Suus (32) kreeg een kraampsychose
De zwangerschap was er één uit een boekje, de bevalling mondde uit in een keizersnee. Kleine Sophie deed het meteen prima, maar haar moeder Suus (32) kon, toen de kraamhulp weg was, de slaap niet meer vatten. “Ik sliep anderhalve week helemaal niet.”
“Sophie lag in een stuit, maar ik wilde graag proberen via de natuurlijke weg te bevallen. Ik heb haar tot aan de billetjes naar buiten weten te persen, maar daarna schoot het niet op. Werd het dus toch nog een keizersnee. Ik zeg weleens: ik heb twee bevallingen gehad en maar één kind. In het ziekenhuis was het fijn. Als verse ouders weet je natuurlijk nog niets, dus het was prettig om alle verzorging goed uitgelegd te krijgen.
Na twee nachten mochten we naar huis. Ik was van tevoren een beetje bezorgd: hoe zou de kraamverzorgende zijn? Mijn voorgevoel werd bevestigd. Ze was op z’n zachtst gezegd een bijzondere vrouw met wie ik totaal geen klik had. Ze deed wat ze moest doen, maar ze had totaal geen empathisch vermogen en oog voor mijn onzekerheid. En dan zijn de dagen lang met een persoon die zo in je privésfeer zit. Ook mocht er vanwege corona niemand anders langskomen als zij er was. Ik had zo graag mijn familie om me heen gehad. Na acht dagen vertrok ze. Dat nooit meer!”
Grip op de realiteit kwijt
“Ondertussen sliep ik steeds slechter. Sophie lag heerlijk in haar bedje bij ons op de kamer te slapen. Mijn vriend Bart (32) ook. En ik staarde hele nachten naar het plafond. Overdag kon ik de slaap ook niet vatten. Het is bijna niet te geloven, maar op een gegeven moment had ik anderhalve week helemaal niet geslapen. Ik werd kribbig, Bart kon niets goed doen. Ik maakte me druk om allerlei onbenulligheden. Bovendien kreeg ik borstontstekingen en daardoor hoge koorts. Gek genoeg, maar wel fijn, ging de borstvoeding heel goed. Los van de pijn dan, ik zat klappertandend te voeden.
Bart en mijn moeder, die er vaak was, maakten zich grote zorgen en lieten de huisarts komen. Hij schreef zware slaapmedicatie voor. Maar dat hielp ook niet. Het ging steeds slechter met mij. Ik had pijn, koorts, het zweet droop regelmatig van me af en ik raakte compleet mijn grip op de realiteit kwijt, kon niks verdragen. Vriendinnen mochten vijf minuten langskomen en stonden fluisterend aan mijn bed. Toen ik ook nog een naar hoestje kreeg, werd gevreesd voor corona. Het ambulancepersoneel in beschermende pakken kwam mij ophalen. Heel akelig, ik wilde alleen mee als Bart en Sophie bij me konden blijven. Bij hoge uitzondering, omdat ze zagen dat het slecht met me ging, mocht dit.”
Opdracht om een film te maken
Eenmaal in het ziekenhuis gaf ik me over aan de verzorging. Gelukkig testte ik negatief op corona. Ik kreeg zwaardere slaapmedicatie en voelde iets van rust over me heen komen. Sophie werd verzorgd op de kraamafdeling. Die nacht ging het mis: ik belandde in een psychose. Ik was me er bewust van, maar het lukte niet om eruit te komen. Ik zag mezelf in het bed liggen en kreeg een opdracht ‘van boven’ om een film te maken. De opnames waren in het ziekenhuis en het verplegend personeel was de cast. Ik gaf ze aanwijzingen: de gordijnen moesten dicht, want de set was te licht; de klok tikt te hard, dus die moest weg. Ze deden het ook nog, wat mij het gevoel gaf dat het allemaal echt was.
