HELLP, een baby (deel 10)
Ik zit op de bank. Het is midden op de dag, de gordijnen zijn dicht en bewegen zachtjes door het briesje van het openstaande raam. Het is begin september en er is een hittegolf. In huis is het 31 graden, de zon brandt vol op onze ramen. Voor ons bijna niet uit te houden, maar voor ons meisje fijn omdat het haar nu minder moeite kost om op temperatuur te blijven. Mijn lief doet bijna alles in huis, boodschappen, koken, schoonmaken. Ik heb al mijn kracht nodig voor de kleinste dingen. Even douchen kost me zoveel energie dat ik daarna uitgeput ben. Toch hebben we samen een soort modus gevonden, het is een overlevingsstand.
Ons meisje is ondertussen vier weken oud en ik ben - afgezien van het ritje terug van het ziekenhuis - nog niet buiten geweest. Met afgunst lees ik de berichten in de appgroep van mijn zwangerschapscursus, anderen die een week na de geboorte met baby op een terrasje zitten. Ik wéét dat ik mijn situatie niet moet en niet kan vergelijken, maar toch.
Naar buiten met de kinderwagen
De muren komen inmiddels op me af en ik wil dolgraag even weg. We besluiten een ijsje te halen bij de snackbar op de hoek. Eenmaal op straat word ik overvallen door geluiden, alles wat ik zie, het felle licht. Dapper loop ik door, vastberaden om te genieten van deze eerste keer als trotse mama achter de kinderwagen. Ik voel de zon op mijn gezicht en vind het fijn om buiten te zijn, in de wereld waar alles gewoon door lijkt te draaien.
Tegelijk merk ik dat dit uitstapje zwaarder is dan ik had verwacht. Van een voorbijschietende scooter schrik ik me een ongeluk. Het is 250 meter lopen, en ik sleep me voort. Stap voor stap, blijven doorgaan galmt er door mijn hoofd. Voor mijn benen voelt het alsof ik een hardloopwedstrijd doe en ik voel de verzuring. Ik was altijd sportief, liep hard. Des te harder is de reality check dat dat er voorlopig niet in zit. Alle prikkels lijken binnen te komen, zonder filter. Ik weet dat dat niet gek is na het HELLP-syndroom, maar het is heftig.
Mijn lief haalt twee ijsjes, mét spikkels. Na de ‘reis’ terug en weer met de trap naar drie hoog kruip ik gelijk in bed. Ik zet mijn wekker op 25 minuten. Dan er uit, weer tijd om te kolven.