'Hoe lang houd ik dit leventje met de ideale schoonzoon nog vol ..?'
Een liefdevol, harmonieus koppel: dat zijn Erika (31) en Juliën (31) altijd geweest. Voor de komst van hun kinderen Jeppe (7), Pip (5) en Fynn (2), en erna. Want zelfs met de hectiek van drie kinderen, is ruziemaken hen vreemd. Toch lijkt eeuwige harmonie ook niet altijd de juiste weg.
Juliën is een goedzak, altijd al geweest. Dat is ook de reden dat ik voor hem ben gegaan. Ik weet hoe het is om met iemand samen te zijn die een sterke eigen mening heeft en deze nooit opzij wil zetten. Mijn ex was zo iemand en de eeuwige ruzies over non-onderwerpen hebben onze relatie de das omgedaan. Daarom wilde ik iemand die niet altijd maar de strijd aangaat. Iemand die zijn ego opzij kan zetten en - net als ik - een harmonieus leven wil. Misschien zelfs een tikkie saai.
Jij bent degene die ik zoek
Toen ik Juliën tegenkwam op een feestje wist ik daarom direct: jij bent degene die ik zoek. Het was niet direct vuurwerk vanuit mij, maar ik wist dat ik bij hem die rust en stabiliteit kon vinden waar ik al zo lang naar op zoek was én waarvan ik dacht dat je het nodig hebt om een warm gezin te kunnen zijn. Kinderen groeien tenslotte het liefst zonder ruziënde ouders op. Onze relatie had een vliegende start. Binnen drie maanden woonden we al samen en als we het ergens over oneens waren, dan praatten we er rustig over. Het knetterde dan wellicht niet zoals in mijn vorige relatie, het knetterde in ieder geval ook niet door ruzies.
Hoever kan ik gaan?
Eenmaal zwanger begonnen bij mij de hormonen op te spelen. Ik begon een beetje te commanderen, werd soms onredelijk en begon zelfs te kijken hoe ver ik bij hem kon gaan. Juliën reageerde overal even begripvol op. Ergens heel lief en lekker makkelijk, maar het frustreerde me soms een beetje. Is deze man eindeloos begripvol? Neemt ‘ie me niet serieus? Of interesseert het hem gewoon allemaal geen fluit? Als ik hem ernaar vroeg zei hij dat ik het al zwaar genoeg had met die dikke buik en dat hij geen ruzie met me wilde maken.
Meneer wil de lieve vrede bewaren tijdens mijn bevalling
De bevalling van Jeppe was heftig. Het duurde lang voordat hij er was en er werd amper naar mij en mijn wensen geluisterd door het ziekenhuispersoneel. Tijdens deze bevalling begon Juliëns zachtaardige karakter me voor het eerst echt tegen te staan. Hij wist wat mijn wensen waren en het was zijn taak om voor mijn belangen op te komen. Ik wilde op een gegeven moment graag een ruggenprik omdat ik het gevoel had dat ik het niet meer aan kon. De verloskundige vond dat echter niet nodig. Ik had de kracht niet om met haar in discussie te gaan, maar Juliën durfde ook niet voor mij te gaan staan en die ruggenprik op te eisen. In plaats daarvan zei hij tegen mij: ‘Luister maar naar de verloskundige, zij weet wel wat ze doet.’ Een lulsmoes natuurlijk; meneer wilde de lieve vrede bewaren - zoals altijd. Ik heb hem dit nog lang kwalijk genomen.
Het ideale gezin voor de buitenwereld
De bevallingen van Pip en Fynn kwamen allebei uit een boekje. Ik had geen pijnbestrijding nodig en er werd genoeg naar mijn wensen geluisterd. Dat was natuurlijk heel fijn, maar hierdoor heb ik ook niet gezien of hij nu wel als een echte vent voor mij was opgekomen tegenover het zorgpersoneel. Voor de buitenwereld lijken we nog steeds het ideale gezin. Maar de laatste jaren, met een peuter, kleuter en een ouder kind in huis, zijn natuurlijk pittig. Fynn is geen beste slaper, dus mijn lontje is weleens kort. En juist op die momenten merk ik dat ik Juliën steeds vaker begin uit te dagen.
Ik kat ‘m af als ik te weinig heb geslapen
Ik begin me meer en meer te ergeren aan dat eindeloze begrip van hem en het feit dat er geen greintje kwaad in zit. Soms is het toch gewoon lekker om even al je opgekropte woede eruit te schreeuwen terwijl je met de borden door de kamer smijt? Hij zal zich toch ook wel aan mij ergeren? Ik laat vaak rommel door de kamer slingeren, vergeet dingen, heb veel te weinig zin in seks en ben regelmatig chagrijnig-zonder-goede-reden. Maar ik hoor hem er amper over. En áls hij al eens ergens iets over zegt, dan is het op zo’n zachtaardige manier, dat er geen ruzie over te maken valt. En dus ga ik steeds vaker de grens opzoeken. Ik kat ‘m af als ik te weinig heb geslapen of ik begin expres over een knappe collega. Bij mijn ex zouden dit soort gesprekken allang geëscaleerd zijn, maar het lijkt soms alsof het Juliën allemaal niet zo veel interesseert.
Hij lijkt wel bang voor ruzie
Zeker sinds de kinderen er zijn, lijkt hij steeds meer conflictvermijdend. Het is alsof hij bang is voor ruzie en spanning in huis en dat hij daardoor gaat pleasen. Hierdoor heb ik het gevoel dat ik af en toe ontzettend over hem heen wals. Ik heb Juliën weleens gevraagd of hij nou echt nooit boos op me is of geïrriteerd raakt door mij. Hij zegt dan dat dat niet vaak voorkomt, maar ook dat ruzie niet goed is voor de kinderen en hij het dus heel snel van zich af laat glijden. Dat snap ik wel, maar het is heus niet erg als we af en toe ons stem verheven of er een verbale matpartij plaatsvindt waar de kinderen bij zijn. Hoe weten ze dan later hoe ze om moeten gaan met conflicten? Zolang wij het maar aan ze uitleggen en laten zien hoe je het weer goedmaakt met elkaar, toch!?
Fantaseren over een man die tegengas geeft
Ik had het nooit verwacht sinds mijn ex, maar steeds vaker fantaseer ik weer over een man die ergens voor staat. Een man die mij tegengas geeft, want blijkbaar heb ik dat toch een beetje nodig. Misschien niet in de hoedanigheid van mijn ex, maar dit andere uiterste is ook niet ideaal, blijkt nu. Ik wil ook niet dat onze kinderen opgroeien met het idee dat je alles moet doen om de lieve vrede te bewaren. Ze moeten leren om voor zichzelf op te komen. Ze moeten leren om voor hun eigen mening te staan. En ze moeten leren om respectvol ruzie te maken en het weer goed te maken. Steeds vaker denk ik: is onze relatie wel in balans? Daagt hij me genoeg uit? Een beetje saai gezinsleven is helemaal oké, maar er zijn grenzen. Hoe lang houd ik dit gezapige leventje met deze ideale schoonzoon nog vol ..?”
Dit artikel is eerder verschenen in magazine WIJ.