Borstvoeding geven na een vroeggeboorte

Borstvoeding geven na een vroeggeboorte

Als je baby plotseling te vroeg geboren wordt, krijg je opeens te maken met een compleet andere start dan je van tevoren gedacht had. Vaak moet je baby gelijk de couveuse in om te stabiliseren waardoor je de eerste belangrijke momenten samen mist. Naast dat dit een behoorlijke impact op jou kan hebben, kan een vroeggeboorte er ook voor zorgen dat je extra aandacht moet besteden aan het slagen van borstvoeding.

Borstvoeding geven aan een prematuur gaat niet vanzelf, maar vraagt een hoop geduld en doorzettingsvermogen. Daarbij is jouw motivatie om borstvoeding te geven doorslaggevend.

Moedermelk is juist voor te vroeg geboren baby’s ontzettend belangrijk. Als je te vroeg bevallen bent, maakt jouw lichaam premature moedermelk aan. Deze moedermelk bevat een unieke samenstelling aan voedingsstoffen voor het nog ‘onrijpe’ maag- en darmstelsel van je baby. Ook als je eigenlijk besloten had om geen borstvoeding te geven, is het na een vroeggeboorte de moeite waard om te overwegen om toch een tijdje moedermelk af te kolven. Zelfs al zou je dit alleen maar tot de uitgerekende datum doen, de gezondheidsvoordelen voor je baby zijn dan al enorm.

Voeding bij een prematuur

Afhankelijk van de termijn waarop je baby geboren is, kan hij meestal nog niet meteen zelf bij je drinken. In theorie zou een baby vanaf 32 weken zwangerschap zelf kunnen drinken en is de coördinatie van zuigen, slikken en ademen goed op elkaar afgestemd. Maar vaak hebben te vroeg geboren baby’s al hun energie nodig om aan te sterken, waardoor ze te vermoeid zijn om zelf te drinken. Het moment waarop je baby zelfstandig kan drinken hangt niet zozeer af van leeftijd en gewicht, maar meer van zijn stabiliteit en ontwikkeling van het zuig- en slikreflex.

Tot die tijd krijgt je baby voeding via een maagsonde. Bij hele kleine prematuren wordt soms eerst nog gewacht met sondevoeding en gaat de voeding via een infuus. Ondertussen kan jij beginnen met afkolven zodat de melkproductie goed op gang komt. Voor sommige vrouwen voelt afkolven niet prettig. Het kan negatieve gevoelens teweeg brengen, omdat je toch een iets ander beeld had van het geven van borstvoeding. Dit komt veel voor en is heel normaal. Op de couveuseafdeling zijn vaak alle hulpmiddelen aanwezig om je borstvoeding te doen slagen, van een goede kolf tot een lactatiekundige. Maak daar gebruik van en bespreek je gevoelens!

Afkolven na een vroeggeboorte

Vaak is het na een vroeggeboorte niet mogelijk om je baby snel aan te leggen, start daarom bij voorkeur binnen 6 uur na je bevalling met kolven. Om de borstvoeding goed op gang te brengen, zou je net zoveel moeten kolven als je een voldragen baby zou voeden. Dit komt neer op ongeveer 8 tot 12 keer kolven per dag, maar in de praktijk blijkt dit meestal te veel te zijn na een vroeggeboorte. Probeer 7 of 8 keer dag te halen, maar doe dit alleen als je je daar goed bij voelt. Als je baby al enkele voedingen zelf kan drinken, kolf je na de voedingen extra of alleen de gemiste voedingen.

De eerste dagen na de bevalling komen er meestal maar een paar druppeltjes. Dit is normaal, want je melkproductie moet nog op gang komen. Blijf wel doorkolven om de melkproductie optimaal te stimuleren. Gooi de eerste druppels niet weg, want hier zitten ontzettend veel voedingsstoffen in. Ook kleine beetjes zijn dus al goed voor je baby en alles is mooi meegenomen. Probeer een dagindeling te vinden waar jij je prettig bij voelt. Als je nog te vermoeid bent om ’s nachts te kolven doe dit dan niet, maar probeer er niet meer dan 6 uur tussen te laten.

Voeden met afgekolfde moedermelk

Moedermelk kan via sondevoeding gegeven worden. Het grote voordeel hiervan is dat het je baby geen moeite kost om te drinken. Het beste moment om sondevoeding te geven is als jullie samen aan het buidelen zijn. Je baby gaat bij jou zijn dan associëren met het fijne, verzadigde gevoel in zijn maag. Als je al een paar druppeltjes moedermelk in zijn mond mag doen, kan hij de smaak leren kennen. Dit is ook een zeer geschikt moment om te oefenen met borstvoeding. In het begin heeft hij meestal nog niet genoeg kracht om zelf te drinken, maar hij zal de borst wel gaan associëren met het verzadigde gevoel.

Vaak wordt er na de sondevoeding overgestapt op voeden uit de fles. Het drinken uit een fles vraagt een andere techniek dan drinken uit de borst, maar je baby traint wel op dezelfde manier het zuigen, slikken en ademen. Blijf naast het bijvoeden met de fles het geven van borstvoeding wel oefenen. Andere mogelijkheden zijn cupfeeding en bijvoeden aan de borst. Bij cupfeeding gaat je baby met zijn tongetje op zoek naar de melk. Dit kost hem weinig energie en is dus al vroeg toepasbaar. Zo traint hij zijn zoek- en slikreflex. Met bijvoeden aan de borst krijgt je baby tijdens de borstvoeding extra voeding via een dun slangetje in zijn mond. Je baby oefent hier met borstvoeding en krijgt tegelijkertijd genoeg voeding binnen.

Als het niet lukt om langere tijd te kolven en uiteindelijk borstvoeding te geven, voel je dan niet schuldig. Je hebt er alles aan gedaan om je baby jouw ultieme voedingsstoffen te geven. Vergeet niet dat jullie geen gemakkelijke start hebben gehad. Alle moedermelk die je baby heeft gekregen is mooi meegenomen!

Beeld: iStock.com

Alles over de groei en ontwikkeling van je baby