Het leed dat opvang heet
Het is dinsdagochtend en ik kom al wat later als gewenst aan bij onze gastouder. Ik ben zelf nog niet helemaal wakker en ook niet helemaal fit. Ik vertel dat onze kleine man gisteren wat last had van zijn buikje maar vanochtend wel gewoon goed heeft gegeten. De gastouder meld dat ze ook iets te vertellen heeft.
Per eind september moeten ze stoppen met de opvang van onze kleine man, ze vertelt dat ze te vol zit en dat onze kleine man eruit moet. Ze geeft aan het erg vervelend te vinden, maar dat ze gedwongen wordt door de overheid. Ik luister naar haar verhaal en overvallen door deze mededeling vraag ik per wanneer: eind september is het antwoord. Zo snel denk ik bij mezelf, dat is over 4,5 week.
Een negatief idee bij gastouders
Wat ze allemaal vertelt klinkt aannemelijk en ik stap in de auto. In de auto op weg naar mijn werk zakt het en bedenk ik bij mezelf, het klinkt helemaal niet aannemelijk. Als je vol zit, neem je toch gewoon geen nieuwe kinderen aan. Nu komen er nieuwe kinderen bij en onze kleine man moet eruit. Lijkt mij een omgekeerde werkelijkheid? In mijn woonplaats is het al zo moeilijk om opvang te zoeken, zeker op de dagen dat wij opvang nodig hebben.
Onze eerste gastouder stopte al met de opvang voordat onze kleine man daadwerkelijk geboren was, de tweede gastouder (waar we super tevreden over waren) besloot na bijna negen maanden opvang met pensioen te gaan en nu gaat onze derde gastouder ook al stoppen. We verslijten ze aan de lopende band. Maar het ergste nog, ik krijg een negatief idee bij gastouders en dat vind ik jammer.
Op zoek naar een kinderdagverblijf
Ondanks dat ik de voorkeur geef (of gaf) aan een gastouder, ga ik nu toch op zoek naar een kinderdagverblijf. Een beetje vastigheid, zowel voor mijn kleine man als voor mijzelf.
Na wat heen en weer mailen en een wijziging van mijn werkdagen vind ik een kinderdagverblijf waar we langs mogen komen. Op maandagochtend hebben we een rondleiding en moeten wij wel erg wennen aan het āschoolseā en dat het toch wel wat groter is. Maar wat een ruimte hebben ze hier. Een grote buitenspeelplaats, een binnenspeelplaats en een eigen lokaal.
‘Mijn gevoel is heel dubbel’
Het zijn aardige en enthousiaste leidsters en onze klein man wordt vrolijk ontvangen. Alleen de slaapkamer … al die bedden! Daar keek ik wel een beetje raar van op. Ik zie het eigenlijk nog niet echt voor me, maar de leidster vertelt dat het in het begin even wennen is, maar daarna niet meer. We besluiten om onze kleine man in te schrijven bij het kinderdagverblijf. We zijn heel benieuwd hoe het hem (maar ook onszelf gaat bevallen).
Wanneer ik hem de dag erna bij de gastouder afzet, vertel ik haar dat we een vervangende opvang gevonden hebben en wanneer de laatste dag bij haar zal zijn. Er zijn wederom weer veel kinderen vandaag bij de gastouder, in een niet al te te grote woning, dus stiekem ben ik ook wel blij dat onze kleine man straks lekker de ruimte gaat hebben.
Mijn gevoel is heel dubbel, een gastouder zou klein, vertrouwd en huiselijk zijn. Maar om eerlijk te zijn, wij hebben gewoon geen geluk gehad met onze gastouders. Wellicht was dit toch een flinke duw in een andere richting, de richting van een kinderdagverblijf. Ik laat het allemaal maar over ons heenkomen.