En dan heb je opeens een huilbaby
Baby’s huilen, dat weet iedereen. Ik keek er na de bevalling dus totaal niet van op dat ik het grootste deel van de tijd bezig was om mijn kleine wondertje te troosten. Een dosis melk, een schone luier, knuffelen met mama of een volledige work-out met de kleine in de draagzak. Vooral squaten leek gek genoeg ervoor te zorgen dat mijn meisje rustig werd. Dus squatte ik er elke dag wanhopig op los, omdat ik vaak geen geen idee had wat anders zou helpen.
In het begin had ik al snel door dat mijn meisje niet graag alleen was. Het liefst zat ze altijd boven op mama geplakt en zodra ze alleen lag, liet ze gelijk horen dat ze het er niet mee eens was. Dus ging ik alles doen met haar in de draagzak. Hierdoor had ik mijn handen ten minste nog vrij om bijvoorbeeld een glaasje water te pakken.
Huilen, slapen, huilen
Al snel was ik haar in de draagzak ook twee tot drie uur aan het troosten tot ze eindelijk in slaap viel. Na een uurtje slapen kreeg onze kleine meid honger en het hele riedeltje begon weer van voren af aan. Zo wandelde ik, nog niet compleet hersteld van mijn bevalling, al die uren rond in mijn woonkamer en boog ik door mijn knieën, totdat ze eindelijk in slaap zou vallen.
Je snapt dus wel dat die beenspieren goed getraind werden in de eerste twaalf weken van mijn verlof. Met een eenmaal slapende baby in de draagzak kon ik dan eindelijk de vaatwasser uitruimen, de was doen en ja ook een toiletbezoekje deed ik met haar in de draagzak (sorry, kleine meid). Als ik haar even uit die draagzak haalde, werd ze gelijk wakker en zette ze het op een brullen.
Alle baby’s huilen veel, toch?
Ik had alle internetsites bezocht, vele boeken gelezen, maar ook na honderden pogingen om haar in haar eigen bedje te laten slapen, lukte me het niet meer dan 15 minuten op een dag. Dat was op de goede dagen. Als ik dan eindelijk vijftien minuten even rust had, zette ik snel een bakje koffie voor mezelf en dronk die gehaast op. Met een beetje geluk had ik die op, voordat onze kleine uitdaging weer wakker werd en haar mama mistte.
Een tijdje heb ik gedacht dat dit zo hoorde. Alle baby’s huilen veel in het begin, dacht ik. Mama worden en zijn, is gewoon soms zwaar. Het was zwaar, maar niet ondragelijk vond ik. Het wordt vast vanzelf beter, dacht ik. Tot ik een gezellig koffiemomentje had met een aantal kersverse mama’s van mijn zwangerschapsclubje.
Anders dan gemiddeld
Toen viel het mij ineens op. Al hun baby’s lagen lekker in de wagen of in de box te slapen. De moeders konden warme thee drinken en een lekker stuk taart eten, terwijl ik al wandelend en squatend probeerde deel te nemen aan het gesprek. Toen mijn baby eindelijk sliep, probeerde ik mijn taartje te eten zonder op mijn mooie meid te morsen. Toen besefte ik het … mijn baby is toch een beetje anders dan gemiddeld.
Na een gesprek op het consultatiebureau was ik er definitief achter: ik heb een huilbaby. Of tenminste, een baby met overmatig huilgedrag zoals dat tegenwoordig heet. Nu ik eenmaal wist dat veel andere moeders niet continu aan het op en neer hupsen waren, vond ik het steeds zwaarder worden. Helaas hadden we geen behang, maar anders …
Zoek hulp als het nodig is
Gelukkig heeft het consultatiebureau mij hierbij ontzettend goed bij geholpen en uiteindelijk bleek een erg stevige inbakerdoek (uit de standaard inbakerdoek worstelde zij zich zo uit) de gouden tip! Langzaam maar zeker ging ze beter slapen. Hierdoor werd het huilen minder en kreeg ze steeds meer momenten voor mijzelf op een dag.
Dus aan alle mama’s met kinderen die veel huilen en niet willen slapen of eigenlijk gewoon aan alle mama’s op de wereld wil ik zeggen: houd vol en zoek hulp als het nodig is. Die hulp is er niet voor niets, dus maak er gebruik van. Doe het! Ook al zag ik het soms totaal niet meer zitten … er komt echt een tijd dat het beter wordt. Ik hoop dat jij durft toe te geven als het je even teveel wordt en je hulp kunt gebruiken. Geloof me mama, dat is echt het allerbeste wat jij voor jezelf en je kind kunt doen.
Ook je verhaal delen?
Wil je ook graag je verhaal met andere mama’s (to be) delen? Dat kan, ook anoniem. Schrijf je verhaal op (500 - 800 woorden) en stuur die naar redactie@wij.nl onder vermelding van Gastblog. Wie weet delen we jouw blog binnenkort op de kanalen van WIJ.