'Grappig, hoeveel relaxter je bent met een tweede kind'
Grappig, hoeveel relaxter je bent met een tweede kind. Bij Lola las ik me suf. Ik wist niets en alles was nieuw. Wat hebben we allemaal nodig voor zoān baby? Welke speen is goed? O jee, spenen zijn helemaal niet goed?! Maar hoe krijgen we haar dĆ”n stil? Fuck it, we doen toch een speen. Hoe maak ik dat bedje op? Wel of niet inbakeren? Heeft ze het niet te warm of te koud? Wie snapt die TOG-waardes, dat is toch hogere wiskunde? Waar vind ik een voedingsschema? Moet ze dit al kunnen? Slaapt ze wel genoeg? Hoe zorg ik dat ze beter slaapt? Hoe werkt dit? Hoe moet dat?
‘We doen nu maar wat’
Nu bij Sophie doen we maar wat. Niet omdat we het allemaal al zo goed weten - het is verrassend hoe weinig je onthoudt van die eerste fase; de kraamverzorgende moest alles uitleggen alsof we het voor het eerst meemaakten. Maar we maken ons gewoon niet meer zo druk. Of misschien zijn we te druk om ons druk te maken, dat kan ook. Waar we bij Lola een hele studie maakten van de oefenhapjes, is het nu iets wat er steeds bij inschiet. Bij de opvang vragen de leidsters steeds of ze al fruit mogen geven, terwijl wij nog niet voorbij de eerste groentehapjes zijn. Sorry, sorry, ja we gaan er nu Ć©cht haast mee maken. Maar ja, dan valt Sophie weer als een blok in slaap na een dag opvang en dan laten we haar lekker doorslapen tot de late-avond-fles. Weer geen hapje gegeven. Ach, komt wel.
Het werkt
Schemaās of een ritme hebben we al helemaal niet - ze slaapt wanneer ze moe is en eet wanneer wij denken dat ze honger heeft. Goed, we houden globaal een x-aantal uren aan tussen de flessen en de slaapjes, maar we laten onze dag er niet door bepalen. Misschien zijn we laks en groeit deze baby op voor galg en rad. Maar het mooie is: het werkt. Tot nu toe dan. Sophie groeit goed, lacht de hele dag door en slaapt prima (al houdt ze minder van slapen dan wij hadden gehoopt). Mogelijk belandt ze later in jeugddetentie, maar ach, dat zien we dan wel weer.
Deze column heeft in magazine WIJ gestaan en is geschreven door journaliste Roxanne Vis. Ze heeft samen met haar vriend Arne twee dochters, Lola (3) en Sophie (4 maanden).