Hanneke werkt in de crisispleegzorg en zorgt voor pasgeboren baby's tot kleuters
Zelf heeft Hanneke, samen met haar man, een gezin met vier kinderen en is ze inmiddels op middelbare leeftijd. Toch geeft ze al ruim twintig jaar crisispleegzorg aan kinderen van nul tot vier jaar.
“Het mooiste van pleegzorg is de onvoorspelbaarheid. Als wij beschikbaar zijn, kan er elk moment een telefoontje komen en kan het kind hier een half uur later al zijn. Dan gaat bij mij de adrenaline stromen. Ondanks mijn jarenlange ervaring blijft de kennismaking spannend. Ik voel nog steeds een soort paniek: ‘Hoe ga ik het regelen?’ Zoals bij dat baby’tje van slechts vier pond. Ik moest ‘s nachts de wekker zetten om hem te voeden, anders sliep hij gewoon door.
Pleegzorg trok mij altijd wel, maar mijn man zag het aanvankelijk niet zitten. Tot hij opeens met een informatiefolder thuiskwam. Met de gedachte dat we altijd nog konden stoppen, wonnen we informatie in en deden we de pleegzorgcursus. Het voelde goed, dit paste bij ons. Inmiddels hebben we al vijfenvijftig pleegkinderen gehad. Het totale aantal plaatsingen ligt wat lager omdat soms broertjes en zusjes tegelijk komen. Dan lopen er hier een paar van die hummeltjes rond.”
Soms zorgen een baby van slechts een paar uur oud
“Pubers spraken ons niet aan, we wilden liever baby’s - die vonden we zeker weten leuk. En we kozen voor crisisopvang, dan gaat het kind sowieso terug. Ook konden we zo de reactie van onze eigen vier kinderen peilen. Hoe jong ze ook waren, er was altijd overleg, zij hadden vetorecht. Mijn ene zoon vergeleek pleegzorg ooit met een ouderwetse weegschaal. Aan de ene kant alle leuke dingen, aan de andere kant het verdriet van het afscheid. Gelukkig sloeg het eerste bakje altijd door. Een kind blijft ongeveer een maand, maar het kan ook korter of langer zijn. Eén keer woonde een kind hier anderhalf jaar. De jeugdhulpverlening onderzoekt wat er precies speelt en of het kind, desnoods met extra begeleiding, snel weer naar huis kan. Zo niet, dan zoeken ze een plekje binnen het netwerk van de ouders of een langdurig pleeggezin.
Ik heb een paar keer een baby van slechts een paar uur oud uit het ziekenhuis opgehaald. Ik gaf mijn eigen kinderen jarenlang borstvoeding, het is een gemis dat ik dat bij die kleintjes niet kan doen. Gelukkig kan ik ze wel nabijheid geven door ze veel te dragen. Met die hele kleintjes bezoek ik ook het consultatiebureau. Daar was ik met mijn grote gezin sowieso al vaste klant.”
Ontmoetingen met biologische ouders
“Ik geniet oprecht van het contact met de biologische ouders, meestal lukt het om een band op te bouwen. Ik leer veel onbekende werelden kennen waar ik anders geen weet van zou hebben. Zo ben ik voor ouderbezoek al in een psychiatrische kliniek, een gevangenis en een blijf-van-mijn-lijfhuis geweest. Ook ontmoet ik ouders uit de meest uiteenlopende culturen, al zijn sommigen natuurlijk hartstikke Hollands.
Gemiddeld twee keer per week is er bezoekuur in de speelkamer bij pleegzorg of bij de ouders thuis. Ik zorg ervoor dat het kind kleertjes draagt die het van de eigen ouders heeft gekregen. Na zo’n bezoek is het kind erg moe. Soms is de klik met de ouders zo goed dat ik er zonder begeleiding heenga. Ik zeg altijd dat ik hun kind niet wil houden en geen hulpverlener ben, dat schept vertrouwen. Mijn ervaring is dat geen enkele ouder bewust kwaad doet en oprecht het beste wil voor zijn kind. Maar door allerlei (nare) omstandigheden lukt dat niet altijd. Deze ouders hebben tijd en hulp nodig om hun leven weer op de rit te krijgen.
