Een miskraam: ‘Ik had niet gedacht dat het zo eenzaam zou zijn’

Een miskraam: ‘Ik had niet gedacht dat het zo eenzaam zou zijn’

Een miskraam komt voor bij 10 tot 15 procent van alle zwangerschappen. Waarom praten we er dan zo weinig over? Dat er nog een taboe op rust, ondervond journalist Philippine Dike-Dankelman (36), die na drie goede zwangerschappen een miskraam kreeg. ‘Ik droeg een groot verdriet, en niemand die het wist.’

Geschreven door Philippine Dike-Dankelman

Dromen van een groot gezin

Dolgelukkig waren we toen ik zwanger bleek van nummer vier. De droom voor een groot gezin is er altijd geweest en we beseften ons maar al te goed wat voor ongelofelijke bofkonten we waren met al drie prachtige, gezonde kinderen. En achteraf gezien dus ook met drie goede zwangerschappen. Deze vierde baby zou de kers op de taart worden en ons gezin compleet maken. Ik zag ons al zitten met z’n zessen aan tafel. Omdat mijn cyclus vrij regelmatig was, wist ik op welke dag ik ongesteld zou moeten worden en dus ook wanneer ik een zwangerschapstest kon doen. En jawel, een dag na het uitblijven van mijn menstruatie verschenen er twee blauwe streepjes op het staafje. Hartstikke zwanger. Vol trots belde ik de verloskundige voor het maken van een afspraak. Bij acht weken mochten we langskomen voor een eerste echo. We besloten tot die tijd nog even niks te zeggen over de nieuwe baby. Aan de kinderen thuis niet en ook niet aan familie en vrienden. Het was nog even ons geheim.

Klein erwtje

Vol vertrouwen, en achteraf gezien wellicht ook ietwat naïef, stapten we de verloskundigenpraktijk binnen. Het was fijn om alle bekende gezichten van de lieve dames daar weer te zien en het voelde gelijk weer zo vertrouwd. Lachend liet ik mijn onderbroek zakken en klom op de bank voor de echo. Verwachtingsvol keken mijn man en ik naar het zwarte scherm dat boven in de hoek hing. Daar zouden we zo onze baby op kunnen zien. De echoscopiste mompelde iets en vroeg of ik de datum van mijn laatste menstruatie wel echt zeker wist. De grootte van het erwtje op het scherm, het kindje in mijn buik, kwam namelijk niet overeen met mijn berekening van de zwangerschapsduur. Het liep ruim een week achter in groei. Dat kon twee dingen betekenen: ik had het mis of het ging mis.

Het kon twee dingen betekenen: ik had het mis of het ging mis.

Eindeloos wachten op de volgende echo

Twee weken moesten we wachten op de volgende echo. Het waren de langste weken uit mijn leven. Op internetfora las ik ervaringen van zwangere vrouwen bij wie het uiteindelijk toch goed bleek - te danken aan een verkeerde berekening of een late innesteling en vrouwen bij wie het niet goed afliep. Aan mijn lijf begon ik ook te twijfelen; de ene dag voelde ik me hartstikke zwanger en de andere dag sloeg de onzekerheid weer toe. De misselijkheid had plaatsgemaakt voor extreme vermoeidheid en mijn borsten waren met vlagen pijnlijk. Was ik nou zwanger of niet? De dag van de echo was ik ontzettend zenuwachtig, ik kreeg geen hap door mijn keel. Ik had geen flauw idee wat deze echo ons zou gaan brengen, het was voor mijn gevoel echt kop of munt. Met bonzend hart ging ik bij de verloskundige op de bank liggen. Terwijl zij met het echoapparaat op zoek ging naar ons kindje, schoten mijn ogen heen en weer op het zwarte scherm, op zoek naar een flikkerend lichtje. Alsjeblieft, laat er een kloppend hartje zijn dacht ik. De echoscopiste schudde langzaam haar hoofd. Er was geen beweging of groei te zien. Het bleek stil in mijn buik. Dit kindje zou er niet gaan komen.

