Ik wenste dat mijn kind in een gelukkiger tijdperk was geboren
Iedere week deelt een mama anoniem haar bevallingsverhaal. Deze week het verhaal van een moeder die met acht maanden zwangerschap haar schoonvader verloor en waarbij de bevalling niet soepel verliep. En dat ook nog eens ten tijde van een pandemie. ‘Het is uiteindelijk goed gekomen en we zijn blij, maar het voelde raar en dat voelt het nog steeds.’
“Ik was 36 weken zwanger. Mijn buik was breder dan mijn heupen en iedere kleine beweging deed pijn. Lopen, zitten en opstaan gingen allemaal moeizaam. De pandemie zat ook niet mee, dus ik sloot mezelf uit voorzorg maar op.
Reanimeren schoonvader
Op een warme zomernacht hoorde ik geschreeuw bij de onderburen. Ik werd wakker, deed snel wat aan en stormde de trap af met mijn megabuik. Daar lag hij dan, levenloos op de grond. Mijn schoonvader. Met mijn acht maanden oude foetus in de buik begon ik hem te reanimeren. Het tien minuten lang geven van borstcompressie heeft niet mogen baten. Hij was al overleden. Een maand voor de geboorte van zijn kleinkind. Wat had hij ernaar uitgekeken.
IJskoude warme ontvangst
Een paar dagen voordat dit gebeurde hadden we het nog over de geboorteversieringen. Een ballonnenboog voor de deur, twee grote roze ooievaren in de voortuin, bloemen en roze lintjes op de trapleuning en een grote sweet table met een bloemenwand als achtergrond. Ik hoefde me nergens druk om te maken. Ik zou uit het ziekenhuis terugkomen in een prachtig versierd huis. IJskoud was die warme ontvangst.
Mentale gezondheid achteruit
Mijn mentale gesteldheid ging nu nog meer achteruit dan mijn fysieke. Ik kon nergens anders meer aan denken, het verlies was veel te pijnlijk en ik kon alleen maar huilen. Niet wetend dat dat mij duur zou komen te staan tijdens de bevalling.
Op 21 september was ik uitgerekend. Ik zou op 28 september ingeleid worden als de baby niet vanzelf wilde komen. Daar zag ik tegen op. Tot mijn verbazing kwamen de eerste weeën al op vrijdag 25 september rond 11 uur ‘s ochtends. Het voelde als een soort golf die zomaar kwam en weer verdween. De weeën werden steeds intensiever en kwamen steeds korter op elkaar.
Op zaterdagavond kon ik het niet meer uithouden. Ik wilde even lekker in bad gaan liggen om de rugpijn te verminderen, maar wist niet dat de weeën dan zouden intensiveren. Langer dan twee minuten kon ik het in bad niet uithouden.
De weeën kwamen nu bijna om de vijf minuten en ik begon te huilen van de pijn. Ik wist dat de bevalling dichtbij was. Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis, bleek dat ik nog geen ontsluiting had. De weeën hadden dus nog niks gedaan. Ik kreeg een pijnstiller en bleef in het ziekenhuis. Ik lag daar, op het ziekenhuisbed, met angst en verdriet. Mijn man mocht niet bij me blijven, dat waren de nieuwe coronaregels. Ik voelde me eenzaam en verlaten door alles en iedereen. Zondagochtend om 5:00 uur werd ik wakker door het geluid van een knal. Mijn vliezen waren gebroken. Van mijn Google-onderzoek wist ik dat dit betekende dat ik mijn baby bijna in mijn armen kon houden.
‘Na de scan veranderde de coronaregels voor mijn man, toen wist ik: daar was iets niet goed pluis’
Ik liep in mijn eentje over de gang. Er was te weinig personeel. Ik stapte in de lift, als een verloren kind dat in haar broek had geplast. Eenmaal beneden aangekomen werd er een ctg-scan gemaakt. Ik moest me na afloop omdraaien en mocht niet meer naar het scherm kijken. Er werd nog eens gescand. Na afloop van de scan werd ik verzocht naar een andere kamer te gaan waar nog een scan zou worden gemaakt en waar ik mijn man kon informeren. De beveiliger zou ervan op de hoogte worden gebracht dat mijn man, ondanks de coronamaatregelen, naar binnen zou mogen gedurende de hele bevalling en niet alleen bij de persweeën. Dat vond ik raar. Daar was iets dus niet goed pluis.
Geen ruggenprik door hartslag baby
Om zes uur ‘s ochtends had ik drie centimeter ontsluiting. Ik vroeg om een ruggenprik toen de weeën intensiever werden, maar ze moesten eerst zeker weten dat de hartslag van de baby goed was. Ik raakte lichtelijk in paniek en vergat de ruggenprik. Tot 09.30 heb ik de weeën weg gepuft. Ik zat toen al op volledige ontsluiting en het was te laat voor een ruggenprik. Ik mocht beginnen met persen. Twee uur en een kwartier heeft het persen geduurd, maar tevergeefs. Ik had geen kracht.
Het was goed en we waren blij, maar het voelde raar
De baby’s hartslag was stabiel, totdat het kwart voor 11.45 werd. Ze kreeg het moeilijk en haar hartslag ging extreem omlaag. Er was geen tijd meer voor een keizersnede. Ze moest er onmiddellijk uit. Het enige wat ik me daarvan kan herinneren is het geluid van de pomp: een harde woesj. Ik schreeuwde het uit terwijl ik haar tevoorschijn zag komen.
Daar was ze dan, aan het trillen van angst. Meteen stopte ik met schreeuwen om haar niet nog meer angst aan te jagen. Ze legden haar op mijn borst en ik knuffelde haar. Het is allemaal uiteindelijk goed gekomen. We waren blij. Maar het voelde gewoon raar en zo voelt het nog steeds. Ik wenste dat mijn kind in een gelukkiger tijdperk was geboren."
Deel je verhaal
Wil je ook graag je verhaal aan andere mama’s (to be) vertellen? Dat kan! Schrijf een blog (500 - 800 woorden) en stuur die naar redactie@wij.nl. Wie weet delen we jouw verhaal binnenkort op de kanalen van WIJ. Verhalen kunnen ook anoniem geplaatst worden en bevallingsverhalen zijn altijd anoniem. Let op: we delen geen verhalen die elders gepubliceerd zijn.