Als pleegouder krijg je een financiële vergoeding voor de zorgkosten, maar geen salaris of pensioen. Zelf ben ik al jarenlang bewust thuisblijfmoeder, dat is voor ons het handigste bij crisispleegzorg. Er bestaat wel pleegzorgverlof en er zijn creatieve oplossingen. Zo ken ik crisispleegouders die thuiswerken of een familielid als eventueel vangnet inschakelen.”
Afscheid nemen
“Wij vertelden onze kinderen altijd dat elk kind er tijdelijk was, maar natuurlijk hecht je je wel aan zo’n kleintje. Als het in bad is geweest en hier heeft geslapen, heeft het onze nestgeur en is het deel van ons gezin. Uiteraard zijn we verdrietig als het kind weggaat, al helpt het als we weten dat het aardige (pleeg)ouders zijn. Zelf focus ik mij op de positieve kanten, bijvoorbeeld dat ik mijn handen weer even vrij heb. Afwennen is trouwens minstens zo belangrijk als wennen aan elkaar omdat ‘hechtingspersonen’ niet zomaar uit het leven van het kind mogen verdwijnen. Als herinnering geef ik elk kind een fotoboek mee. Ook gaat de overstap naar een ander gezin gepaard met verschillende bezoekjes voor en na de overdracht. Met biologische ouders verloopt het soms wat stroever. Wij zijn die zwarte bladzijde in hun leven die ze het liefst zo snel mogelijk vergeten.
Vroeger twijfelden we weleens of we een kind zouden willen laten blijven. Nu is dat vanwege onze leeftijd niet meer relevant. Bovendien zijn onze eigen kinderen allang uitgevlogen. We weten nog niet hoelang we met pleegzorg door zullen gaan. Het voordeel van crisispleegzorg is dat we sowieso altijd een pauze in kunnen lassen.”
Iedereen kan pleegouder worden
“Sommige pleegkinderen willen als ze ouder zijn weten waar ze vroeger woonden. Een tienermeisje komt zelfs regelmatig logeren. Met anderen houd ik via sociale media contact. Het is ongelooflijk hoeveel impact die korte tijd die ze hier doorbrengen kan hebben. Zo was een meisje die ene week bij ons thuis nooit vergeten, die week voelde als een warm bad. Het enige wat we doen, is gewoon onszelf zijn. Iedereen kan pleegouder worden: stelletjes, alleenstaanden, hetero’s, homo’s, oud, jong en met of zonder kinderen. Er zijn verschillende soorten zorg. Langdurige of crisisopvang en weekend- of vakantieopvang. Kijk wat bij je past.
Pleegzorg is meestal leuk en soms niet. Net zoals je eigen kinderen die je ook weleens achter het behang wilt plakken. Houd er wel rekening mee dat de hulpverlening meekijkt, die fungeert ook als uitlaatklep en vraagbaak. Een nadeel van pleegzorg in deze tijd vind ik de negatieve effecten van de bezuinigingen bij de jeugdhulpverlening. Soms lijken de financiën belangrijker dan het welzijn van het kind, echt schokkend.”
Een kind helpen is fantastisch
“Alle pleegkindjes waren leuk, maar sommigen toch nét iets leuker. Zoals dat mannetje dat een perfecte mengeling van lief en ondeugend was. Of dat meisje waarbij ik kroeshaar heb leren vlechten, dat schept ook een band. Eén mannetje was een echte uitdaging. Door zijn driftbuien lag hij om de tien minuten op de vloer van wanhoop. Hij was heel slim, maar omdat hij niet gestimuleerd werd, kon hij zich niet uiten, vandaar zijn frustraties. Door samen met hem te lezen en te spelen, leerde hij de wereld beter te begrijpen en bloeide hij helemaal op. Zijn driftbuien verdwenen. Fantastisch toch, als je zo een kind kunt helpen.”
Dit artikel is eerder verschenen in magazine WIJ. Geschreven door Alice ten Napel.