Zijn vaccinaties gevaarlijk voor mijn baby?
Over vaccineren en vaccinaties is veel tegenstrijdige informatie te vinden. Voor de meeste ouders is het vaccineren van hun kind vanzelfsprekend, maar er zijn ook ouders die twijfels hebben over de veiligheid van vaccinatie. In dit artikel vind je de belangrijkste vragen en antwoorden over vaccineren op een rij.
Tegenstrijdige informatie over vaccinaties
Als je enigszins twijfelt over het vaccineren van je kind, ga je waarschijnlijk online onderzoek doen. De kans is aannemelijk dat je dan op ontelbare websites stuit die beweren dat het laten vaccineren van je kind vol risico’s of zelfs gevaarlijk kan zijn. Deze websites zijn vaak afkomstig van personen of groeperingen die tegen vaccineren zijn. In Nederland zijn dat bijvoorbeeld de websites Vaccinvrij, de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken en Vaccinatieraad. Hier kom je ogenschijnlijk overtuigende verhalen tegen over kinderen die ernstige aandoeningen kregen nadat ze gevaccineerd zijn. Dit is echt niet wetenschappelijk onderbouwd, maar gebaseerd op aannames en meningen. Het is volkomen logisch dat je als ouder gaat twijfelen door deze tegenstrijdige informatie. Daarom zetten we de voor- en nadelen en fabels over vaccineren voor je op een rij.
De voordelen van vaccinaties
- Vaccinaties beschermen je kind tegen ernstige infectieziekten en bijbehorende complicaties
- Vaccinaties zorgen ervoor dat ziekten als polio en difterie nog maar nauwelijks voorkomen
- Bij een hoge vaccinatiegraad (minstens 95%) treedt groepsbescherming op. De kans op een uitbraak is daardoor heel klein en worden bovendien ongevaccineerde (bijvoorbeeld door ziekte als leukemie) kwetsbare kinderen en volwassenen beschermd.
De nadelen van vaccinaties
- Je kind kan last krijgen van lichte bijwerkingen, zoals een rode huid of koorts.
- In sommige gevallen zijn er heftige bijwerkingen, zoals een koortsstuip.
Fabels over het vaccineren van je kind
Veel ouders die hun kinderen niet laten vaccineren, baseren zich op onjuiste informatie over de gevaren van vaccinaties of onderschatten de voordelen van vaccinaties. Hieronder vind je de belangrijkste fabels op een rij.
Fabel 1: ‘De ziektes waartegen wordt gevaccineerd zijn onschuldige kinderziekten’
Het klopt dat de complicaties van sommige infectieziekten mild verlopen en ernstige complicaties zeldzaam zijn. Vaak herinneren ouders zich dan ook dat ze zelf helemaal niet zo ziek zijn geweest van bijvoorbeeld bof, rode hond of mazelen. Echter loopt iedereen die ziek wordt het risico op ernstige complicaties, zoals een ziekenhuisopname, blijvende lichamelijke schade of zelfs overlijden. Het is onmogelijk om te voorspellen wie deze ernstige complicaties krijgt, daarom willen we in Nederland dat ieder kind hiertegen beschermd is.
Fabel 2: ‘Ziektes doormaken biedt betere bescherming’
Zowel het doormaken van een bepaalde ziekte als een vaccin bieden voor een bepaalde tijd bescherming tegen de ziekte. Bij sommige ziekten, zoals kinkhoest, biedt het doormaken van de ziekte zelfs een betere bescherming dan een vaccinatie. Bij andere ziekten, zoals tetanus, biedt een vaccinatie juist betere bescherming. Vaccineren zorgt ervoor dat de ziekte minder ernstig verloopt. Daarnaast brengt het doormaken van een ziekte ernstige risico’s met zich mee, die na vaccineren niet optreden.
Fabel 3: ‘Er bestaat een verband tussen autisme en vaccineren’
Dit klopt niet. De reden dat deze fabel is onstaan, is afkomstig van een artikel uit 1998 van de Engelse arts Andrew Wakefield. Hierin legde hij een verband tussen het mazelen-vaccin en autisme. Het artikel werd kort daarna teruggeroepen wegens fraude en de arts werd uit zijn ambt gezet. De beweringen in het artikel kloppen niet, toch duikt het verhaal af en toe weer op. Autisme is een aangeboren stoornis die vaak rond dezelfde tijd wordt vastgesteld bij kinderen als wanneer het eerste BMR-vaccin wordt toegediend. Een makkelijke conclusie zou kunnen zijn dat autisme wordt veroorzaakt door het BMR-vaccin. Uit onderzoek blijkt echter dat kinderen zonder BMR-vaccin net zo vaak autisme krijgen als kinderen die geen BMR-vaccinatie hebben gehad.
