Vol goede moed begin ik aan het zwembadavontuur. Iedereen om mij heen is zo enthousiast over zwemmen met je baby, dat wil ik ook beleven! Helaas is er geen plek meer bij het babyzwemmen. Ik besluit evengoed te gaan op een ander tijdstip. Oké. Let’s go!

1. Goed, we zitten in de auto.
2. Baby in babystoel, alle spullen mee.
3. Het lijkt wel een volksverhuizing.
4. Maar dit wordt leuk!
5. Valt ze nou in slaap?
6. Ja hoor, ze valt in slaap. Fantastisch.
7. Een rondje van de zaak dan maar.
8. Goed, wakker: daar gaan we.
9. Alle spullen eruit pakken, baby op de arm.
10. Naar binnen waggelen.

11. Shit, een tas vergeten. Terug naar de auto.
12. Kaartjes kopen: dit gaat goed!
13. Wat zijn die omkleedhokjes eigenlijk klein? Waar laat ik m’n kind in de tussentijd?
14. Ik had thuis m’n badpak al aan moeten doen onder m’n kleding, maar ik ben natuurlijk ongetraind - kleedje op het bankje voor de baby en snel aankleden dan maar.
15. Een kluisje: shit, ik heb natuurlijk geen contant geld.
16. Alle spullen dan maar in een grote tas voor bij het zwembad. Om nu terug te lopen naar de balie is ook niet handig.
17. Oh, als ik iets doorgelopen was, was er gewoon een familiekleedkamer geweest. Dat was op zich best makkelijk geweest.
18. Baby op het aankleedkussen, zwemluier aan - ja, dit wordt gezellig hoor schatje kijk mij eens een relaxte, zelfstandige moeder zijn
19. Mijn God zeg, is het altijd zo heet in die zwembaden? Ik ben al nat voor ik het water in ben geweest.
20. Oh shit nee, die zwemluier scheurt. Gelukkig had ik er nog een extra mee genomen, maar nu moet ze niet gaan poepen.

21. Oké, eindelijk - we kunnen het bad in gaan. Huh, wat? Begint ze nou te huilen?
22. Oh ja, het is etenstijd.
23. Snel naar de stoel, doek eromheen en baby aan de borst.
24. Het is nu al ontspannen - NOT.
25. Lekker even boeren, ja, fijn zo over mijn badpak. Heerlijk!
26. Alle spullen op de stoel, slippers uit. Wat zegt die badmeester? Ik moet mijn slippers aan tot het water? Maar da’s toch link, straks val ik op die gladde vloer?
27. De badmeester is onvermurwbaar.
28. Toe maar dan, daar gaan we.
29. Slippers uit. Water in.
30. Lekker he schatje? Nee, niet gaan huilen. Stop met die pruillip. Wat is dit water koud!
31. 5 minuten later
32. Jankende baby, klotsende oksels, een moeder waar het huilen nader staat dan het lachen.
33. WE GAAN.

Lees ook: Je baby veilig rondom water