral werd mij een schuldgevoel aangepraat. Uiteindelijk was ik het meest bang voor mijn eigen ouders. Mijn veilige haven die alles behalve veilig was.

De jaren gingen zo door. Ik ging op mezelf wonen en kon me beetje bij beetje los wrikken van mijn ouders en hun oordeel. De angst bleef nog heel lang. Ik leerde mijn vriend kennen. Ik besefte me toen ook dat mijn jeugd en zelfs hoe het contact op dat moment ging eigenlijk verre van normaal waren. En ja hoor. Daar kwamen de oordelen weer. Over mijn vriend. Ik moest een rijke kerel gaan zoeken. Ik zei ook: “Wat heb ik aan al dat geld als er geen liefde is?” Dit begrepen zij niet.

Ik wist dat ik mijn leven met hem wilde delen. Dus? Ik stond op tegen mijn ouders. Alles liep uit de hand. Voor mezelf werd het juist beter. Ik kreeg rust in mijn hoofd. Dat negatieve stemmetje stond op de achtergrond. Ik leerde naar mijn eigen gevoel te luisteren. Alle puzzelstukjes vielen dankzij mijn vriend en de therapie redelijk op hun plek.

Zolang het negatief was, was het oké

Wel bleef altijd de vraag: waarom? Dit was iets wat ik moest vergeten. Hier was en is geen antwoord op. De conclusie voor mij werd op een gegeven moment duidelijk dankzij therapie. Zij zijn bang voor het leven, omdat zij niet alles onder controle hebben. Het liefste hadden ze dat ik bij ze in een hoekje ging zitten, negatief doen over alles en iedereen. Zolang het negatief was, was het oké.

Toen onze twee mannen geboren werden zou je denken dat ze anders zouden kijken. Maar nee. Alles draaide nog steeds om hen. Zij kwamen de heren voor het eerst bewonderen in het ziekenhuis. Ik gaf borstvoeding, maar vooral niet in hun bijzijn, want zelfs hier deden ze negatief over. Dus. Ze moesten even wachten. Natuurlijk was dat genoeg voer om over te klagen. Als het nog langer duurde gingen ze weer. Na de voeding nam ik snel een shot van die morfinepomp, want anders zou ik exploderen. Voor mij begon het gevecht toen pas echt.

De strijd met de moeder in mij begon

De strijd met de moeder in mij begon. Ik was nog steeds bang. Maar het meest bang was ik dat ik net als hen zou worden. Gelukkig wil het niet altijd zeggen dat je zo wordt als dat je opgevoed bent. Ik heb het voorbeeld hoe ik niet wil zijn. Ik ben met mindfulness begonnen, zodat ik in contact kom met mijzelf. In mij ontwaakt de eigen moederleeuw die er alles aan doet om haar kinderen alle liefde te geven die zij verdienen. Liefde die ik zelf niet gehad heb. Het gaat erom dat ik ze een gevoel van veiligheid kan geven. Dit gevoel heb ik zelf nooit gehad. Straffen vind ik nog steeds erg lastig, maar ook dat gaat steeds beter.

Het zal altijd een strijd blijven als je opgevoed bent door narcistische ouders. Wat je allemaal als kind hebt meegemaakt wordt een soort van normaal. Dingen die je aangepraat krijgt blijven in je hoofd. Iedere dag. Gelukkig is het ook steeds minder aanwezig en zal het vanzelf verwateren als ik naar mijn eigen ik blijf luisteren.

Ik geef de jongens wat zij verdienen. Alle liefde! Ik blijf luisteren naar ze. Ze mogen ’no matter what’ zichzelf zijn. Dan zal dit hele verleden verwateren tot een vage droom en ben ik weer bijna helemaal wie ik hoor te zijn.

Beeld: iStock.com