Fabel 4: ‘Het HPV-vaccin veroorzaakt chronische vermoeidheidsklachten’
Soms vertonen vermoeidheidsklachten zich bij meisjes vlak na het toedienen van het HPV-vaccin. Hier lijkt het wederom logisch dat deze klachten ontstaan door het HPV-vaccin en dit iets met elkaar te maken heeft. Uit onderzoek van het RIVM blijkt echter dat er geen verband bestaat tussen langdurige vermoeidheidsklachten bij meisjes en het HPV-vaccin. Deze conclusie komt overeen met eerdere internationele onderzoeken.
Fabel 5: ‘Vaccinaties veroorzaken wiegendood’
Wiegendood is het plotseling overlijden van een jong kind zonder dat daar een duidelijk aanwijsbare verklaring voor is. Dit onverwachte overlijden is een drama. In het eerste jaar van een baby krijgt hij 4 keer vaccinaties toegediend. Het is mogelijk dat door toeval wiegendood optreedt na een vaccinatie. Elk geval wordt daarom onderzocht, maar het is nog nooit aangetoond dat de vaccinatie de oorzaak was van het plotseling overlijden van een jong kind. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vaccinaties de kans op wiegendood verkleinen.
Fabel 6: ‘Vaccinaties worden niet goed getest op bijwerkingen’
Dat is niet waar. Vaccinaties worden voordat ze in gebruik worden genomen uitgebreid getest. De veiligheidseisen voor vaccinaties zijn zeer streng, omdat het over medicatie voor gezonde mensen gaat. Ook nadat een vaccin in gebruik is genomen worden bijwerkingen continu gemonitord.
Fabel 7: ‘Het RIVM heeft banden met de farmaceutische industrie en is niet onafhankelijk’
Het klopt dat de farmaceutische industrie geld verdient met de productie van vaccins en medicijnen. Dit betekent niet dat deze industrie invloed heeft op het Rijksvaccinatieprogramma. Ook het RIVM bepaald niet of en wat er gevaccineerd wordt tegen bepaalde infectieziekten. Dit wordt besloten door het Ministerie van Volksgezondheid op basis van het advies van de Gezondheidsraad. Dit is een Nederlands onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan met als opdracht de regering en het parlement te adviseren over vraagstukken op het gebied van volksgezondheid en gezondheidsonderzoek.
Fabel 8: ‘Er wordt op te jonge leeftijd gevaccineerd’
Soms hebben ouders de indruk dat het immuunsysteem van hun jonge kind een vaccinatie nog niet aankan. Als je kind net een paar maanden oud is, is zijn gezondheid nog erg kwetsbaar en is je kind erg vatbaar voor infecties. Juist daarom is het belangrijk om vroeg te starten met vaccineren en kinderen te beschermen tegen infectieziekten. Als voorbeeld: het immuunsysteem kan nog niet goed omgaan met kinkhoest, maar wel met het vaccin tegen kinkhoest.
Bijwerken van vaccinaties
Uiteraard kan je baby last krijgen van (lichte) bijwerkingen van vaccinaties. Het zou kunnen dat je baby heftiger op een vaccinatie reageert dan normaal. Dit kan bij inentingen net zo goed voorkomen als bij het gebruik van geneesmiddelen. Het kan zijn dat je baby hierdoor hoge koorts krijgt (hoger dan 40,5Ā°C) of flauwvalt. Zoān heftige reactie komt gemiddeld maar bij 1 op de 100.000 vaccinaties voor en is dus erg zeldzaam. Als je baby heftig reageert op een vaccinatie, is dat meestal geen reden om hem de volgende keer niet meer te laten inenten. De gevolgen van niet vaccineren zijn vaak veel groter dan het gevaar van de vaccinatie zelf.
Meld een heftige reactie bij je baby na een vaccinatie
Wel is het van belang dat je de arts of verpleegkundige die de vaccinatie toedient, op de hoogte stelt van de reactie van je baby. Deze kan dan het beste beoordelen of de vaccinatie moet worden uitgesteld of toch kan worden gegeven. Soms kan het nodig zijn om bijzondere voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer je baby moet worden ingeƫnt. Zo kan het verstandig zijn om niet te vaccineren op het consultatiebureau, maar bij de huisarts of in de polikliniek.
Bron: Rijksvaccinatieprogramma