
Cheyenne: ‘Tijdens mijn bevalling deed ik wat goed voelde’
Na een heftige eerste bevalling die eindigde in een spoedkeizersnede, hoopte Cheyenne bij de tweede op een betere ervaring. Dat geluk had ze: deze keer beviel ze op een natuurlijke manier en beleefde ze een droom van een gouden uur.
Wat voorafging
Na de geboorte van onze zoon Luan wilden Dylan en ik heel graag een tweede kind, maar we wisten dat dat niet makkelijk zou worden. Voor Luan hadden we al bijna twee jaar in een fertiliteitstraject gezeten. Ik had geen cyclus en bleek cystes op mijn beide eierstokken te hebben. We hebben van alles geprobeerd, het meeste tevergeefs. Maar uiteindelijk was de laatste poging, hormonen slikken en progesteron inbrengen voor het tweede deel van de cyclus, wonder boven wonder succesvol.
Een jaar na de geboorte van Luan zijn we opnieuw een vruchtbaarheidstraject ingegaan. Artsen konden vijf maanden lang geen eisprong bij me ontdekken. In de zomer besloten we op advies van de gynaecoloog even te pauzeren. Na de zomerstop zouden we verder gaan met een intensiever traject. Maar je raadt het misschien al: zo ver kwam het niet. In die zomerstop bleek ik zwanger.
Veel bloedverlies
Toen de zwangerschapstest twee streepjes aangaf, kon ik het haast niet geloven. Ik heb gehuild van geluk. In week 8 had ik ineens veel bloedverlies. Bij Luan was dat ook al gebeurd, toen bleek het te komen door een hematoom, een soort bloeduitstorting in de baarmoeder. Volgens het ziekenhuis was de kans érg klein dat dat nog een keer zou gebeuren, maar het was toch weer het geval. Deze keer voelde ik: dit komt goed. Het was al een wonder dat ik zwanger was geraakt, en dat was heus niet voor niets gebeurd. Ook dit kind blijft, wist ik. En ja hoor: bij 16 weken was het hematoom weer verdwenen, precies zoals bij Luan was gebeurd.
Zwanger zijn
Ik vond het beide keren heerlijk om zwanger te zijn. De misselijkheid in het begin deed daar niets aan af. Ik genoot zo van al die bewegingen in mijn buik. Ik praatte vaak tegen Levíne, ik zei goedemorgen en welterusten, en sprak de hoop uit dat ze in elk geval tot week 37 mocht blijven zitten. Ik was er elke dag dankbaar voor dat we kinderen kunnen en mogen krijgen, en dat ben ik eigenlijk nog steeds.
In het ziekenhuis
De bevalling van Luan was uitgelopen op een spoedkeizersnede, omdat hij klem kwam te zitten en niet verder kon komen dan 9 centimeter ontsluiting. Deze keer hoopte ik op een natuurlijke manier te bevallen en gelukkig kon dat. Ik moest wel in het ziekenhuis bevallen, maar dat vond ik ook fijn: als er dan iets misgaat, ben je al op de juiste plek.
Hoe het begon
Op een maandag in week 38 kreeg ik wat krampen in mijn buik. De krampen zetten niet door, maar kwamen wel steeds terug. Ook de volgende dag, toen ik een controle had in het ziekenhuis. Ik bleek een centimeter ontsluiting te hebben. Terug thuis merkte ik dat de krampen wat intenser werden. Toen ik ook wat bloed verloor, heb ik het ziekenhuis gebeld. Een paar uur later kon ik langskomen. Voor de zekerheid seinde ik geboortefotograaf Mirjam in, al voelde het niet alsof de bevalling echt was begonnen. Maar toen Mirjam rond 22.00 uur mijn kamer binnenkwam, zag ze gelijk dat het wel degelijk serieus was.

De bevalling
Bij de bevalling van Luan zat ik veel meer in mijn hoofd, nu durfde ik mijn lichaam te volgen en verschillende houdingen aan te nemen. Ik deed gewoon wat goed voelde en liet het meer over me heen komen. Ik wist inmiddels: je kunt wel een mooi geboorteplan hebben, maar het komt toch zoals het komt. Ik weet nog dat Mirjam zei: als je het gevoel hebt dat je moet persen, moet je het zeggen. Een paar weeën later voelde ik dat, en toen braken ook gelijk mijn vliezen. De verloskundige bevestigde dat ik 10 centimeter ontsluiting had en zei dat ik mocht persen.
Het moment suprême
Het persen vond ik erg pittig. Ik was bang dat Levíne net als Luan klem zou komen te zitten. De verloskundige merkte dat en probeerde me gerust te stellen. Ze stelde voor om met haar hand mee te bewegen in de baarmoedermond, en dat maakte echt een verschil. Later bleek dat Levíne was gaan draaien en een sterrenkijker was geworden. Ook zij kwam daardoor klem te zitten, net als Luan. Daarom had ze die hand nodig. Ik ben blij dat de verloskundige het op deze manier heeft aangepakt. De pijn op het moment dat het hoofdje stond, ben ik nog niet helemaal vergeten: ik voelde gewoon dat ik flink aan het uitscheuren was.
Toen ze er eenmaal uit was, kon ik Levíne zelf aanpakken en op mijn borst leggen, precies zoals ik had gehoopt. Dat gouden uur - dat bij Luan zo anders was verlopen - kon ik nu optimaal beleven, ze hebben ons bijna twee uur heerlijk laten knuffelen. Ik heb er intens van genoten. Wel moest ik uitgebreid gehecht worden, maar dat is goed gedaan.
De kraamtijd
In het begin was Levíne erg onrustig; ze huilde veel. Omdat ze wat klem had gezeten, bleek een nekwerveltje niet helemaal goed te zitten. Een osteopaat en een kinderfysiotherapeut hebben ons daarbij geholpen, maar het heeft best even geduurd voor het beter ging. Alleen bij mij kon ze haar rust vinden. Ik heb haar 2,5 maand hele dagen lang gedragen in een draagzak. Zelfs als ik ging plassen, ging zij mee. Het was erg intensief, maar tegelijkertijd voelde het goed dat ik haar die geborgenheid kon bieden. Met Levíne gaat het nu gelukkig heel goed. Ze is heel vrolijk en alert, maakt veel contact. Ik ben nog steeds haar favoriete persoon, maar dat vind ik natuurlijk niet erg.
Het moederschap geeft me zo veel voldoening; iedere dag voelt als een cadeau
Het moederschap
Ik heb zoveel liefde te geven aan die kleintjes. Nu Levíne 5 maanden is, heb ik nog steeds geen nacht vijf uur achter elkaar mogen slapen. Maar ik krijg zoveel energie van haar en haar broer dat ik toch iedere ochtend fris en fruitig weer opsta. Over een jaartje heeft ze me ’s nachts niet meer nodig, dus ik geniet. Natuurlijk zijn er wel mindere momenten, maar die vallen in het niet bij al het moois. Het moederschap geeft me zo veel voldoening; iedere dag voelt als een cadeau.
Dit artikel is eerder verschenen in magazine WIJ.