Nee, je gaat niet dood. Je bent ‘gewoon’ aan het ontzwangeren
Uitgemergeld en uitgeput slenter ik naar de huisarts. Van elke scheet die ik laat krijg ik een paniekaanval, en dat zijn er behoorlijk wat de laatste tijd. Sinds de bevalling ‘zit het niet lekker’ daarbinnen. M’n darmen kronkelen en lijken constant hun draai te zoeken, de vloer ligt bezaaid met mijn uitvallende haren en terwijl mijn zoon moddervet wordt met drie onderkinnen vliegen mijn kilo’s er in rap tempo af.
‘Negen maanden op en negen maanden af’, hoorde ik altijd tijdens mijn zwangerschap maar dat ontzwangeren zo pittig is, daar had ik geen idee van.
Tja, ik denk dat het gewoon bij het ontzwangeren hoort
“Je voelt geen emotionele afstand tot je kind?” vraagt mijn dokter om een postnatale depressie uit te sluiten. Nee, eerder het tegenovergestelde. Ik zit zowat aan zijn wiegje gekluisterd en smelt bij elk gaapje wat hij doet. “En slaap je overdag nog wat bij?” Braaf knik ik ja, al is dat niet helemaal de waarheid. Ik probeer het wel, maar er is altijd wel een reden om nog even het bed uit te springen. “Tja, ik denk dat het gewoon bij het ontzwangeren hoort, maar we kunnen ook nog een bloedtest doen voor de zekerheid. Kijken of je schildklier goed werkt.”
Blijkbaar is het niet ongewoon dat vrouwen na een zwangerschap last krijgen van een zogenaamde overactieve schildklier, waarbij de hormonen volledig uit balans zijn. De symptomen passen wel bij me. Slecht in slaap kunnen vallen, haaruitval, buikklachten, hartkloppingen, gewichtsverlies, paniekaanvallen en algehele malaise. “Prik daar dan ook maar op”, zucht ik instemmend, ervan overtuigd dat ik minstens een terminale ziekte heb ontwikkeld sinds de bevalling want een gezonde jonge vrouw kan zich onmogelijk zo slecht voelen zonder reden, toch?
Weinig over gesproken
Een week later zit ik weer tegenover mijn huisarts. “De uitslagen van de bloedtest zijn prima in orde”, zegt ze met een meelevend glimlachje. “Kortom je bent kerngezond”. Opgelucht, maar ook een beetje teleurgesteld vraag ik haar waarom ik me dan zo beroerd voel en waarom andere kersverse moeders door het eerste jaar heen lijken te fietsen. “Je moest eens weten hoeveel moeders ik hier wekelijks heb zitten met precies dezelfde klachten, alleen wordt er weinig over gesproken met elkaar. Het is negen maanden op, en negen maanden af”. Ah daar is die befaamde uitspraak weer. “En sommige vrouwen voelen zich pas na anderhalf jaar weer hun oude zelf.”
Ik maar denken dat ontzwangeren slechts een paar kraamtranen en zes weken bloedverlies was. Al zwabberend loop ik achter mijn kinderwagen aan weer naar huis. “Nee lieverd, je mama gaat niet dood”, mompel ik tegen m’n vrolijk kraaiende baby van nu bijna zes maanden oud. “Ik ben ‘gewoon’ aan het ontzwangeren.” Gekke dingen toch, die hormonen.