Kan ik de inentingen van mijn baby uitstellen?
Het vaccinatieschema vanuit het Rijksvaccinatieprogramma is voor ieder kind in Nederland het meest geschikte schema. Er zijn geen medische redenen om bij een gezond kind inentingen uit te stellen. Soms is het wel nodig om een prikmoment te verplaatsen, bijvoorbeeld door medische of praktische redenen. Wat zijn de gevolgen van het uitstellen van inentingen van je baby?
Brengt het uitstellen van inentingen risico’s met zich mee voor je baby?
Ja, later starten met de inentingen brengt risico’s met zich mee. Je kind is langer onbeschermd tegen ernstige ziektes. Sinds 2020 krijgen kinderen hun eerste vaccinatie als ze 3 maanden oud zijn. Mocht je als moeder geen kinkhoestvaccinatie gehad hebben tijdens je zwangerschap, dan wordt deze vaccinatie vervroegd naar 2 maanden. Een veelgehoorde vraag is of baby’s op zo’n jonge leeftijd al tegen zoveel vreemde stoffen in hun lijf kunnen. Maar een kind kan al op jonge leeftijd vaccinaties gemakkelijk verdragen. Dit is ook de reden dat te vroeg geboren baby’s gewoon gevaccineerd worden. Een vaccinatie is vele malen veiliger dan een infectie met mogelijk ernstige complicaties.
Kun je het vaccinatiemoment aanpassen?
Als je kind ziek is of bijvoorbeeld geopereerd moet worden, kun je het vaccinatiemoment aanpassen. Ook als je kind medicatie gebruikt die niet goed samengaat met een vaccin of als je op reis gaat, is het soms nodig om de inentingen van je baby uit te stellen. Dit soort gevallen kun je het beste bespreken met de jeugdarts van het consultatiebureau. Er wordt dan gekeken wat het beste is voor jou en je kind. Soms kan een vaccinatie ook in het buitenland worden gegeven of vlak voor vertrek.
Wat zijn de gevolgen van uitstellen van inentingen bij je baby?
Later beginnen met inentingen
Als je later begint met vaccineren betekent dit ook dat er een latere opbouw van bescherming is en dus meer risico op ziekte. Je baby is nog erg jong en zit in het meest kwetsbare deel van zijn leven, dus je kan je afvragen of dat verstandig is.
Spreiden van vaccinaties
Het Rijksvaccinatieprogramma is zodanig opgebouwd dat er een goede afweer ontstaat en er ook in de tijd tussen de vaccinaties optimale bescherming is. Als je besluit om vaccinaties later te geven, kan dat leiden tot een periode met onvoldoende bescherming. In die periode is de kans op ziekte groter. Een vaccinatieserie hoeft niet opnieuw te worden gestart als vaccinaties later dan gepland zijn gegeven. Er zijn ook geen extra vaccinaties nodig als er te veel tijd tussen vaccinaties zit.
Inentingen sneller achter elkaar geven
Inentingen sneller achter elkaar geven, bijvoorbeeld door een geplande reis, heeft weinig zin. Het immuunsysteem van je baby heeft tijd nodig om goed te reageren en genoeg goede antistoffen op te bouwen. Door sneller opeenvolgende vaccinaties te geven, is het effect minder en de opbouw van langdurige bescherming niet meer gegarandeerd.
Inentingen niet geven
Van sommige infectieziekten zijn meerdere vaccinaties nodig om een goede bescherming op te bouwen. Indien er een vaccinatie ontbreekt, is de afweer niet optimaal opgebouwd.
Losse vaccinaties in plaats van combinatievaccins
Sommige vaccins zijn ook los te verkrijgen in plaats van in een combinatievaccin. Deze vaccins zijn echter niet geschikt voor kinderen. Deze vaccinaties leiden tot onvoldoende bescherming, waardoor het risico op ziekte blijft bestaan. Dat geldt vooral voor alternatieve DKTP- en DTP-vaccinatie bij zuigelingen.