Maar het werd steeds akeliger. Er moest iemand uit mijn omgeving dood en ik moest kiezen. Om dit te vermijden dwong ik mezelf tot 10 te tellen in de hoop dat ik wakker zou worden. Ik gilde het uit. Het glas water dat ik kreeg aangereikt, sloeg ik tegen de grond. Het medicijninfuus trok ik eruit. Bart werd gebeld. Hij schrok zich kapot toen hij mij zo aantrof, maar wist gelukkig tot mij door te dringen. Ik was verbaasd om hem te zien: ‘Jij doet toch niet mee aan de film en je loopt zomaar door de set heen.’ Hij praatte op me in en wist me over te halen de pillen te nemen. Daarna werd ik overgebracht naar de PAAS-afdeling, waar ik twee weken ben gebleven.”
Er komt niets meer binnen
“De psychose was heftig, maar duurde gelukkig niet lang. Wel werd ik goed in de gaten gehouden. Bart kwam elke dag met Sophie, ik kon niet alleen met haar zijn. Stapje voor stapje probeerden we dingen uit. Lunchen in het ziekenhuis, lunchen buiten het ziekenhuis, een dagje naar huis. Verder sliep ik alleen maar, alsof ik alles in moest halen. Toen ik na twee weken thuis kwam, voelde dit veilig, al heb ik de medicatie nog maanden gebruikt voor ik ging afbouwen.
Een kraampsychose kan iedereen overkomen. Bij mij was het een cocktail van niet kunnen slapen, me druk maken om allerlei dingen, de hormonen, de borstontsteking en de koorts. Ik heb intensieve gesprekken gehad met de psychiater en praat nog steeds regelmatig met haar, maar dan omdat ik dit zelf graag wil. Mijn werk als kleuterjuf kon ik pas na zes maanden met een half uurtje per dag opbouwen. Prikkels, geluiden, kleuren … ik ben nog steeds gesloopt als ik er teveel van krijg. De radio staat niet meer aan, ik zit niet veel op mijn telefoon en ik pak mijn rust zo veel mogelijk. Vooral als ik een drukke dag voor de boeg heb. Soms ben ik helemaal gesloopt en dan komt er letterlijk niks meer binnen of uit mijn handen. Ik hoop dat mijn verhaal bij anderen mogelijk een psychose kan voorkomen, doordat ze bepaalde signalen herkennen.”
Hoe gaat het nu?
“Op zich gaat het goed met me. Ik boek vooruitgang en hoop ooit weer de oude te zijn. Gelukkig heb ik fijne mensen om me heen. In de eerste plaats Bart. Hij heeft door dit alles een heel hechte band met Sophie opgebouwd, omdat hij de verzorging op zich nam. En mijn moeder is er veel geweest, net als mijn vader. Sophie, nu ruim een jaar, is mijn zonnestraaltje. Ze is heel lief en vrolijk. Ik heb echt nooit het gevoel gehad dat het door haar kwam. Ik voel juist alleen maar liefde voor haar.
Zou ze nog de oude worden?
Bart: “Het was een heftige ervaring. De aanloop ernaartoe was pittig, omdat je je eigen vrouw niet meer herkent. Stap voor stap verloor ik de persoon van wie ik hou. Op de dag van de psychose dacht ik letterlijk dat ik haar zou verliezen. Er gingen allerlei scenario’s door mijn hoofd, ook omdat ze zelf aangaf dat ze dood zou gaan. Hoe lang moest ik haar missen? Zou ze nog de oude worden? Zou ik mijn eigen bedrijf nog kunnen aansturen of fulltime papa worden? Nu een jaar later hebben we het allemaal goed voor elkaar. Ik heb een sterke band met mijn dochter en de liefde voor mijn vrouw is groter dan ooit. We zijn dichter naar elkaar toegegroeid. Ook omdat ik de enige was die ze vertrouwde tijdens de psychose.”
Tips voor partners
1 op de 1000 vrouwen maakt een kraampsychose mee. Helaas is er weinig aandacht voor dit fenomeen ter preventie. Bart en Suus hebben een aantal tips voor de partner op om te letten om het vroegtijdig te kunnen signaleren.
- Heeft je partner geen goed gevoel bij de kraamzorg? Twijfel niet, vraag dan direct om een ander.
- Verandert je vrouw méér dan je verwacht? Schakel dan professionele hulp in.
- Probeer je vrouw zoveel mogelijk te ontlasten na een (zware) bevalling.
Dit artikel is geschreven door Jannelies Blommaert en is eerder verschenen in magazine WIJ.