5x als moeder doe ik ook maar wat
Een kind komt niet met een handleiding, dus als ouders bluf je je soms ook maar door een situatie heen. Dat begint al vanaf het moment dat ze geboren worden en dat gaat nog wel een aantal jaartjes zo door. Dit waren mijn grootste âbustedâ momenten waarop pijnlijk duidelijk werd dat ik soms ook geen idee heb wat ik doe.
1. De eerste uren
Dit begon al meteen na de geboorte van de oudste, toen de verpleegster ons in de auto zette en ik naar dat kleine kruimeltje naast me in de maxi-cosi keek. Mag hij zomaar met ons mee?! We zijn pas net twee uurtjes ouders en hoe moet ik nu al precies weten hoe ik hem in leven houd, wanneer ik hem moet voeden of hoe ik hem veilig in zân bedje leg?
Met mân meest zelfverzekerde gezicht bedank ik de verpleegster, terwijl mijn man niet harder dan 30 kilometer per uur durft te rijden met die gloednieuwe kostbare lading aan boord. Maar toen de kraamhulp belde en zei: âgoed, dan kom ik morgenochtend langs. Of wil je liever dat ik vanavond nog even langs kom?â schoot het er bij ons beiden volmondig uit: âVANAVOND NOG! We hebben geen flauw idee wat we nu moeten doen.â
2. Komt wel goed schatje
Het is kerstfeest en mijn oudste zoon mag voor het eerst meedoen met een toneelspel op school. Vlak voordat de show begint klaagt hij over buikpijn en ik zeg nog geruststellend. âKomt wel goed, joh. Je vindt het vast gewoon een beetje spannend. Straks is het weer weg.â Hij heeft die nacht zijn hele kamer ondergekotst en heeft nog drie dagen lang liggen overgeven vanwege een zware buikgriep. Oeps, compleet verkeerde inschatting gemaakt.
3. Educatief inschattingsfoutje
Een gezellig dagje op het strand veranderde in een traumatische ervaring die mijn kinderen waarschijnlijk voor het leven getekend heeft. Een groepje krabben was rustig aan het rondscharrelen en ik dacht âleuk, kan ik ook eens educatief doen!â Mijn kinderen durfden niet dichterbij die âspinnen met pantsersâ te komen en terwijl ik het geijkte zinnetje zeg: âAch, die dieren zijn banger voor jou dan jij voor henâ draait de hele groep scharen zich naar ons toe en de krabben rennen op volle snelheid op ons af. Ik moet toegeven dat ik gillend mijn kinderen voorbij ben gerend. Leermomentje = mama is een held op sokken!
4. Tandartsje spelen
Het is âs avonds laat en onze zoon kan niet slapen vanwege zijn wiebeltand. Om hem uit zijn (en ons) lijden te verlossen overtuig ik hem dat ik die tand er wel even uittrek. âNee, mama niet doen! Dat doet zeer!â Welnee joh, mijn moeder trok die tanden er vroeger ook altijd bij ons uit, even draaien, nagels eronder en klaar. Voel je niks van. Terwijl hij met zijn ogen dicht mij aan zijn tand laat trekken, moet ik toch bekennen dat dat ding nog flink vastzit.
Terwijl ik zân tand meerdere keren om zân eigen wortel draai, en hij het ondertussen uitgilt, moet ik bekennen. âJe had gelijk. Die tand blijft voorlopig nog wel even zitten. Sorry.â Ik mag sindsdien bij geen enkele tand meer in de buurt komen.
5. Angstzweet
Zoals elk jaar vliegen we met het hele gezin naar onze familie in Ierland. De jongens beginnen wat groter te worden en snappen veel meer. Onze middelste zoon ziet zoân vliegtuig opeens helemaal niet meer zitten. âStraks stort-ie neer! Ik wil niet met het vliegtuig!â âAh nee joh, ben je gek! Vliegen is hartstikke leuk en zoân vliegtuig stort niet zomaar neerâ, zeg ik zo laconiek mogelijk terwijl ik ongemerkt een kalmeringspil naar binnen werk en mân klamme zweethanden afveeg aan mijn broek. Wanneer we even later hoog in de lucht hangen begint het vliegtuig te rammelen en de lampjes pingen aan dat iedereen zân gordel om moet doen. Tijdens de flinke turbulentie krijg ik een boos âik zei het tochâ-gezicht toegeworpen. Volgend jaar gaan we maar met de boot.
Lees ook: ‘Hoe ik alle ballen hoog houd? Nou niet!’