Alle clichés zijn waar, of toch niet?
Er is geen enkel onderwerp in het leven waar zoveel clichés over bestaan als het moederschap. Dat begint als je zwanger bent en stopt eigenlijk nooit meer. Je weet vast wat ze zeggen over clichés: ze bevatten een kern van waarheid, anders waren ze niet aan hun titel gekomen. Als kersverse moeder legt journalist Selien Koster negen veelgehoorde clichés onder de loep en vertelt ze jou of ze waar zijn - of niet.
In december 2023 kreeg ik mijn eerste kind - een zoontje, Mink. Tussen alle felicitaties en goedbedoelde adviezen door, hoorde ik in de negen maanden voorafgaand aan mijn bevalling heel veel clichés. Ook sinds hij er is, houdt de stroom aan ‘waarheden’ niet op. Deze negen clichés hoorde ik het meest, maar zijn wat mij betreft lang niet allemaal waar.
1. De dagen zijn lang, maar de jaren zijn kort
Met andere woorden: de tijd gaat snel. En ja, dat is écht waar. Als ik nu foto’s terugzie van vlak na de geboorte, voelt dat als gisteren, maar tegelijkertijd kan ik me niet voorstellen dat hij zo klein is geweest. Ook als ik de pasgeborene baby’s van vriendinnen zie, lijkt het als vorige week dat-ie ter wereld kwam, terwijl hij al zoveel groter is.
Als moeder heb je een koffie-infuus nodig.
2. Moe, moe en nog eens moe
Op dit cliché zijn verschillende variaties te bedenken: ‘Als moeder heb je een koffie-infuus nodig’, ‘Moeder is de overtreffende trap van moe’, ‘Je weet niet wat moe zijn is, tot je een kind krijgt’ - en ga zo maar door. Hier ben ik het voor honderd procent mee oneens. Allereerst vond ik de vermoeidheid tijdens de zwangerschap veel erger. En ja, ik ben wel eens moe, maar dat was ik voor de baby ook. Ook vind ik moe zijn veel minder erg, omdat het is vanwege mijn kind. Waar ik alles voor zou doen, omdat ik zóveel van hem hou - zie punt 3.
3. De liefde voor je kind is een liefde die je nog niet kent
Dit is heel erg waar! Ik voelde niet meteen een overweldigende liefde toen hij op mijn borst werd gelegd (ik dacht vooral dingen als: godzijdank dit zit erop, ik ben niet meer zwanger, wat een feest, hij is er, hoe kan dit, wat is er zojuist in hemelsnaam gebeurd?!), maar die liefde was er heel snel. Dat ging overigens ook gepaard met angst (o jee, wat als-ie iets heeft en ik niet weet wat het is?!), maar dat is logisch. Ik hou zoveel van hem dat het soms pijn doet, omdat ik bang ben dat er iets met hem gebeurt.
4. Een bevalling is zwaar, maar er is er nog nooit eentje blijven zitten
Een dooddoener waar je niets aan hebt. Het is dan wel waar, maar slaat ook helemaal nergens op. Nee, er is er nog nooit één blijven zitten, maar dat heeft niets te maken met het feit dat de bevalling zwaar is en pijn doet. Dus dit cliché benoem ik tot drogreden, met onjuiste oorzaak-gevolgrelatie.
5. De pijn van je bevalling ben je zo vergeten
Voor mij is dit absoluut niet waar. De pijn ben ik niet vergeten. Ik weet nog hoe graag ik wilde dat het voorbij was, ik weet nog precies hoe het in m’n buik voelde tijdens de weeën en hoe ik zei: ‘Ik kan niet meer, ik kan dit niet’ (alsof ik een keuze had). Maar wat wel zo is: ik zou het voor Mink nog honderd keer doen.
6. De poep van je kind stinkt niet
Totale bullshit - om maar in de terminologie te blijven. De poep van Mink stinkt, zeker nu hij ook hapjes krijgt. Ik verschoon hem met liefde en ik vind het minder erg dan ik van tevoren had gedacht, maar het stinkt, want het is poep. Net zoals dat zijn plasluiers stinken en dat de melkkotsjes permanent een vleugje stinkdier achterlaten.
7. Je krijgt er zoveel voor terug
Waar. Zelfs als hulpeloos hoopje baby, krijg je er echt een hoop voor terug. Bijvoorbeeld toen hij urenlang bij me op de borst lag te slapen, heerlijk. Of als ik de enige ben die ‘m tot rust kan brengen, omdat-ie zich zo veilig voelt bij me. Of de eerste keer dat hij naar me lachte, omdat ‘ie me herkende. Zijn eerste schaterlach. Het zijn echt stomme, kleine dingen (nog een cliché) - maar je krijgt er echt veel voor terug.
8. Geniet van je zwangerschap, want het is zo voorbij
Deze is voor mij deels waar, deels niet waar. Als ik nu terugkijk, zijn die negen maanden voorbij gevlógen. Maar tijdens de zwangerschap vond ik het ontzettend lang duren. Die eerste twintig weken gingen snel, omdat er zoveel spannende dingen gebeurden; de termijnecho, de 13-wekenecho, de geslachtsecho, de 20-wekenecho. Daarna was het tien weken gewoon leuk; ik voelde me goed, had een mooie buik en kon gewoon mijn leven leven. Maar die laatste tien weken duurden voor mijn gevoel net zo lang als de eerste dertig. En toen bleef Mink ook nog eens zitten tot week 41. Hij had het trouwens nog prima naar z’n zin daarbinnen, dus toen ben ik ingeleid. Ook dat genieten vond ik vanaf week 30 een stuk moeilijker. Met +25 kilo, vocht overal, geen enkel kledingstuk dat nog leuk stond … Bij het woord ‘genieten’ stel ik me toch wat anders voor.
9. Je eigen kind is het mooiste kind op aarde
100% waar. Je ziet ook niet dat je kind niet mooi is als-ie net geboren is. Ik dacht: oh wat een prachtig, schattig kereltje. Maar als ik nu foto’s terugkijk van die eerste paar dagen, was het een behoorlijk verfomfaaid mormel, ehhh, mannetje. Nogal wiedes als je 4190 gram weegt en door zo’n klein gaatje moet, maar het is maar goed dat je als moeder onder invloed van de hormonen niet ziet dat je kind in elkaar gevouwen is. Inmiddels is-ie uit de vouwen en echt het mooiste kind ter wereld, maar dat vinden alle ouders van hun kind. Dus om dan maar af te sluiten met een cliché: je wordt inderdaad een beetje verliefd op je eigen kind en dat is volgens mij heel gezond en goed.
Dit artikel is eerder verschenen in magazine WIJ.