HELLP, een baby (deel 12)
Voorzichtig komen de eerste sneeuwklokjes boven de grond. Nog een paar dagen en dan is ons meisje zes maanden oud. Mijn vriend heeft gevraagd of ik boodschappen kan doen. Ik heb heel stoer gezegd dat dat wel gaat lukken, maar ik kijk er enorm tegenop. Ik pak ons moppie goed in, leg haar in de bak van de kinderwagen. Ik trek mijn laarzen aan, til alles van drie hoog naar beneden en sta beneden al te trillen op mijn benen nog voor ik het portiek uit ben.
Tegen de wind in loop ik naar de supermarkt. Ik ben blij dat ik heel ouderwets een lijstje gemaakt heb op papier, zonder vergeet ik geheid de helft. Mijn herstel gaat langzaam, maar gestaag. Het lukt me nu om heen en weer te gaan naar de supermarkt. Ik ben er trots op dat ik buiten ben. Na een rondje winkelcentrum en een kletspraatje met de caissière ga ik bepakt met brood, melk en andere basics naar huis.
Met in mijn ene arm de kinderwagenbak en over mijn andere schouder twee boodschappentassen sleep ik alles naar boven. Ik merk vooruitgang. Eerst was dit echt het enige wat ik voor elkaar kreeg op een dag. Nu leg ik ons meisje in haar wieg, zet ik een was aan en snijd ik alvast alle groenten voor vanavond.
Als Rapunzel vast in een toren
Tegelijkertijd is het een eenzaam bestaan. Voor mijn gevoel zit ik als Rapunzel vast in de toren. Alle meiden van de zwangerschapscursus zijn al weken of maanden weer aan het werk, vriendinnen wonen ver weg, werken fulltime. Ons meisje is geweldig, ik klets er op los tegen haar maar ze zegt nog niet veel terug. Tijdens slechte momenten probeer ik me voor te houden dat we het getroffen hebben. Mijn vriend en ik zijn samen, ons meisje doet het goed, ze is gezond en ik ga vooruit. Zonder het zoeken naar de positieve kanten word ik gek.
Langzaam komt de controle terug
Een paar weken later schijnt een voorzichtig voorjaarszonnetje onze woonkamer binnen. De radio staat aan en ik zit met een tijdschrift op de bank. Op het kleed op de vloer ligt ons meisje te spelen. In de keuken staat lasagne klaar om in de oven te schuiven als mijn lief thuis komt. Ik voel een kriebel opkomen, een warm gevoel in mijn buik. Voor het eerst heb ik het gevoel dat er verbetering merkbaar is, dat het goed gaat komen, dat ik weer een beetje controle terugkrijg over mijn leven.