Missed abortion

Het hartje leek met negen weken al te zijn gestopt. Een missed abortion, vertelde de verloskundige. Een miskraam, zonder dat ik het doorhad. Ze gaf ons drie opties mee: ik mocht nadenken of ik wilde afwachten tot mijn lijf de miskraam zelf zou opmerken en op gang zou brengen. Optie twee was om de miskraam op te wekken met medicatie en optie drie was een curettage. Hoe ik die middag ben doorgekomen weet ik niet meer, ik geloof dat ik alles op de automatische piloot deed. Pas toen de kinderen in bed lagen, voelde ik de ruimte om in mijn hoofd af te spelen wat er die dag was gebeurd. Mijn hele lijf deed pijn, een soort hevige spierpijn. Ik troostte me met de gedachte dat er van alles mis zou zijn met dit kindje en dat het beter was zo, maar ik voelde me intens verdrietig. Die nacht ben ik een paar keer huilend wakker geworden. Ongeloof, boosheid, teleurstelling, schuldgevoel en verdriet wisselden elkaar af. Had ik iets kunnen doen om de miskraam te voorkomen?

Lees ook: Miskraam: afwachten, medicijnen of curettage?

De pijn, het verdriet en de eenzaamheid

Ik hoopte dat mijn lijf het vruchtje vanzelf snel los ging laten, nu mijn hoofd wist dat er geen baby zou gaan komen. Met de verloskundige maakte ik de afspraak om in ieder geval nog een week te wachten. Het zou wel een soort mini-bevalling kunnen worden, waarschuwde ze me. Zeker omdat mijn lijf het nog niet eerder had afgestoten en nog zo ‘zwanger’ was. Waar ik eerst nog bleef doorwerken onder het mom van ‘met mij is niks aan de hand’, besloot ik me toch ziek te melden en thuis op de bank de miskraam af te wachten. Ik meed al het sociale contact en dook recht het verdriet in. Ik was echt aan het rouwen. Op internet zocht ik naar ervaringen van anderen die een miskraam hadden meegemaakt, maar kwam weinig tegen. Waarom werd er zo weinig over gesproken? Ik deed zelf ook mee het in de taboesfeer te houden, want had slechts één vriendin in vertrouwen genomen. Haar steun was heel fijn, maar tegelijkertijd heb ik me nog nooit zo eenzaam gevoeld. De miskraam was één van de verdrietigste dingen die ik heb meegemaakt en ik stond er helemaal alleen voor. Zo voelde het. De pijn, het verdriet en de eenzaamheid, ik vond het loodzwaar. Als verdoofd bracht ik de halve dag huilend onder een deken op de bank door, om ’s middags als de kinderen uit school kwamen weer te doen alsof er niks aan de hand was.

Niet hier, wel in onze harten

Na een week afwachten of mijn lijf de miskraam zelf zou uitdrijven, wilde ik het met medicatie proberen. Iedere dag langer zwanger zijn van een levenloos vruchtje trok ik mentaal niet meer. In het ziekenhuis kreeg ik nogmaals een echo om de miskraam vast te stellen en gaf de gynaecoloog me twee soorten medicijnen mee om de miskraam op te wekken. Mijn lijf begreep het zetje en deed wat het moest doen. Net als bij mijn drie eerdere bevallingen dook ik mijn bubbel in. Alleen nu met een andere afloop. Ik heb het vruchtje opgevangen en in een bakje gelegd. Gelijk voelde ik een soort rust. Het was klaar, hij was er (ik was ervan overtuigd dat het een jongetje was) en we zouden hem voor altijd in onze harten mee dragen. Bij de plaatselijke kweker kochten we een klein perenboompje voor in de tuin en in hetzelfde gat van het boompje, legden we het vruchtje. Zo bleef hij toch bij ons gezin.

Taboe op miskraam

Na de miskraam heb ik me nog heel lang schuldig gevoeld over het verdriet. Ik had toch al drie gezonde kinderen? Waarom kon ik niet blij zijn met ons gezin zoals die was? Inmiddels besloot ik er open over te zijn en deelde ik mijn verhaal met meer mensen in mijn omgeving. Ik vond het helend om over de miskraam en de pijn die erbij hoort te praten en merkte dat ik niet de enige was. Waarom rust er dan eigenlijk nog steeds een taboe op als 10 tot 15 procent van de vrouwen dit meemaakt? Tegen mijn man zei ik: dit nooit meer. Een volgende zwangerschap met het risico nog een keer een miskraam mee te maken durfde ik lange tijd niet aan. Toch was het ons nog een laatste keer gegund: ik mocht voor de vijfde keer zwanger worden. En hoewel de zwangerschap niet meer onbezorgd was, is ons gezin na geboorte van onze vierde nu helemaal compleet.

Dit artikel is eerder verschenen in magazine WIJ.

Beeld: iStock.com/Dima Berlin